ECLI:NL:RBNHO:2023:14076

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
3 oktober 2023
Publicatiedatum
28 februari 2024
Zaaknummer
10643561 \ WM VERZ 23-470
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Matiging van een administratieve boete opgelegd voor doorrijden bij rood verkeerslicht in het kader van een rouwstoet

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 3 oktober 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene voor het doorrijden bij een rood verkeerslicht. Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 3 oktober 2023 waren zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene aanwezig.

De gedraging waarvoor de boete was opgelegd, betrof het negeren van een rood verkeerslicht. Betrokkene erkende de gedraging, maar voerde aan dat hij in de veronderstelling verkeerde dat hij de rouwstoet mocht volgen. Hij stelde dat hij extra goed had opgelet en geen gevaar had veroorzaakt. De kantonrechter oordeelde dat er voldoende bewijs was dat de gedraging had plaatsgevonden, maar gaf aan dat de omstandigheden van de zaak aanleiding gaven om de boete te matigen. Betrokkene had aannemelijk gemaakt dat hij dacht dat het negeren van het rode licht onder de gegeven omstandigheden was toegestaan.

De kantonrechter besloot de boete te matigen tot € 125,00 en verklaarde het beroep gedeeltelijk gegrond. De beslissing van de officier van justitie werd gewijzigd, en het bedrag dat betrokkene te veel had betaald als zekerheidstelling, moest aan hem worden terugbetaald. De uitspraak werd gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 10643561 \ WM VERZ 23-470
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 3 oktober 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 3 oktober 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: doorrijden bij een driekleurig verkeerslicht (stoplicht) dat op rood staat.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de verklaring van de verbalisant – voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Betrokkene erkent de gedraging dan ook, maar doet een beroep op de omstandigheid dat hij in de veronderstelling was dat hij de rouwstoet, waar hij deel vanuit maakte, mocht volgen. Betrokkene stelt op de zitting dat hij de situatie ter plaatse goed kent en weet dat er een flitspaal staat. Betrokkene stelt extra goed te hebben opgelet en geen hinder of gevaar te hebben veroorzaakt.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd eenmalig aanleiding om de boete te matigen. Daarbij is van belang dat betrokkene op de zitting voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij bewust de keuze heeft gemaakt omdat hij in de veronderstelling was dat het onder de gegeven omstandigheden was toegestaan om het rode licht te negeren en daarbij rekening heeft gehouden met de veiligheid. De boete zal worden gematigd tot de helft.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot een bedrag van € 125,00 (met handhaving van de administratiekosten);
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene te veel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: