ECLI:NL:RBNHO:2023:14046

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 augustus 2023
Publicatiedatum
23 februari 2024
Zaaknummer
10594753 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens parkeren zonder vergunning

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 25 augustus 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene voor het parkeren op een vergunninghoudersplaats zonder de vereiste vergunning. Betrokkene had eerder beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. De kantonrechter heeft de zaak behandeld op een zitting waar de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar betrokkene zelf niet.

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, betrof het parkeren op een parkeerplaats voor vergunninghouders, aangeduid met bord E9, zonder dat betrokkene een vergunning voor het voertuig had. Betrokkene voerde aan dat er sinds februari 2023 slechts zes parkeerplaatsen voor betaald parkeren beschikbaar waren, terwijl voor die tijd de gehele waterzijde voor betaald parkeren was. Deze wijziging zou pas eind maart 2023 via borden zijn gecommuniceerd.

De vertegenwoordiger van de officier van justitie handhaafde de beslissing en stelde dat het bord E9 al geruime tijd ter plaatse stond, wat door Google Streetview kon worden bevestigd. De kantonrechter oordeelde dat uit het dossier, met name de verklaring van de verbalisant en ondersteunende foto’s, voldoende bewijs was dat de gedraging had plaatsgevonden. Betrokkene had de vergunning achter de voorruit moeten plaatsen, en het niet op de hoogte zijn van dit vereiste kwam voor haar rekening. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat de opgelegde boete gehandhaafd blijft.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10594753 \ WM VERZ 23-486
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 25 augustus 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 25 augustus 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: parkeren op parkeerplaats vergunninghouders (bord E9) zonder vergunning voor dat voertuig.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft aangevoerd dat er sinds februari 2023 maar zes parkeerplaatsen zijn voor betaald parkeren, terwijl het voor februari 2023 aan de gehele waterzijde voor alle parkeerplaatsen betaald parkeren was. Deze gewijzigde situatie is pas eind maart 2023 door middel van borden kenbaar gemaakt, aldus betrokkene.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren. Aanvullend stelt de vertegenwoordiger van de officier van justitie dat haar uit het raadplegen van GoogleStreetview is gebleken dat het bord E9 al een paar jaar ter plaatse staat. In combinatie met de verklaring van de verbalisant bestaat er geen reden tot twijfel.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de verklaring van de verbalisant, ondersteund met foto’s – voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Betrokkene had een vergunning achter de voorruit moeten plaatsen. Dat zij dit niet heeft gedaan of van dit vereiste niet op de hoogte was komt voor haar rekening en risico. Dat betrokkene een bord over het hoofd heeft gezien geeft geen aanleiding om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: