ECLI:NL:RBNHO:2023:13722

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 augustus 2023
Publicatiedatum
10 januari 2024
Zaaknummer
10580075 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens doorrijden bij rood verkeerslicht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 2 augustus 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene wegens het negeren van een rood verkeerslicht. Betrokkene had eerder beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. De zaak werd vervolgens voorgelegd aan de kantonrechter, waarbij de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar betrokkene zelf niet.

De gedraging waarvoor de boete was opgelegd, betrof het doorgaan bij een driekleurig verkeerslicht dat op rood stond. Betrokkene voerde aan dat hij niet meer kon stoppen omdat het verkeerslicht plotseling oranje werd en hij een aanhanger trok. De kantonrechter oordeelde echter dat de omstandigheden die betrokkene aanvoerde geen aanleiding gaven om de boete te vernietigen of te matigen. De rechter baseerde zich op foto’s die de gedraging vastlegden, waaruit bleek dat het verkeerslicht al 3,8 seconden geel/oranje en 0,8 seconden rood licht had uitgezonden voordat betrokkene de stopstreep passeerde.

De kantonrechter concludeerde dat het aan betrokkene was om adequaat te anticiperen op de verkeerssituatie en dat hij zijn voertuig onder controle moest houden. Daarom werd het beroep ongegrond verklaard en werd de boete gehandhaafd. De uitspraak werd gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10580075 \ WM VERZ 23-465
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 2 augustus 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 2 augustus 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: doorgaan bij een driekleurig verkeerslicht (stoplicht) dat op rood staat.
2.2.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft aangevoerd dat de snelheid inderdaad werd verhoogd omdat het verkeerslicht plots oranje werd en betrokkene niet meer kon stoppen zonder gevolgen in verband met de aanhanger.
2.3.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
2.4.
De door betrokkene aangevoerde omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden geven de kantonrechter geen aanleiding de boete te vernietigen dan wel te matigen. Bij de stukken in het dossier bevinden zich foto’s waarop de gedraging is vastgelegd. Op die foto’s is te zien dat het verkeerslicht al 3,8 seconden geel/oranje licht en 0,8 seconden rood licht uitstraalde op het moment dat het voertuig van betrokkene de stopstreep passeerde. Daaruit blijkt dat sprake is geweest van niet stoppen voor rood licht bij een verkeerslicht. Het is aan betrokkene, als bestuurder, om op de juiste wijze te anticiperen wanneer hij een verkeerslicht nadert. De bestuurder van een voertuig dient onder alle omstandigheden dat voertuig onder controle te hebben en zo nodig zijn gedrag en/of snelheid aan te passen aan de verkeersomstandigheden. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard. De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: