ECLI:NL:RBNHO:2023:13745

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
7 juli 2023
Publicatiedatum
10 januari 2024
Zaaknummer
AWB - 23 _ 3699
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongeldigverklaring rijbewijs door verzwijging van invordering door Armeense autoriteiten

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 7 juli 2023 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoeker wiens rijbewijs ongeldig was verklaard door de burgemeester van de gemeente Hoorn. De ongeldigverklaring was gebaseerd op het feit dat de verzoeker bij zijn aanvraag op 6 februari 2023 onjuiste informatie had verstrekt over de status van zijn rijbewijs. De burgemeester had vastgesteld dat het rijbewijs eerder was ingevorderd door de Armeense autoriteiten, maar de verzoeker had verklaard dat hij het rijbewijs was kwijtgeraakt. De verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen de ongeldigverklaring en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij afhankelijk is van zijn rijbewijs voor zijn werk in de logistieke dienstverlening en voor het vervoeren van zijn kinderen naar school.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De rechter oordeelde dat de burgemeester terecht had geconcludeerd dat de verzoeker onjuiste informatie had verstrekt en dat er geen ruimte was voor een belangenafweging, aangezien de wet dwingend voorschrijft dat een rijbewijs ongeldig moet worden verklaard als het is afgegeven op basis van onjuiste gegevens. De voorzieningenrechter benadrukte dat de verzoeker zelf verantwoordelijk was voor de onjuiste opgave en dat de gevolgen van de ongeldigverklaring voortvloeiden uit zijn eigen handelen. De rechter concludeerde dat er geen aanleiding was om het besluit van de burgemeester te schorsen en wees het verzoek af.

De uitspraak is gedaan door mr. A.R. ten Berge, in aanwezigheid van mr. J.H. Bosveld, griffier, en is openbaar uitgesproken op 7 juli 2023. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 23/3699

uitspraak van de voorzieningenrechter van 7 juli 2023 in de zaak tussen

[verzoeker] , uit [plaats] , verzoeker

(gemachtigde: mr. E. Akopova),
en

de burgemeester van de gemeente Hoorn

(gemachtigde: mr. A.G.C.B. van der Weijden).

Inleiding

Met het bestreden besluit van 9 mei 2023 heeft de burgemeester het aan verzoeker per 6 februari 2023 afgegeven rijbewijs ongeldig verklaard.
Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt en een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 30 juni 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen verzoeker, de gemachtigde van verzoeker en de gemachtigde van de burgemeester.

Totstandkoming van het besluit

1. Verzoeker heeft op 6 februari 2023 een rijbewijs aangevraagd, waarbij hij heeft aangegeven dat hij zijn vorige rijbewijs, afgegeven op 30 mei 2022 (met nummer eindigend op -215) was kwijtgeraakt (volgens zijn verklaring was het in het dashboard van de auto vast komen te zitten). Op 7 februari 2023 heeft de burgemeester daarom een nieuw rijbewijs afgegeven (met nummer eindigend op -944).
2. De RDW heeft de burgemeester bij brief van 17 maart 2023 bericht dat het rijbewijs van verzoeker (met nummer eindigend op -215) ontvangen is van de buitenlandse instantie uit Armenië, die het heeft ingenomen.
3. Op 25 april 2023 vraagt verzoeker weer een nieuw rijbewijs aan wegens vermissing. Volgens verzoekers verklaring zat het in het telefoonhoesje, maar was het opeens weg. Vervolgens is een onderzoek ingesteld, omdat het de derde vermissing in korte tijd was.
4. Het besluit van 9 mei 2023 om het rijbewijs (eindigend op nummer -944) ongeldig te verklaren berust op het standpunt dat verzoeker bij zijn aanvraag op 6 februari 2023 onjuiste gegevens heeft verstrekt. Verzoeker heeft verklaard dat hij zijn rijbewijs was kwijtgeraakt, maar gebleken is dat het door de Armeense politie is ingehouden.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

5. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
6. Verzoeker voert aan dat hij ondernemer is in de logistieke dienstverlening en daarom groot belang heeft bij de beschikking over zijn rijbewijs. Hij neemt ritten over van chauffeurs die wegens ziekte, vakantie of anderszins afwezig zijn en vervanging niet kan worden geregeld. Die situatie doet zich daadwerkelijk voor vanaf 29 juni 2023. Ter zitting is gebleken dat de betreffende chauffeur, voor wie verzoeker ritten moet overnemen wegens vakantie, zijn vakantie op verzoek van verzoeker twee weken heeft opgeschoven. Verzoeker heeft hierbij op zitting toegelicht dat daarna een conflict is ontstaan met de betrokken chauffeur als gevolg waarvan verzoeker een contract met een opdrachtgever is kwijtgeraakt. Verzoeker heeft verder als spoedeisend belang naar voren gebracht dat hij zijn kinderen naar school moet brengen, als zijn echtgenote in Frankrijk moet verblijven. De kinderen gaan nog naar school in de oude woonplaats van verzoeker, 13 kilometer verwijderd van zijn huidige woonplaats. De voorzieningenrechter ziet in deze omstandigheden voldoende spoedeisend belang gelegen om tot inhoudelijke beoordeling van het verzoek over te gaan.
7. De voorzieningenrechter beoordeelt bij de vraag of zij een voorlopige voorziening zal treffen of het bezwaar een redelijke kans van slagen heeft. Dat kan een reden zijn om het bestreden besluit te schorsen.
8. Verzoeker voert aan dat het weliswaar juist is dat zijn rijbewijs in Armenië is ingevorderd, maar dat hij tevergeefs heeft geprobeerd het terug te krijgen. Hij kreeg echter te horen dat het op het politiebureau in Armenië is zoekgeraakt. Bij een tweede poging (in januari 2023) om het terug te krijgen, moest verzoeker plotseling worden geopereerd, waardoor het ook toen niet is gelukt zijn rijbewijs terug te krijgen.
Verzoeker stelt zich verder op het standpunt dat de burgemeester bij de voorbereiding van het besluit niet de nodige kennis over de relevante feiten heeft vergaard en de belangen niet, althans niet in voldoende mate, heeft afgewogen, hij is ook niet gehoord voorafgaand aan het besluit.
Door het besluit is verzoeker onevenredig benadeeld in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen. Zonder rijbewijs kan hij niet de vangnetrol vervullen voor zijn bedrijf ter voorkoming van omzetverlies en op den duur mogelijk ook klantverlies. Wordt het besluit in stand gelaten dan zal hij opnieuw examen moeten doen voor alle onderdelen hetgeen de nodige tijd in beslag neemt. Ter zitting heeft hij daaraan toegevoegd dat het naar schatting anderhalf jaar in beslag zal nemen.
9. De burgemeester stelt zich op het standpunt dat het duidelijk is dat er in elk geval op 6 februari 2023 een valse verklaring is afgelegd, omdat verzoeker ervan op de hoogte was dat het rijbewijs in Armenië was ingevorderd. Het verschaffen van onjuiste inlichtingen voor het verkrijgen van een rijbewijs is verboden en strafbaar. De burgemeester heeft daarbij toegelicht dat verzoeker zich tot de Armeense autoriteiten had moeten wenden om het rijbewijs terug te krijgen. Is het rijbewijs op geen enkele wijze terug te krijgen, dan kan de burgemeester een nieuw rijbewijs afgeven.
Als betrokkene de inname (of afgifte als onderpand) van het rijbewijs echter verzwijgt en als vermist opgeeft en een nieuw rijbewijs heeft aangevraagd en gekregen, dan moet dat nieuwe rijbewijs ongeldig worden verklaard vanwege afgifte op basis van onjuiste informatie.
Bij de aanvraag van het rijbewijs in april 2023 is ook nog met verzoeker gesproken over het onderzoek naar de vermissingen en daar is door verzoeker tegen medewerkers van het klantencontactcentrum ook onjuist en steeds tegenstrijdig verklaard; hij verklaarde niet dat het rijbewijs zou zijn ingenomen in Armenië, hij zou het rijbewijs (met nummer eindigend op -215) al hebben ingeleverd, zijn zoon zou het vorig rijbewijs kapot hebben gemaakt en hij zou het in stukjes hebben ingeleverd. Nader onderzoek is daarom volgens de burgemeester niet geboden.
Dat verzoeker vanwege een operatie het rijbewijs niet kon ophalen in Armenië doet volgens de burgemeester niets af aan het afgeven van een onjuiste verklaring.
Hoewel niet is aangetoond dat het hebben van een rijbewijs essentieel is voor de voortzetting van de bedrijfsvoering van verzoeker, kan de burgmeester begrijpen dat het ongeldig verklaren van het rijbewijs nadelige gevolgen heeft voor verzoeker. Die gevolgen vloeien echter uitsluitend voort uit de eigen, valse opgave van de vermissing van het rijbewijs, van welke gevolgen verzoeker op de hoogte was. Daarbij geldt dat er sprake is van een dwingende bepaling in een formele wet waar geen ruimte is voor een belangenafweging.
10. De voorzieningenrechter stelt voorop dat een nieuw rijbewijs slechts in een beperkt aantal gevallen wordt afgegeven (artikel 119 van de Wegenverkeerswet (WVW)). Een nieuw rijbewijs wordt wel afgegeven als het eerder afgegeven rijbewijs verloren of teniet is gegaan, maar niet als het eerder afgegeven rijbewijs is ingevorderd. De invordering van een rijbewijs is immers geen grond voor de afgifte van een nieuw rijbewijs. De burgemeester moet een rijbewijs ongeldig verklaren als het nieuwe rijbewijs is afgegeven op grond van door de houder verschafte onjuiste gegevens en het niet zou zijn afgegeven indien de onjuistheid van die gegevens ten tijde van de aanvraag bekend zou zijn geweest (artikel 124, eerste lid onder a, van de WVW). Dit is een dwingendrechtelijke bepaling die geen ruimte biedt voor een belangenafweging.
11. Niet in geschil is dat het rijbewijs (met nummer eindigend op -215) van verzoeker was ingevorderd door de Armeense politie. Evenmin is in geschil dat verzoeker onjuist heeft verklaard over het verlies van zijn rijbewijs. Hij heeft verklaard het kwijt te zijn, terwijl hij wist dat het was ingevorderd.
12. Dat verweerder, voordat hij het besluit nam, verzoeker had moeten horen, volgt de voorzieningenrechter niet. Verzoeker had in het aanvraagformulier de mogelijkheid om de omstandigheden waaronder hij het rijbewijs was kwijtgeraakt toe te lichten, maar dat heeft hij niet gedaan, althans niet naar waarheid. Ook in het gesprek naar aanleiding van zijn aanvraag van 25 april 2023 heeft verzoeker niet juist verklaard over de wijze waarop hij zijn rijbewijs was kwijtgeraakt. Er was voor de burgemeester daarom geen aanleiding om verzoeker (nogmaals) in de gelegenheid te stellen een verklaring af te leggen. De voorzieningenrechter is van oordeel dat nader onderzoek ook niet nodig was, omdat voldoende duidelijk was dat eiser op 6 februari 2023 onjuiste gegevens heeft verstrekt bij de aanvraag van een nieuw rijbewijs.
13. Aannemelijk is dat de burgemeester (nog) geen nieuw rijbewijs aan verzoeker zou hebben afgegeven indien verzoeker de juiste informatie had verstrekt. Hoewel het duidelijk is dat de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs voor verzoeker zeer ingrijpend is, zowel in zijn zakelijke bestaan als voor het vervullen van sociale taken, kunnen die omstandigheden naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter niet leiden tot de conclusie dat het bezwaar een redelijke kans van slagen heeft. Zoals hiervoor al is overwogen biedt de wet geen ruimte voor een belangenafweging. Voor het treffen van een voorlopige voorziening bestaat daarom geen aanleiding.

Conclusie en gevolgen

14. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Dat betekent dat het besluit tot ongeldigverklaring van het rijbewijs niet wordt geschorst. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af
.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.R. ten Berge, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J.H. Bosveld, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 7 juli 2023.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.