ECLI:NL:RBNHO:2023:14058

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
12 september 2023
Publicatiedatum
23 februari 2024
Zaaknummer
10606932 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens onverzekerd rijden van een bromfiets

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 12 september 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene wegens het niet afsluiten en in stand houden van de vereiste verzekering voor een bromfiets. Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 1 september 2023 heeft betrokkene aangevoerd dat zijn scooter niet meer kon rijden en al die tijd in een schuurtje stond. Hij stelde dat hij na ontvangst van een brief van het RDW de schorsing van de scooter had geregeld, welke schorsing op 14 januari 2022 was doorgevoerd. De kantonrechter oordeelde dat de boete terecht was opgelegd, omdat het voertuig op de datum van de overtreding onverzekerd was en niet geschorst bij de RDW. Echter, de kantonrechter erkende dat betrokkene voldoende aannemelijk had gemaakt dat hij actie had ondernomen en dat het voertuig niet op de openbare weg was geweest. Daarom besloot de kantonrechter de boete te matigen tot € 100,00. De beslissing van de officier van justitie werd gewijzigd, en het beroep werd gedeeltelijk gegrond verklaard. Betrokkene kreeg ook het bedrag dat hij te veel als zekerheidstelling had betaald terugbetaald. De uitspraak werd gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10606932 \ WM VERZ 23-492
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 12 september 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 1 september 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: voor een bromfiets niet de vereiste verzekering afsluiten en in stand houden.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft aangevoerd dat de scooter niet meer kan rijden en al die tijd in het schuurtje stond. Betrokkene heeft op de zitting gesteld dat hij na ontvangst van de brief van het RDW de schorsing heeft geregeld. Betrokkene heeft vervolgens de scooter geschorst op 14 januari 2022. Dit voelt erg onrechtvaardig, aldus betrokkene.
De kantonrechter overweegt dat de boete terecht is opgelegd omdat het voertuig op de genoemde datum onverzekerd was en evenmin geschorst bij de RDW. Betrokkene heeft echter voldoende aannemelijk gemaakt dat actie is ondernomen en gebleken is dat het voertuig per 14 januari 2022 alsnog is geschorst bij de RDW. Ook is voldoende aannemelijk gemaakt dat het voertuig niet op de openbare weg is geweest. Daarom ziet de kantonrechter aanleiding om de boete te matigen tot € 100,00.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot € 100,00 (met handhaving van de administratiekosten);
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene te veel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: