ECLI:NL:RBNHO:2023:14068

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
1 september 2023
Publicatiedatum
23 februari 2024
Zaaknummer
10631861 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde boete voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 1 september 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene wegens het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden. Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 1 september 2023 zijn zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene zelf verschenen. Betrokkene voerde aan dat zijn telefoon in een houder zat, bevestigd aan het voorraam van zijn voertuig, een Dodge Ram. Hij betwistte de waarneming van de verbalisant, die had verklaard dat betrokkene de telefoon vasthield ter hoogte van het bovenbeen en de versnellingspook. De vertegenwoordiger van de officier van justitie stelde dat de gedraging niet voldoende was komen vast te staan, omdat de verbalisant geen specifieke toelichting had gegeven en er geen aanvullende informatie was ontvangen.

De kantonrechter oordeelde dat betrokkene het voordeel van de twijfel moest krijgen. Aangezien de gedraging niet met zekerheid kon worden vastgesteld, verklaarde de kantonrechter het beroep gegrond en vernietigde de beslissing van de officier van justitie, evenals de beschikking waarbij de boete was opgelegd. De kantonrechter bepaalde dat het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling had betaald, aan hem moest worden terugbetaald. De uitspraak werd gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10631861 \ WM VERZ 23-544
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 1 september 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 1 september 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. [betrokkene], is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft aangevoerd dat de telefoon in de houder zat, welke is bevestigd aan het voorraam. Betrokkene verklaard op de zitting dat hij in een hoge auto rijdt (Dodge Ram) waarbij het onmogelijk is om vanuit een ander voertuig waar te nemen dat het toestel werd vastgehouden ter hoogte van het bovenbeen en de versnellingspook, zoals door de verbalisant is verklaard.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft zich op de zitting – naar aanleiding van het verweer van betrokkene – op het standpunt gesteld dat de gedraging niet vaststaat en ten onrechte een boete is opgelegd. Betrokkene heeft specifieke omstandigheden aangevoerd die vragen oproepen over de waarneming van de verbalisant. De verbalisant heeft in het zaakoverzicht een niet voldoende specifieke toelichting gegeven. De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting aangegeven dat zij een nadere toelichting heeft opgevraagd bij de verbalisant, maar deze niet heeft ontvangen en heeft zich op het standpunt gesteld dat daarom niet met zekerheid kan worden gesteld dat de betrokkene een mobiele telefoon in zijn hand had.
De kantonrechter volgt de vertegenwoordiger van de officier van justitie. Betrokkene krijgt het voordeel van de twijfel. Het beroep is daarom gegrond en de beslissing van officier van justitie en de beschikking waarbij de boete is opgelegd zullen worden vernietigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de
boete is opgelegd;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: