Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.de publiekrechtelijke rechtspersoon gemeente Medemblik
college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Medemblik
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft eiseres, die procedeert in persoon, gedaagden, waaronder de gemeente Medemblik en het college van burgemeester en wethouders, gedagvaard op 1 december 2023. De mondelinge behandeling vond plaats op 11 december 2023, waar partijen tot overeenstemming kwamen over de machtiging van de gemachtigde, mr. K.L. van de Wal. Eiseres vordert dat de kantonrechter haar in staat stelt een rechtsvordering in te stellen tegen gedaagden ter ontbinding van een huurders-gebruikersovereenkomst, en dat gedaagden worden verplicht om hun administratie open te leggen. Eiseres stelt dat zij en gedaagden deelgenoot zijn in een gemeenschap van percelen en dat gedaagden het beheer zonder haar medeweten hebben overgenomen. Eiseres claimt een spoedeisend belang omdat zij al vijf jaar geen onderdak heeft en door gedaagden wordt tegengewerkt in het gebruik van haar woning en kantoorruimte.
Gedaagden betwisten de vordering en stellen dat zij geen eigenaar of beheerder zijn van het perceel en geen deelgenoot in de gemeenschap. De kantonrechter oordeelt dat eiseres niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vordering tegen het college, omdat dit geen rechtspersoonlijkheid heeft. Daarnaast wordt de vordering tegen de gemeente afgewezen wegens gebrek aan spoedeisend belang, aangezien de gemeente geen eigenaar is van het perceel en eiseres haar stellingen niet heeft betwist. De proceskosten worden aan eiseres opgelegd, omdat zij ongelijk heeft gekregen. Het vonnis is uitgesproken door mr. B. Voogd en is uitvoerbaar bij voorraad.