Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
- de bekennende verklaring van de verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting van 16 november 2023;
- het proces-verbaal onderzoek plaats verkeersongeval van 26 september 2022, p. 10-35;
- het proces-verbaal van verhoor getuige [naam] van 18 juli 2022, p. 50-51;
- het proces-verbaal van verhoor slachtoffer [slachtoffer] van 1 oktober 2021, p. 52-53;
- een schriftelijk bescheid (p. 73-118), inhoudende een ander geschrift (een afdruk van het patiëntendossier van [slachtoffer] van het UMC Utrecht over de periode van 4 september 2021 tot en met 16 februari 2022) als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef, onder 5°, Sv;
- het proces-verbaal rijden onder invloed van 5 januari 2022, p. 37-40;
- een schriftelijk bescheid (p. 125-128), inhoudende een deskundigenverslag (een rapport alcohol en drugs in het verkeer van Labor Mönchengladbach van 30 september 2021), als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef, onder 4°, Sv.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Toepasselijke wettelijke voorschriften
8.Beslissing
3 (drie) maanden, met bevel dat deze straf
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte voor het einde van de op
2 (twee) jarenbepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
240 (tweehonderdveertig) urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagenhechtenis.
2 (twee) jaren.