Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
“vergeten.”
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 25 augustus 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan de betrokkene wegens het niet dragen van een autogordel. De betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar de betrokkene zelf was niet verschenen.
De gedraging waarvoor de boete was opgelegd, betrof het niet gebruiken van een autogordel als bestuurder of passagier. De betrokkene betwistte de boete door te stellen dat hij wel de gordel droeg. De vertegenwoordiger van de officier van justitie handhaafde echter de beslissing en verzocht de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren. De kantonrechter overwoog dat in WAHV-zaken de verklaring van een verbalisant in beginsel voldoende is voor de vaststelling van de gedraging, tenzij de betrokkene specifieke feiten aanvoert die aanleiding geven tot twijfel.
De kantonrechter concludeerde dat de verklaring van de verbalisant, die aangaf dat de gordel ongebruikt langs de deurstijl hing, voldoende bewijs bood voor de gedraging. De betrokkene had tijdens de staandehouding deze verklaring niet ontkend, en zijn latere ontkenning werd als onvoldoende beschouwd om aan de verklaring van de verbalisant te twijfelen. De kantonrechter oordeelde dat de boete terecht was opgelegd en zag geen reden om deze te matigen. Het beroep werd ongegrond verklaard, en de uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter.