ECLI:NL:RBNHO:2023:13999

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 oktober 2023
Publicatiedatum
14 februari 2024
Zaaknummer
10672687 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde boete voor parkeren op gehandicaptenparkeerplaats zonder geldige vergunning

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 4 oktober 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene voor het parkeren op een gehandicaptenparkeerplaats zonder een duidelijk zichtbare geldige gehandicaptenparkeerkaart. Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 4 oktober 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en de vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft aangegeven de beslissing niet te handhaven en verzocht om het beroep gegrond te verklaren. De kantonrechter heeft dit verzoek gevolgd.

De gedraging waarvoor de boete was opgelegd vond plaats op zondag 27 februari om 14:58 uur. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de parkeerplaats op dat moment niet gereserveerd was voor gehandicapten, aangezien deze alleen op maandag t/m vrijdag van 9:00 uur tot 17:30 uur en op zaterdag van 10:00 uur tot 14:00 uur gereserveerd is. Hierdoor was de boete onterecht opgelegd. De kantonrechter heeft de beslissing van de officier van justitie en de beschikking tot het opleggen van de boete vernietigd en bepaald dat het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan hem wordt terugbetaald.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10672687 \ WM VERZ 23-574
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 4 oktober 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 4 oktober 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: parkeren op gehandicaptenparkeerplaats zonder duidelijk zichtbare geldige gehand.parkeerkaart.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft aangevoerd dat op de dag en het tijdstip dat betrokkene er geparkeerd heeft de betreffende parkeerplaats geen gehandicaptenparkeerplaats is. Daarnaast heeft betrokkene een vergunning. Op een zondag mag er geparkeerd worden.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt niet te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep gegrond te verklaren.
De kantonrechter volgt het voorstel van de officier van justitie en verklaart het beroep gegrond. Uit de stukken in het dossier blijkt dat de gedraging is begaan op zondag 27 februari om 14:58 uur. Op maandag t/m vrijdag van 9:00 uur - 17:30 uur en op zaterdag van 10:00 uur - 14:00 uur is deze parkeerplaats gereserveerd voor een gehandicaptenvoertuig. Op de overige dagen en tijdstippen is dit niet een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats, zodat de boete niet had mogen worden opgelegd. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van officier van justitie zullen worden vernietigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de
boete is opgelegd;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: