ECLI:NL:RBNHO:2023:13714

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 augustus 2023
Publicatiedatum
10 januari 2024
Zaaknummer
10580078 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde administratieve sanctie in verkeerszaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 2 augustus 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie (boete) die aan betrokkene was opgelegd. Betrokkene had beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond of niet-ontvankelijk verklaarde. Hiertegen heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 2 augustus 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was afwezig.

De gedraging waarvoor de boete was opgelegd, betrof het zich bevinden links van de doorgetrokken streep. Betrokkene voerde aan dat hij een trekker had ingehaald op een gedeelte met een onderbroken streep, en dat dit voor het verdrijvingsvlak van de rotonde was. Er was een verklaring van de chauffeur overgelegd ter ondersteuning van dit verweer. De vertegenwoordiger van de officier van justitie handhaafde de beslissing en verzocht de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren.

De kantonrechter oordeelde dat de verklaring van de verbalisant summier was en dat er onvoldoende uitleg was gegeven over het niet staande houden van de bestuurder. Aangezien er geen staandehouding had plaatsgevonden, kreeg betrokkene het voordeel van de twijfel. Het beroep werd gegrond verklaard, en de beschikking waarbij de boete was opgelegd, evenals de beslissing van de officier van justitie, werden vernietigd. De uitspraak werd gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10580078 \ WM VERZ 23-466
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 2 augustus 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 2 augustus 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is met afbericht niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder zich links van de doorgetrokken streep bevinden (streep tussen verkeer in beide richtingen).
2.2.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft aangevoerd dat er een trekker werd ingehaald op een gedeelte met een onderbroken streep en dat dit ruimschoots voor het verdrijvingsvlak van de rotonde was. Er is een verklaring van de betreffende chauffeur overgelegd.
2.3.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
2.4.
Als zich een reële mogelijkheid heeft voorgedaan tot staandehouding van de bestuurder van het voertuig waarmee de geconstateerde overtreding is verricht, moet de boete aan die bestuurder worden opgelegd. De boete mag in dat geval niet aan de kentekenhouder van het voertuig worden opgelegd. Blijkens de stukken heeft in dit geval geen staandehouding plaatsgevonden. In de toelichting van het zaakoverzicht verklaart de verbalisant het volgende:
“(…) Reden geen staandehouding: in verband met verkeersdrukte geen mogelijkheid tot staande houding. (…)”
De kantonrechter is van oordeel dat de verklaring van de verbalisant tegenover het verweer van betrokkene erg summier is. Ook heeft de verbalisant onvoldoende toegelicht waarom er niet is staande gehouden. Het lag op de weg van de officier van justitie om naar aanleiding van het verweer een aanvullend proces-verbaal bij de verbalisant op te vragen. Betrokkene krijgt het voordeel van de twijfel. Het beroep is daarom gegrond. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van officier van justitie zullen worden vernietigd.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de
boete is opgelegd;
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: