ECLI:NL:RBNHO:2023:13781

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
28 december 2023
Publicatiedatum
11 januari 2024
Zaaknummer
23/010264
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Rekestprocedure
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beklag na beslag op sloep en buitenboordmotor; beoordeling van het belang van strafvordering en teruggave

Op 28 december 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, uitspraak gedaan in een beklagprocedure naar aanleiding van de inbeslagneming van een sloep en een buitenboordmotor. De klager, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. R.J. Wortelboer, had op 21 april 2023 een klaagschrift ingediend na de inbeslagneming van zijn sloep op 6 april 2023. De sloep was in beslag genomen omdat deze zonder WIN-nummer, motorserienummer en CE-keurmerk was aangetroffen, waardoor identificatie niet mogelijk was. De rechtbank heeft de zaak op 21 juni 2023 behandeld, maar het onderzoek werd geschorst voor aanvullende informatie van de officier van justitie.

Tijdens de behandeling op 28 december 2023 heeft de rechtbank de klager, zijn advocaat en de officier van justitie gehoord. De raadsman betoogde dat het ontbreken van het WIN-nummer niet automatisch leidt tot onttrekking aan het verkeer van de sloep, en dat er geen bewijs was van misdrijf. De officier van justitie gaf aan zich niet langer te verzetten tegen de teruggave van de sloep, maar wel tegen de buitenboordmotor, omdat er een redelijk vermoeden van schuld aan heling bestond.

De rechtbank oordeelde dat het belang van strafvordering zich niet langer verzette tegen de teruggave van de sloep, en verklaarde het beklag ten aanzien van de sloep gegrond. De rechtbank benadrukte dat de klager de registratie van de sloep op orde moet hebben voordat deze in gebruik wordt genomen. Voor de buitenboordmotor daarentegen, bleef er een strafvorderlijk belang bestaan, en werd het beklag ongegrond verklaard. De beslissing werd openbaar uitgesproken door mr. L.J. Saarloos, rechter, in aanwezigheid van mr. D. Koppe, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Alkmaar
raadkamernummer : 23/010264
datum : 28 december 2023
beslissing van de enkelvoudige raadkamer op het beklag op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:

[klager] ,

[geboortedatum] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[woonplaats] ,
woonplaats kiezend op het kantoor van mr. R.J. Wortelboer,
advocaat te Heerhugowaard, (Stationsplein 69, 1703 WE Heerhugowaard),
hierna te noemen: de klager, tevens beslagene.

Feiten

Uit de kennisgeving van inbeslagneming op grond van artikel 94 Sv blijkt dat op 6 april
2023 onder de klager een sloep (met [P] buitenboordmotor) merk [merk] , in beslag is genomen ten behoeve van waarheidsvinding.
Het vaartuig is in beslag genomen omdat het is aangetroffen zonder WIN-nummer,
motorserienummer en CE-keurmerk en het vaartuig daarom niet te identificeren zou zijn.

Procedure

Het klaagschrift is op 21 april 2023 ter griffie van deze rechtbank ontvangen.
De rechtbank heeft op 21 juni 2023 het klaagschrift in openbare raadkamer behandeld. Het onderzoek ter terechtzitting is destijds geschorst voor onbepaalde tijd. Naar aanleiding van een aantal vragen en opmerkingen van de advocaat van klager, heeft de rechtbank de officier van justitie opgedragen aanvullende informatie over de inbeslagname te verstrekken.
De rechtbank heeft op 28 december 2023 de behandeling van het klaagschrift in openbare raadkamer hervat.
De rechtbank heeft de klager, de advocaat, mr. R.J. Wortelboer, advocaat mr. K. Janssen, en de officier van justitie op zitting gehoord.

