ECLI:NL:RBNHO:2023:13711

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 augustus 2023
Publicatiedatum
10 januari 2024
Zaaknummer
10580038 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde administratieve sanctie wegens snelheidsovertreding binnen de bebouwde kom

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 2 augustus 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan de betrokkene wegens het overschrijden van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom. De betrokkene had een boete gekregen voor het rijden van 5 km/h te hard. Hij heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar de betrokkene zelf was niet verschenen.

De betrokkene voerde aan dat hij de snelheid had verhoogd om een aanrijding te voorkomen, omdat er een stilstaand voertuig op de rechterbaan stond. De kantonrechter oordeelde echter dat de gedraging van de betrokkene niet onder overmacht viel. De kantonrechter benadrukte dat een inhaalmanoeuvre niet mag plaatsvinden als dit alleen kan door de maximumsnelheid te overschrijden. De kantonrechter heeft het beroep ongegrond verklaard en de boete als terecht opgelegd beschouwd. De uitspraak werd gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken.

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland in Alkmaar.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10580038 \ WM VERZ 23-459
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 2 augustus 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 2 augustus 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 5 km harder rijden dan mag binnen de bebouwde kom (verkeersbord A1).
2.2.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft aangevoerd dat er op de rechterbaan een voertuig zo goed als stilstond op het kruispunt. Dit is ook te zien op de foto’s. Om een aanrijding te voorkomen en om tijdig te kunnen invoegen was versnellen de enige juiste optie.
2.3.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
2.4.
Betrokkene heeft de gedraging erkend, maar doet een beroep op overmacht. Een voertuig in de rijbaan naast het voertuig van betrokkene stond nagenoeg stil. Om toch in te kunnen voegen heeft betrokkene de snelheid verhoogd. Voor een geslaagd beroep op overmacht dient ten minste aannemelijk te worden gemaakt dat de bestuurder onder de gegeven omstandigheden niet anders heeft kunnen handelen dan hij heeft gedaan. De kantonrechter volgt het verweer van betrokkene niet. Van een inhaalmanoeuvre moet worden afgezien indien deze niet anders kan geschieden dan met overschrijding van de voorgeschreven maximumsnelheid. De boete is dus terecht opgelegd. De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: