ECLI:NL:RBNHO:2023:14042

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 augustus 2023
Publicatiedatum
23 februari 2024
Zaaknummer
10594652 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennelijke verschrijving in huurcontract leidt tot vernietiging boete

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 25 augustus 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan de kentekenhouder voor het rijden 13 km per uur te hard binnen de bebouwde kom. De betrokkene, die niet op de zitting aanwezig was, had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De vertegenwoordiger van de officier van justitie was wel aanwezig en heeft de zaak toegelicht.

De kern van het geschil betrof de vraag of de boete terecht was opgelegd, gezien het feit dat de betrokkene aanvoerde dat het voertuig ten tijde van de gedraging was verhuurd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een kennelijke verschrijving in het huurcontract was, waarbij het kenteken op het huurcontract niet overeenkwam met het kenteken waarvoor de boete was opgelegd. De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft aangetoond dat het voertuig met het kenteken dat op het huurcontract stond, niet het voertuig was dat de overtreding had begaan.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de redenering van de officier van justitie juist was en dat er voldoende bewijs was dat de huurovereenkomst bedrijfsmatig was aangegaan. Gezien deze omstandigheden heeft de kantonrechter het beroep gegrond verklaard en de aan de kentekenhouder opgelegde inleidende beschikking vernietigd. Tevens is bepaald dat de officier van justitie het bedrag dat als zekerheidstelling was betaald, aan de betrokkene moet terugbetalen. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, en de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10594652 \ WM VERZ 23-479
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 25 augustus 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 25 augustus 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 13 km per uur harder rijden dan mag binnen de bebouwde kom.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft aangevoerd dat het voertuig ten tijde van de gedraging was verhuurd. Er is een kopie van de huurovereenkomst overgelegd.
Op de overgelegde huurovereenkomst staat echter als kenteken [kenteken] vermeld, terwijl de boete is opgelegd voor het voertuig met kenteken: [kenteken].
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting het kentekenregister geraadpleegd en heeft vastgesteld dat het voertuig met kenteken [kenteken] een geheel ander voertuig betreft dan het op het huurcontract omschreven voertuig. De omschrijving van het voertuig in het huurcontract komt wel overeen met het voertuig met kenteken [kenteken], waarvoor de boete is opgelegd.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie meent dat er sprake is geweest van een kennelijke verschrijving door de verhuurder en dat voldoende kan worden vastgesteld dat ten aanzien van het voertuig met kenteken N-788-VB sprake is van een bedrijfsmatig aangegane huurovereenkomst. Uit de door betrokkene overgelegde huurovereenkomst blijkt dat het voertuig ten tijde van de gedraging is verhuurd voor een periode van ten hoogste 3 maanden, zodat de uitzondering in artikel 8 WAHV opgaat. Daarom wordt verzocht het beroep gegrond te verklaren.
De kantonrechter is van oordeel dat er inderdaad sprake is van een kennelijke verschrijving in het huurcontract en is het eens met de door de vertegenwoordiger van de officier van justitie gevolgde redenering. Het beroep is dan ook gegrond. De aan de kentekenhouder opgelegde inleidende beschikking wordt daarom vernietigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de
boete is opgelegd;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: