Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
- [slachtoffer 2] heeft verklaard dat zij met [slachtoffer 1] heeft gesproken over het feit dat de verdachte [slachtoffer 2] zou hebben betast, dat [slachtoffer 1] hiervan ook een keer getuige is geweest en dat zij het erover zouden hebben gehad dit tegen [getuige 1] te vertellen. [slachtoffer 1] heeft echter verklaard dat [slachtoffer 2] dit niet tegen haar heeft verteld. Ook verklaart zij dat zij niet heeft gezien dat de verdachte [slachtoffer 2] heeft betast.
- In het dossier bevinden zich WhatsApp-berichten tussen de verdachte en [slachtoffer 2] waarin zij spreken over het incident wat hem onder feit 1 wordt verweten, te weten het plegen van ontuchtige handelingen jegens [slachtoffer 1] . Uit deze berichten blijkt op geen enkele wijze dat de verdachte ook [slachtoffer 2] zou hebben betast.
- Op de zitting heeft de verdachte bevestigd dat hij [slachtoffer 3] wel eens heeft gevraagd een foto van haar navel te sturen omdat zij altijd in crop tops rondliep en hij haar daarom “naveltje” noemde.
- Uit het dossier volgt dat op de telefoon van de verdachte een foto is aangetroffen van [slachtoffer 3] . Zij is op deze foto volledig gekleed.
- Op een onder de verdachte in beslag genomen laptop, die door meerdere personen binnen het gezin werd gebruikt, zijn 28 afbeeldingen (waaronder thumbnails) van jonge vrouwen in ondergoed aangetroffen. De gezichten van de jonge vrouwen waren op de afbeeldingen niet zichtbaar waardoor hun identiteit onbekend is gebleven.
- De bekennende verklaring van de verdachte, ter terechtzitting van 14 december 2023 afgelegd;
- Een proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] , opgemaakt door de Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 30 juli 2022 (dossierpagina’s 10-19);
- Een proces-verbaal van aangifte door [getuige 2] , opgemaakt door de Politie Eenheid Noord-Holland d.d. 11 augustus 2022 (dossierpagina’s 44-50).
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
- Meldplicht bij de reclassering
- Ambulante behandeling
- Contactverbod
7.Vorderingen benadeelde partijen
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
123 dagen, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot 120 dagen,
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte voor het einde van de op twee jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
240 urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 120 dagen hechtenis.
[slachtoffer 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 2.000,00, als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 27 juli 2022 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 1] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[slachtoffer 2]niet-ontvankelijk in de vordering.
[slachtoffer 3]niet-ontvankelijk in de vordering.