ECLI:NL:RBNHO:2023:14074

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
3 oktober 2023
Publicatiedatum
28 februari 2024
Zaaknummer
10643551 \ WM VERZ 23-468
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijke gegrondverklaring van beroep tegen administratieve sanctie voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het fietsen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 3 oktober 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het fietsen. Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep niet-ontvankelijk verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 3 oktober 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, terwijl betrokkene niet verscheen. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en de vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft voorgesteld de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten. Dit voorstel werd ondersteund door de verklaring van de verbalisant en de kantonrechter heeft geoordeeld dat betrokkene inderdaad een mobiele telefoon vasthield tijdens het fietsen en niet tijdens het autorijden, wat door betrokkene werd erkend.

De kantonrechter heeft vervolgens geoordeeld dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is en dat betrokkene niet in zijn belangen wordt geschaad door de wijziging van de beschikking. De categorie weggebruiker en het boetebedrag zijn aangepast, waarbij de omschrijving van de categorie nu luidt “fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen” en het boetebedrag is vastgesteld op € 140,00, met handhaving van de administratiekosten van € 9,00. De kantonrechter heeft het beroep gedeeltelijk gegrond verklaard, de beslissing van de officier van justitie vernietigd voor wat betreft de categorie en het boetebedrag, en bepaald dat de officier van justitie het teveel betaalde bedrag aan betrokkene terugbetaalt. Voor het overige is het beroep ongegrond verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 10643551 \ WM VERZ 23-468
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 3 oktober 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 3 oktober 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
Betrokkene heeft het beroep bij de officier van justitie te laat ingesteld.
Gelet op de stellingen van betrokkene en de verklaring van de verbalisant heeft de vertegenwoordiger van de officier van justitie op de zitting voorgesteld de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten en de beschikkingsgegevens te wijzigen. Gebleken is dat betrokkene een mobiele telefoon vast hield tijdens het fietsen en niet tijdens het autorijden. Betrokkene erkent de gedraging.
De kantonrechter volgt de vertegenwoordiger van de officier van justitie en bepaald dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is. De kantonrechter overweegt dat niet gebleken is dat betrokkene door de wijziging van de beschikking in enig belang wordt geschaad, zodat de ‘categorie weggebruiker’ en het boetebedrag van de beschikking zullen worden gewijzigd.
Gelet op de wijziging van de beschikkingsgegevens wordt het beroep gedeeltelijk gegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie, voor zover deze betrekking heeft op de categorie van de weggebruiker en het boetebedrag in de inleidende beschikking;
‒ wijzigt de inleidende beschikking in die zin dat als de omschrijving van de categorie weggebruiker luidt “fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen” en als het destijds geldende boetebedrag ad € 140,00 (met handhaving van de administratiekosten ad € 9,00);
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene te veel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt;
‒ verklaart het beroep voor het overige ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: