Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
,
,
1.De procedure
25 oktober 2023, in aanwezigheid van de moeder, bijgestaan door mr. Schurink-Smit voornoemd, en de vader.
2.De feiten
welk huwelijk op [datum] is ontbonden door inschrijving in de registers van de burgerlijke stand van de echtscheidingsbeschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 11 november 2020.
De hoofdverblijfplaats van de kinderen is bij de moeder.
Zolang partijen beiden op het AZC te [plaats] verblijven, geldt de navolgende regeling.De kinderen zullen op de volgende tijden bij de vader verblijven:
Maandag uit school tot 18.00 uur;
Woensdag uit school tot 18.00 uur;
Vrijdag uit school tot 18.00 uur;
Van zaterdag 18.00 uur tot zondag 18.00 uur.
Zodra partijen ieder een eigen woning hebben betrokken, zal door partijen in onderling overleg een regeling worden getroffen waarbij beide ouders de kinderen regelmatig zien.
3.Het geschil
- de vader te veroordelen de zorgregeling na te komen zoals is opgenomen in de beschikking van deze rechtbank van 14 april 2023, waarbij hij expliciet gehouden is de kinderen om het weekend bij zich te hebben;
- een en ander op straffe van een dwangsom van € 250 voor iedere keer c.q. iedere dag dat hij in strijd handelt met de geldende omgangsregeling, inclusief de vastgestelde vakanties, met een maximum van € 15.000.
Bij beschikking van 14 april 2023 heeft de rechtbank een zorgregeling vastgesteld.
De moeder had gehoopt dat deze beschikking ertoe zou leiden dat de kinderen hun vader op structurele basis zouden zien en dat er rust en duidelijkheid zou komen in de omgang.
Dat is niet het geval, want de vader komt de beschikking niet na. Hij weigert de kinderen conform de vastgestelde regeling - om het weekend - te ontvangen. In de periode van april tot juli hebben de kinderen slechts drie of vier keer bij hem verbleven, alleen van zaterdagavond tot zondagavond en soms zelfs korter dan dat.
De vader heeft tegen haar gezegd dat hij zelf bepaalt òf en wanneer de kinderen in het weekend bij hem komen, maar dat dit niet om de week hoeft.
Wanneer de vader de kinderen wel wil zien, vraagt hij haar de kinderen af te zetten bij het station, terwijl de rechtbank juist heeft beslist dat de vader het halen en brengen dient te verzorgen. Ook zijn de kinderen in de zomervakantie maar één dag bij hem geweest, in plaats van de vastgestelde drie weken - tot grote teleurstelling van de kinderen.
Sinds het nieuwe schooljaar is begonnen, hebben de kinderen de vader slechts één keer gezien, op een zondag van 12.00 tot 18.00 uur.
Naar de mening van de moeder moet de vader de vastgestelde zorgregeling nakomen,
zeker nu de kinderen dit graag willen. Die vragen regelmatig naar hun vader en willen hem graag zien, en niet alleen af en toe via de telefoon spreken.
De moeder acht van belang dat de vader zijn verantwoordelijkheid neemt en ruimte in zijn leven maakt om regelmatig omgang met de kinderen te hebben. Ondanks herhaalde verzoeken van haar, blijft hij zonder gegronde reden de regeling niet nakomen. Hij moet dan ook worden veroordeeld tot betaling van een dwangsom voor elke keer dat hij die niet nakomt. Zij heeft daar een spoedeisend belang bij, omdat de kinderen op korte termijn duidelijkheid moeten krijgen over de omgang met hun vader. Ze is bang dat situatie langer zo blijft voortduren, als niet op korte termijn wordt ingegrepen. De vrees bestaat dat bij de kinderen weerstand zal ontstaan om naar hun vader te gaan.
Daarnaast is de situatie voor de moeder onwerkbaar, omdat zij de weekenden niet kan inplannen.
Verder is hij betrokken bij het leven van de kinderen en wil dat ook blijven. Zo is hij (telefonisch) altijd voor de kinderen bereikbaar wanneer die hem nodig hebben.
De vader is productiemedewerker. Zijn werkrooster wordt pas een week van tevoren bekendgemaakt. In de zomervakantie is het vanwege zijn werk niet gelukt de kinderen drie weken bij zich te hebben. De reden daarvoor is dat hij graag aan zijn financiële verplichtingen jegens hen wil voldoen en daarom prioriteit moet geven aan werken. Daarnaast heeft hij ook schulden aan de Belastingdienst en de gemeente die hij moet aflossen.
Hij kan wel verlof opnemen, maar alleen onbetaald, omdat hij een nul-urencontract heeft.
4.De beoordeling
De voorzieningenrechter begrijpt het verweer van de vader zo, dat hij zich op het standpunt stelt dat hij de vastgestelde zorgregeling niet kan nakomen doordat hij een nul-urencontract heeft en niet zomaar vrij kan nemen.
Dit verweer heeft de vader onvoldoende onderbouwd. Zo is gesteld noch gebleken dat hij met zijn werkgever in overleg is gegaan om afspraken te maken over zijn werkrooster en dat zo in te richten, dat het mogelijk is dat hij twee weekenden per maand en drie weken in de zomervakantie doorbrengt met zijn kinderen. De vader heeft gesteld dat het financieel niet haalbaar is om vrij te nemen, maar die stelling op geen enkele wijze onderbouwd.
Aan het verweer dat hij de zorgregeling niet kan nakomen omdat hij geen vrij kan regelen van zijn werk, moet dan ook voorbij worden gegaan.
De slotsom is dat de vader de zorgregeling moet nakomen zoals die in de beschikking staat vermeld.
Voor de kinderen - en de moeder, die nu vrijwel alleen de zorg voor hen alle drie heeft -
is immers van belang dat zij weten waar ze aan toe zijn en ervan op aan kunnen dat de vader hen op afgesproken dagen en tijdstippen komt ophalen en niet alleen wanneer het hem uitkomt, zoals nu het geval lijkt te zijn. Dat is niet in het belang van de ontwikkeling en het welzijn van de kinderen.
De dwangsom zal worden beperkt en gemaximeerd als na te noemen.