ECLI:NL:RBNHO:2023:13993

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 oktober 2023
Publicatiedatum
14 februari 2024
Zaaknummer
10653421 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens door rood licht rijden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 4 oktober 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene wegens het negeren van een rood verkeerslicht. Betrokkene had eerder beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene de zaak voorgelegd aan de kantonrechter. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen.

De gedraging die aan de boete ten grondslag ligt, betreft het doorrijden bij een driekleurig verkeerslicht dat op rood stond. Betrokkene betwistte de boete en stelde dat het verkeerslicht nog op oranje stond op het moment dat hij het passeerde. De vertegenwoordiger van de officier van justitie handhaafde echter de beslissing en verzocht de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren.

De kantonrechter overwoog dat de door betrokkene aangevoerde omstandigheden niet voldoende waren om de boete te vernietigen of te matigen. Uit de verklaring van de verbalisant en de bijgevoegde foto’s bleek dat het verkeerslicht al 0,8 seconden op rood stond. De kantonrechter benadrukte dat het de verantwoordelijkheid van de bestuurder is om correct te anticiperen op verkeerslichten. De boete werd daarom als terecht opgelegd beschouwd, en het beroep werd ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10653421 \ WM VERZ 23-560
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 4 oktober 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 4 oktober 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: doorgaan bij een driekleurig verkeerslicht (stoplicht) dat op rood staat.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft aangevoerd dat het verkeerslicht nog op oranje stond. Betrokkene reed niet hard en ging ervan uit dat hij door oranje licht reed.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
De door betrokkene aangevoerde omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden geven de kantonrechter geen aanleiding de boete te vernietigen dan wel te matigen. Uit de verklaring van de verbalisant en de foto’s blijkt dat het licht inmiddels 0,8 seconden op rood stond. Ook als een bestuurder een stopstreep voorbijrijdt, en het verkeerslicht zich op enige afstand van die streep bevindt, kan worden gezegd, dat de bestuurder “door rood licht rijdt”, wanneer hij het verkeerslicht voorbijrijdt als het inmiddels rood licht geeft. [1] Het is aan betrokkene, als bestuurder, om op de juiste wijze te anticiperen wanneer hij een verkeerslicht nadert. Voor zover betrokkene stelt dat hij niet tijdig heeft kunnen stoppen voor het verkeerslicht, is dat een omstandigheid die voor rekening en risico van betrokkene komt. De boete is dus terecht opgelegd. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending:

Voetnoten

1.Vgl. gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 13 november 2002, gepubliceerd op