Uitspraak
1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
2.Overwegingen
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 2 augustus 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan de betrokkene wegens het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden. De betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 2 augustus 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar de betrokkene zelf was niet verschenen. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en de vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft verzocht om het beroep ongegrond te verklaren. De gedraging waarvoor de boete was opgelegd, was het vasthouden van een mobiele telefoon tijdens het rijden. De betrokkene ontkende deze gedraging en voerde aan dat hij een blikje vasthield in plaats van een telefoon.
De kantonrechter overwoog dat de verklaring van de verbalisant voldoende grondslag biedt voor de vaststelling van de gedraging, tenzij er specifieke feiten en omstandigheden zijn die aanleiding geven tot twijfel. De kantonrechter concludeerde dat de verklaring van de verbalisant, die stelde dat hij de betrokkene drie seconden duidelijk en onbelemmerd had kunnen observeren, voldoende was om de gedraging vast te stellen. Er waren geen overtuigende feiten aangevoerd die de verklaring van de verbalisant in twijfel trokken. Daarom werd de boete terecht opgelegd en werd het beroep ongegrond verklaard.