ECLI:NL:RBNHO:2023:13838
Rechtbank Noord-Holland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot wraking van de rechter in een bewindzaak
In deze zaak heeft verzoeker op 28 maart 2023 een verzoek tot wraking ingediend tegen mr. A.E. Merkus, de rechter in een aanhangige bewindzaak. Verzoeker, die in 2013 onder bewind is gesteld, heeft een klacht ingediend over het gevoerde bewind door de bewindvoerder. De mondelinge behandeling van deze klacht vond plaats op 22 maart 2023, waarbij verzoeker niet aanwezig was. Tijdens de behandeling heeft de rechter opmerkingen gemaakt die verzoeker als onterecht en vernederend heeft ervaren, wat leidde tot zijn verzoek tot wraking. De wrakingskamer heeft op 17 april 2023 het verzoek behandeld en geconcludeerd dat er geen grond is voor wraking. De wrakingskamer oordeelde dat er geen sprake was van vooringenomenheid of de schijn van partijdigheid. De rechter heeft haar standpunt toegelicht en aangegeven dat haar opmerkingen bedoeld waren om verzoeker te betrekken bij het gesprek. De wrakingskamer heeft de afwijzing van het verzoek tot wraking bevestigd en de procedure in de hoofdzaak voortgezet.