ECLI:NL:RBNHO:2023:14052

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
1 september 2023
Publicatiedatum
23 februari 2024
Zaaknummer
10619084 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde boete voor parkeren op gehandicaptenparkeerplaats

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 1 september 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie betrof een boete voor het parkeren op een gehandicaptenparkeerplaats zonder het daarvoor bestemde voertuig. Betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde, beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 1 september 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, terwijl betrokkene zelf niet verscheen.

Betrokkene betwist de opgelegde boete en voert aan dat de parkeerplaats op het moment van parkeren, op 20 februari 2022, niet als gehandicaptenparkeerplaats gold. Hij verwijst naar een kenteken met tijdsaanduiding en stelt dat binnen de aangegeven uren ook anderen op deze plaats mogen parkeren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de uitleg van het gebruik van de parkeerplaats onduidelijk is, wat leidt tot verschillende interpretaties van het woord "anderen". Hierdoor heeft de kantonrechter geoordeeld dat betrokkene het voordeel van de twijfel moet krijgen.

De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de gedraging niet vaststaat en dat de boete ten onrechte is opgelegd. Het beroep is gegrond verklaard, en de beschikking waarbij de boete is opgelegd, evenals de beslissing van de officier van justitie, zijn vernietigd. De kantonrechter heeft bepaald dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan hem terugbetaalt. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10619084 \ WM VERZ 23-509
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 1 september 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 1 september 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: parkeren op gehandicaptenparkeerplaats anders dan met het voor die gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats bestemde voertuig.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd. Betrokkene ontkent dat de gedraging naar aanleiding waarvan de boete is opgelegd, is verricht en voert aan dat het een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats op kenteken met tijdsaanduiding betreft. Op de dag en het tijdstip dat ik daar stond geparkeerd -zondag 20 februari 2022 te 15:16 uur- is het geen gehandicaptenparkeerplaats, aldus betrokkene.
De uitleg van het gebruik van een parkeerplaats in onderhavige situatie is te vinden op de website van Rijksoverheid en luidt:
“Gehandicaptenparkeerplaats op kenteken met tijdsaanduiding (…) Onder het bord met kenteken hangt een wit bord met dagen en tijden. Binnen deze uren mag alleen u hier parkeren. Op andere uren mogen ook anderen op deze plaats parkeren.”
De kantonrechter is van oordeel dat er sprake is van een onduidelijke situatie omdat het woord “anderen” verschillend is te interpreteren. Betrokkene dient daarom het voordeel van de twijfel te krijgen. Nu de gedraging niet vaststaat, is de boete ten onrechte opgelegd. Het beroep is daarom gegrond. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van officier van justitie zullen worden vernietigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de
boete is opgelegd;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: