Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 3 oktober 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene wegens het niet op eerste vordering ter inzage afgeven van zijn rijbewijs. Betrokkene had eerder beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene zich gewend tot de kantonrechter. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen.
De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de beschikbare stukken, waaronder de verklaring van de verbalisant. De gedraging waarvoor de boete was opgelegd, werd als voldoende komen vast te staan beschouwd. Betrokkene voerde aan dat hij ten onrechte was aangehouden en dat er sprake was van intimidatie en discriminatie. De kantonrechter oordeelde echter dat er geen bewijs was voor deze claims en dat de verbalisant rechtmatig had gehandeld volgens artikel 160 van de Wegenverkeerswet.
De kantonrechter concludeerde dat de boete terecht was opgelegd en dat er geen aanleiding was om deze te matigen. Het beroep van betrokkene werd ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.