Beklag

Het beklag strekt tot teruggave van de inbeslaggenomen voorwerpen.
De raadsman van de klager, mr. R.J. Wortelboer, heeft aangevoerd dat uit het aanvullend proces-verbaal van bevindingen blijkt dat er op twee plekken in de sloep een WIN-nummer moet zitten. Op een reguliere plek en op een geheime plek. Uit onderzoek blijkt dat er geen WIN-nummer is aangetroffen. Er is ook geen schade aangetroffen die duidt op het opzettelijk verwijderen van het WIN-nummer. Uit de mailwisseling met Watersportbedrijf [W] blijkt dat het onmogelijk is het WIN-nummer te verwijderen zonder restschade achter te laten. De raadsman is daarom van mening dat niet gesteld kan worden dat de sloep van misdrijf afkomstig is.
Daarnaast heeft de raadsman aangevoerd dat de aangehaalde uitspraak door de officier van justitie met ECLI:NL:HR:2003: AL6178 niet van toepassing is op de huidige zaak. In die andere zaak stond vast dat er met een VIN-nummer was geknoeid. In de huidige zaak is dat nu juist niet gebleken. De klager heeft inmiddels zelf een WIN-nummer aangevraagd. Hij heeft eisen meegekregen waaraan moet worden voldaan voordat een WIN-nummer mag worden aangebracht.
De raadsman is ervan overtuigd dat er geen strafzaak tegen de klager zal volgen. Er bestaat geen vermoeden van schuld aan diefstal, dan wel heling. De klager heeft de sloep te goeder trouw aangeschaft, heeft er een reële prijs van € 23.000,- voor betaald en hij heeft inzicht gegeven over hoe die aankoop tot stand is gekomen.
Gelet op het voorgaande is de raadsman van mening dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat de rechter, later oordelend, de inbeslaggenomen sloep verbeurd zal verklaren of zal onttrekken aan het verkeer. De raadsman verzoekt het klaagschrift ten aanzien van de sloep gegrond te verklaren.
Ten aanzien van de buitenboordmotor heeft de raadsman aangevoerd dat daar wel een plaatje lijkt te zijn verwijderd en daardoor geen informatie over de herkomst van de buitenboordmotor beschikbaar is. De raadsman verzoekt primair het beklag ten aanzien van de buitenboordmotor gegrond te verklaren. Subsidiair verzoekt de raadsman de buitenboordmotor te bewaren ten behoeve van de rechthebbende.

Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie verzet zich niet langer tegen teruggave van de inbeslaggenomen sloep. De officier van justitie heeft aangevoerd dat uit onderzoek blijkt dat er geen WIN-nummer in de sloep is aangetroffen. De klager heeft inzicht gegeven over de aankoop van de sloep. Hieruit blijkt dat de aankoop van de sloep normaal is verlopen.
Desondanks is de officier van justitie van mening dat er een redelijk vermoeden van schuld aan heling bestond omdat de registratie van de sloep niet in orde was. Als er echter een strafzaak tegen de klager zal volgen, staat de waarde van de in beslag genomen sloep niet in verhouding met een bewezenverklaring van heling.
De officier van justitie verzet zich wel tegen teruggave van de inbeslaggenomen buitenboordmotor.

Beoordeling

De rechtbank is bevoegd.
Het beklag is schriftelijk gedaan en ingediend binnen de twee jaren na inbeslagneming. De klager is daarom ontvankelijk in het beklag.
Bij de beoordeling stelt de rechtbank voorop dat het onderzoek in raadkamer naar aanleiding van een beklag als bedoeld in artikel 552a Sv een summier karakter draagt. Dat betekent dat van de rechter niet kan worden gevergd ten gronde in de mogelijke uitkomst van een nog te voeren hoofdzaak te treden.
In geval van een beklag tegen een op grond van artikel 94 Sv gelegd beslag dient de rechtbank eerst te beoordelen of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert. Als het strafvorderlijk belang voortduring van het beslag vordert, wordt geen teruggave gelast. Het belang van strafvordering verzet zich tegen teruggave indien niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring of de onttrekking aan het verkeer van dat voorwerp zal bevelen.
Ten aanzien van de sloep
Op grond van het standpunt van de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat het belang van strafvordering zich niet langer verzet tegen opheffing van het beslag op de sloep.
De klager moet voorts redelijkerwijs als rechthebbende van de sloep worden beschouwd. Het klaagschrift wordt daarom ten aanzien van de sloep gegrond verklaard.
De rechtbank merkt op dat tijdens de behandeling van het klaagschrift is gebleken dat het ontbreken van het vereiste WIN-nummer niet zonder meer tot onttrekking aan het verkeer van de sloep hoeft te leiden. Het blijkt mogelijk te zijn om alsnog op reguliere wijze een WIN-nummer te laten aanbrengen. De rechtbank zal daarom de teruggave van de sloep gelasten, maar wijst de klager erop dat hij de registratie van de sloep op orde moet hebben voordat deze in gebruik wordt genomen.
Ten aanzien van de buitenboordmotor
Op grond van de stukken in het dossier en het verhandelde in raadkamer is de rechtbank van oordeel dat er nog wel steeds een strafvorderlijk belang bestaat bij het voortduren van het beslag op de buitenboordmotor. Er is sprake van een redelijk vermoeden van schuld aan heling. De rechtbank is daarom van oordeel dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring van de buitenboordmotor zal bevelen. Het klaagschrift wordt daarom ten aanzien van de buitenboordmotor ongegrond verklaard.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beklag ten aanzien van de sloep gegrond;
  • gelast de teruggave aan de klager van deze sloep;
  • verklaart het beklag ten aanzien van de buitenboordmotor ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door
mr. L.J. Saarloos, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. D. Koppe, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 28 december 2023.
Tegen de beslissing van deze rechtbank staat voor het Openbaar Ministerie beroep in cassatie bij de Hoge Raad open, in te stellen bij de griffie van deze rechtbank, binnen veertien (14) dagen na dagtekening van deze beslissing.