ECLI:NL:RBNHO:2023:13935

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 juli 2023
Publicatiedatum
30 januari 2024
Zaaknummer
10391957 \ WM VERZ 23-447
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde boete voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 17 juli 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene had een boete ontvangen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden. De procedure begon toen de betrokkene in beroep ging tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De zaak werd behandeld op de zitting van 3 mei 2023, maar werd aangehouden vanwege verwarring over de voorletters van de betrokkene en haar broer, die ook aanwezig was. De zaak werd opnieuw behandeld op 17 juli 2023, waar de vertegenwoordiger van de officier van justitie de beslissing handhaafde en de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.

De kantonrechter heeft de gedraging vastgesteld op basis van gegevens die door de verbalisant zijn verzameld, waaronder beelden van een camerasysteem. De betrokkene voerde aan dat zij geen telefoon in haar hand had, maar een cakeje, en verwees naar een trend op TikTok. De kantonrechter oordeelde echter dat de beschikbare gegevens voldoende bewijs boden voor de gedraging. De foto’s in het dossier toonden aan dat de betrokkene tijdens het rijden een voorwerp vasthield dat leek op een mobiel elektronisch apparaat. De kantonrechter concludeerde dat er geen reden was om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant en dat de boete terecht was opgelegd. Het beroep werd ongegrond verklaard.

De uitspraak werd gedaan door mr. M.P.E. Oomens, kantonrechter, en de griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt. De procedure voor hoger beroep is in beginsel schriftelijk, tenzij anders verzocht.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 10391957 \ WM VERZ 23-447
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 17 juli 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
naam : [betrokkkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats] (hierna te noemen: betrokkene)

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 3 mei 2023. De behandeling van de zaak is aangehouden omdat de broer van betrokkene dezelfde voorletters heeft en ook ter zitting was verschenen. De zaak is opnieuw behandeld op de zitting van 17 juli 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is eveneens verschenen.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift kort samengevat aangevoerd dat zij geen telefoon in haar hand had maar een cakeje. Ter zitting heeft betrokkene nog toegelicht dat telefoon van cake een trend op Tiktok was.
Dat de gedraging is verricht, moet voldoende blijken uit de beschikbare gegevens. Of van de juistheid van deze gegevens kan worden uitgegaan, is ervan afhankelijk of de betrokkene argumenten heeft aangevoerd die leiden tot twijfel aan de juistheid van (delen van) die gegevens dan wel het dossier daar aanleiding toe geeft.
De gegevens waarop de ambtenaar zich bij de oplegging van de sanctie heeft gebaseerd zijn opgenomen in het zaakoverzicht. Dit zaakoverzicht bevat de informatie die in de inleidende beschikking is vermeld en daarnaast onder meer de volgende verklaring:
“Ik, verbalisant, zag met een camerasysteem op basis van twee beelden met een tussentijd van 0,125 seconden dat de bestuurder van het voertuig tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat dat gebruikt kan worden voor communicatie of informatieverwerking vasthield. Ik heb daarbij duidelijk en onbelemmerd in het voertuig kunnen kijken. (…)”
In het dossier bevinden zich verder foto’s van de gedraging. Op deze foto’s is het voertuig van de betrokkene te zien. Op de ingezoomde foto is te zien dat de betrokkene met haar rechterhand een rechthoekig voorwerp vast houdt, die licht is van kleur. De betrokkene zit enigszins naar rechts gedraaid op de bestuurdersstoel en haar ogen zijn gericht op het voorwerp in haar rechterhand.
Gelet op de foto’s in het dossier ziet de kantonrechter geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de ambtenaar dat hij heeft gezien dat de betrokkene tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthield. Betrokkene heeft onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd die aanleiding geven om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.P.E. Oomens, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: