ECLI:NL:RBNHO:2023:13724

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 december 2023
Publicatiedatum
10 januari 2024
Zaaknummer
10794890 \ KG EXPL 23-173
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de vordering tegen het College en afwijzing van de vordering wegens gebrek aan spoedeisend belang

In deze zaak heeft eiseres, die procedeert in persoon, gedaagden, waaronder de gemeente Medemblik en het college van burgemeester en wethouders, gedagvaard op 1 december 2023. De mondelinge behandeling vond plaats op 11 december 2023, waar partijen tot overeenstemming kwamen over de machtiging van de gemachtigde, mr. K.L. van de Wal. Eiseres vordert dat de kantonrechter haar in staat stelt een rechtsvordering in te stellen tegen gedaagden ter ontbinding van een huurders-gebruikersovereenkomst, en dat gedaagden worden verplicht om hun administratie open te leggen. Eiseres stelt dat zij en gedaagden deelgenoot zijn in een gemeenschap van percelen en dat gedaagden het beheer zonder haar medeweten hebben overgenomen. Eiseres claimt een spoedeisend belang omdat zij al vijf jaar geen onderdak heeft en door gedaagden wordt tegengewerkt in het gebruik van haar woning en kantoorruimte.

Gedaagden betwisten de vordering en stellen dat zij geen eigenaar of beheerder zijn van het perceel en geen deelgenoot in de gemeenschap. De kantonrechter oordeelt dat eiseres niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar vordering tegen het college, omdat dit geen rechtspersoonlijkheid heeft. Daarnaast wordt de vordering tegen de gemeente afgewezen wegens gebrek aan spoedeisend belang, aangezien de gemeente geen eigenaar is van het perceel en eiseres haar stellingen niet heeft betwist. De proceskosten worden aan eiseres opgelegd, omdat zij ongelijk heeft gekregen. Het vonnis is uitgesproken door mr. B. Voogd en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10794890 \ KG EXPL 23-173
Uitspraakdatum: 18 december 2023
Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:
[eiseres]
gevestigd te [woonplaats 1]
eiseres
verder te noemen: [eiseres]
procederende in persoon
tegen

1.de publiekrechtelijke rechtspersoon gemeente Medemblik

2. het
college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Medemblik
zetelende te Wognum
gedaagde
verder gezamenlijk te noemen: gedaagden en afzonderlijk de gemeente respectievelijk het college.
gemachtigde: mr. K.L. van de Wal

1.Het procesverloop

1.1.
[eiseres] heeft gedaagden op 1 december 2023 gedagvaard.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 11 december 2023. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten, mede aan de hand van pleitaantekeningen, naar voren hebben gebracht. Ter zitting zijn partijen tot het vergelijk gekomen dat de door mr. van de Wal overgelegde machtiging toereikend is voor zowel gedaagde 1 als 2.

2.De vordering

2.1.
[eiseres] vordert dat de kantonrechter bepaalt dat zij een rechtsvordering kan instellen tegen gedaagden ter ontbinding van de huurders-gebruikersovereenkomst [eiseres] te [woonplaats 2] , op grond van dat deze onbevoegd dan wel subsidiair niet rechtsgeldig c.q. zonder rekening te houden met de belangen van eisers tot stand is gekomen. Tevens vordert [eiseres] dat de kantonrechter gedaagden gebiedt om binnen een week de administratie open te leggen die gevoerd is voor de gemeenschap, door alle uitgaande en inkomende facturen en de onderbouwing van uitgaande en ontvangen betalingen te verstrekken.
2.2.
[eiseres] legt aan haar vorderingen ten grondslag dat zij en gedaagden deelgenoot zijn in een gemeenschap van percelen ( [woonplaats 2] [perceel] ) na de akte van toedeling d.d. 4 maart 2005 (Ruilverkaveling [adres 3] / [akten] ). Een deel van het perceel [woonplaats 2] [perceel] (te weten [eiseres] en [adres 1] ) is volgens [eiseres] uitsluitend haar eigendom. Gedaagden hebben het beheer in de gemeenschap naar zich toegetrokken, zonder beheerregeling dan wel overeenkomst en zonder [eiseres] in hoedanigheid van deelgenoot over de beheerhandelingen te informeren. [eiseres] acht het dringend noodzakelijk dat de kantonrechter in kort geding een tijdelijke ordemaatregel/beheerregeling vaststelt. Ten aanzien van het spoedeisend belang stelt [eiseres] dat zij door toedoen van gedaagden al 5 jaar geen onderdak heeft en dat zij door gedaagden wordt tegengewerkt om in haar eigen woning te wonen. Gedaagden laten volgens [eiseres] derden de woning gebruiken. Verder is het mede door toedoen van gedaagden geen mogelijkheid meer nog langer de kantoorruimte te gebruiken aan de [adres 2] te [woonplaats 1] . [eiseres] moet die ruimte op korte termijn ontruimen. Zij voert aan dat, mede gelet op haar leeftijd, het voor haar van belang is de woning te kunnen betrekken en het kantoor voort te zetten aan de [eiseres] te [woonplaats 2] .

3.Het verweer

3.1.
Gedaagden betwisten de vordering. Gedaagden voeren onder meer aan dat zij geen eigenaar of beheerder zijn van [eiseres] te [woonplaats 2] en dat zij geen deelgenoot zijn in de gemeenschap van percelen [woonplaats 2] [perceel] en daaraan gerelateerde vernummerde percelen. Gedaagden zijn geen partij bij de executoriale verkoop van [eiseres] te [woonplaats 2] en ook niet betrokken bij de levering van dat object. Gedaagden zijn geen deelgenoot in enige ruilverkaveling of verdeling. Gedaagden zijn niet bevoegd om een gebruikers- of huurovereenkomst af te sluiten voor de woning [eiseres] te [woonplaats 2] . Gelet op het vorenstaande is er volgens gedaagden geen sprake van een spoedeisend belang en is er ook geen grond voor het toewijzen van de vordering.

4.De beoordeling

4.1.
[eiseres] heeft zowel de publiekrechtelijke rechtspersoon de gemeente gedagvaard als het college. Het college heeft geen rechtspersoonlijkheid en kan niet in een civiele procedure worden gedagvaard. De kantonrechter zal [eiseres] in de vordering gericht tegen het college niet-ontvankelijk verklaren.
4.2.
Ten aanzien van de vordering gericht tegen de gemeente overweegt de kantonrechter als volgt.
4.3.
De vordering in kort geding kan alleen worden toegewezen als [eiseres] daarbij een spoedeisend belang heeft. Dat is naar het oordeel van de kantonrechter niet het geval. Zij overweegt daartoe als volgt.
4.4.
[eiseres] stelt dat haar spoedeisend belang is gelegen in het kunnen betrekken van de woning [eiseres] te [woonplaats 2] . De gemeente heeft aangevoerd dat zij geen eigenaar is en ook op geen enkele andere wijze belang heeft bij het perceel [eiseres] te [woonplaats 2] . De gemeente heeft geen gebruikers- of huurovereenkomst afgesloten betreffende dit perceel. Deze stellingen van de gemeente heeft [eiseres] ter zitting niet betwist.
4.5.
Het voorgaande betekent dat [eiseres] met de vorderingen in kort geding niet zal kunnen bereiken dat zij de woning [eiseres] zal kunnen betrekken. Om die reden zullen de vorderingen tegen de gemeente worden afgewezen wegens gebrek aan spoedeisend belang.
4.6.
De proceskosten komen voor rekening van [eiseres] , omdat zij ongelijk krijgt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
verklaart [eiseres] in haar vorderingen tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik niet-ontvankelijk;
5.2.
wijst de vorderingen tegen de publiekrechtelijke rechtspersoon gemeente Medemblik af;
5.3.
veroordeelt [eiseres] tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag worden vastgesteld op een bedrag van € 529,00 aan salaris van de gemachtigde van de gemeente Medemblik.
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. B. Voogd en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter