Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 12 september 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene wegens het niet afsluiten en in stand houden van de vereiste verzekering voor een bromfiets. Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 1 september 2023 heeft betrokkene aangevoerd dat zijn scooter niet meer kon rijden en al die tijd in een schuurtje stond. Hij stelde dat hij na ontvangst van een brief van het RDW de schorsing van de scooter had geregeld, welke schorsing op 14 januari 2022 was doorgevoerd. De kantonrechter oordeelde dat de boete terecht was opgelegd, omdat het voertuig op de datum van de overtreding onverzekerd was en niet geschorst bij de RDW. Echter, de kantonrechter erkende dat betrokkene voldoende aannemelijk had gemaakt dat hij actie had ondernomen en dat het voertuig niet op de openbare weg was geweest. Daarom besloot de kantonrechter de boete te matigen tot € 100,00. De beslissing van de officier van justitie werd gewijzigd, en het beroep werd gedeeltelijk gegrond verklaard. Betrokkene kreeg ook het bedrag dat hij te veel als zekerheidstelling had betaald terugbetaald. De uitspraak werd gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.