ECLI:NL:RBNHO:2023:14048

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 augustus 2023
Publicatiedatum
23 februari 2024
Zaaknummer
10594762 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde boete voor parkeren zonder vergunning op vergunninghoudersplaats

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 25 augustus 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene voor het parkeren op een parkeerplaats voor vergunninghouders zonder de vereiste vergunning. De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft tijdens de zitting gesteld dat de gedraging niet vaststaat en dat de boete ten onrechte is opgelegd. Betrokkene heeft aangevoerd dat het voertuig niet op een vergunninghoudersplaats stond, maar enkele meters verderop, waar het bord voor vergunninghouders zich bevond. De kantonrechter heeft de argumenten van betrokkene en de vertegenwoordiger van de officier van justitie overwogen en heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is. De beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete was opgelegd, zijn vernietigd. Daarnaast is betrokkene een vergoeding voor reiskosten toegekend, omdat hij in het gelijk is gesteld. De kantonrechter heeft bepaald dat de officier van justitie het betaalde bedrag aan zekerheidstelling aan betrokkene moet terugbetalen en dat de reiskosten van € 11,80 vergoed moeten worden. De uitspraak is gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10594762 \ WM VERZ 23-488
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 25 augustus 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]
[gemachtigde]

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 25 augustus 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. De gemachtigde van betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: parkeren op parkeerplaats vergunninghouders (Bord E9) zonder vergunning voor dat voertuig.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft aangevoerd dat de plaats waar het voertuig van betrokkene stond geparkeerd geen parkeerplaats voor vergunninghouders is. Het bord (zone) staat namelijk een paar meter verderop. Betrokkene heeft een foto van de situatie ter plaatse overgelegd.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft zich op de zitting – naar aanleiding van het mondelinge verweer van betrokkene en de overgelegde foto’s – op het standpunt gesteld dat de gedraging niet vaststaat en ten onrechte een boete is opgelegd. De kantonrechter volgt de vertegenwoordiger van de officier van justitie en bepaalt daarom dat het beroep gegrond is en de beslissing van officier van justitie en de beschikking waarbij de boete is opgelegd zullen worden vernietigd.
Het verzoek om een vergoeding voor de reiskosten die de betrokkene heeft gemaakt voor het bijwonen van de zitting van de kantonrechter, wordt toegewezen omdat betrokkene gelijk krijgt. In dit geval wordt een tarief vergoed waarvan de hoogte gelijk is aan de reiskosten per openbaar middel van vervoer, laagste klasse. Dit is € 11,80, zijnde de kosten van een retour van Hoorn naar Alkmaar.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de
boete is opgelegd;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt;
‒ veroordeelt de officier van justitie tot het vergoeden van reiskosten van betrokkene tot een bedrag van € 11,80.
‒ bepaalt dat voormeld bedrag aan betrokkene zal worden uitbetaald door het Centraal Justitieel Incassobureau te Leeuwarden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: