Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 23 juni 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van het vasthouden van een mobiele telefoon tijdens het rijden. Betrokkene had eerder beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 23 juni 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen. De vertegenwoordiger heeft verzocht om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren, wat de kantonrechter heeft overwogen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat betrokkene niet tijdig zekerheid heeft gesteld voor de betaling van de opgelegde sanctie, zoals vereist door de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). Betrokkene had aangevoerd dat hij niet in staat was om zekerheid te stellen, maar is niet verschenen om zijn financiële situatie te bespreken. De kantonrechter heeft besloten om de zekerheid te verlagen tot nihil, zodat de inhoud van de zaak kon worden behandeld.
De kantonrechter heeft vervolgens vastgesteld dat het beroep niet tijdig was ingesteld, aangezien de beroepstermijn op 23 november 2021 was verstreken en het beroepschrift pas op 18 november 2022 was ingediend. Betrokkene heeft geen redenen aangevoerd voor deze termijnoverschrijding. Daarom heeft de kantonrechter het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak houdt in dat de kantonrechter de zekerheid tot nihil heeft verlaagd en het beroep niet-ontvankelijk heeft verklaard. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.