Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 1 september 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene voor het parkeren van een voertuig op een verboden plek. Betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene aanwezig. Betrokkene voerde aan dat er ten tijde van de constatering van de overtreding wegwerkzaamheden waren, waardoor er geen trottoir en parkeerplaatsen beschikbaar waren. Hij stelde dat hij geen vermoeden had dat hij daar niet mocht parkeren, vooral omdat hij kort daarvoor meerdere boetes had ontvangen die hij niet kon corrigeren.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie stelde dat de eerste boete in stand moest blijven, maar dat de tweede en derde boete gematigd moesten worden tot nihil, gezien de omstandigheden. De kantonrechter oordeelde dat de gedraging wel vaststond, maar dat het niet billijk was om drie boetes op te leggen voor dezelfde situatie. Uiteindelijk verklaarde de kantonrechter het beroep ongegrond, wat betekent dat de opgelegde boete gehandhaafd blijft. De uitspraak werd gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.