ECLI:NL:RBNHO:2023:14004

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
11 oktober 2023
Publicatiedatum
14 februari 2024
Zaaknummer
10663251 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijke gegrondverklaring van beroep tegen administratieve sanctie wegens verkeersovertreding met wijziging van feitcode en boetebedrag

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 11 oktober 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene had een boete ontvangen voor het rijden van 30 km per uur harder dan toegestaan op een autosnelweg buiten de bebouwde kom. De betrokkene heeft hiertegen beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 4 oktober 2023 is de zaak behandeld, waarbij zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als de gemachtigde van de betrokkene aanwezig waren. De gemachtigde voerde aan dat er een onjuiste correctie op de gemeten snelheid was toegepast. De vertegenwoordiger van de officier van justitie erkende deze fout en verzocht de kantonrechter om de feitcode en het boetebedrag te wijzigen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de correctie op de gemeten snelheid inderdaad onjuist was en dat de boete op basis van de gecorrigeerde snelheid van 128 km per uur had moeten worden opgelegd. De kantonrechter verklaarde het beroep gedeeltelijk gegrond, vernietigde de beslissing van de officier van justitie voor wat betreft de omschrijving van de gedraging, de feitcode en het boetebedrag, en wijzigde de inleidende beschikking. Tevens werd een proceskostenvergoeding toegewezen aan de betrokkene, die in totaal € 1.284,75 bedraagt. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, en de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10663251 \ WM VERZ 23-569
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 11 oktober 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : Verkeersboete.nl (A. Khadri)

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 4 oktober 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 30 km per uur harder rijden dan mag op een autosnelweg buiten de bebouwde kom (verkeersbord A).
Betrokkene is het niet eens met de opgelegde boete en door gemachtigde van betrokkene is namens betrokkene aangevoerd dat er een onjuiste correctie op de gemeten snelheid toegepast.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de er inderdaad een onjuiste correctie op de gemeten snelheid is toegepast en verzoekt de kantonrechter om de feitcode en het boetebedrag te wijzigen.
De gemachtigde van betrokkene merkt terecht op dat er een foutieve correctie is geweest op de gemeten snelheid op basis van de kalibratietabel. De snelheid volgens de kalibratietabel had 132 moeten zijn in plaats van de 135 die de verbalisant heeft vermeld. Dit betekent dat aan betrokkene een boete opgelegd had moeten worden voor een werkelijk gecorrigeerde snelheid van 128 kilometer per uur. De kantonrechter zal de feitcode, het boetebedrag en de inleidende beschikking wijzigen. Het beroep is dan ook gedeeltelijk gegrond.
Het verzoek om een proceskostenvergoeding wordt toegewezen, omdat betrokkene deels gelijk krijgt. Met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht zullen die kosten worden vastgesteld op een bedrag van in totaal € 1.284,75. Daarbij is voor de procedure bij de officier van justitie een proceskostenvergoeding bepaald van € 447,75 (1,5 punten voor het beroepschrift en de hoorzitting, wegingsfactor 0,5, waarde per punt € 597,00) en voor de procedure bij de kantonrechter een proceskostenvergoeding van € 837,00 (2 punten voor het beroepschrift en de zitting, wegingsfactor 0,5, waarde per punt € 837,00).

De uitspraak

De kantonrechter:
 verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
 vernietigt de beslissing van de officier van justitie, voor zover deze betrekking heeft op de omschrijving van de gedraging, de feitcode en het boetebedrag in de inleidende beschikking;
 wijzigt de inleidende beschikking in die zin dat als omschrijving van de gedraging luidt ’28 km per uur harder rijden dan mag op een autosnelweg buiten de bebouwde kom (verkeersbord A1)’ en als feitcode ‘VM28';
 wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt vastgesteld op een bedrag van € 277,00 (met handhaving van de administratiekosten);
 bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene teveel aan zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt;
 verklaart het beroep voor het overige ongegrond.
 veroordeelt de officier van justitie tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene tot een bedrag van 1.284,75 en wijst de Staat der Nederlanden aan als rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden;
 bepaalt dat voormeld bedrag aan de gemachtigde van betrokkene zal worden uitbetaald door het Centraal Justitieel Incassobureau te Leeuwarden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: