ECLI:NL:RBNHO:2023:13709

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 augustus 2023
Publicatiedatum
10 januari 2024
Zaaknummer
10567860 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens parkeren in verboden zone

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 2 augustus 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene voor het parkeren van een voertuig op een verboden plek. Betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, was het parkeren in een zone waar dat niet was toegestaan, zoals aangegeven door bord E1.

Betrokkene voerde aan dat het voertuig tijdelijk voor de deur stond om uit te laden, en dat zij vanwege rugklachten en financiële omstandigheden niet in staat was om de boete te betalen. De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft tijdens de zitting aangegeven de beslissing niet te handhaven en verzocht om het beroep gegrond te verklaren. De kantonrechter heeft dit verzoek gevolgd en het beroep gegrond verklaard.

De kantonrechter oordeelde dat de redelijke termijn van berechting was overschreden, aangezien er een aanzienlijke periode van inactiviteit was van de zijde van justitie. Dit tijdsverloop schaadde het recht op verdediging van betrokkene. De beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete was opgelegd, zijn vernietigd. Betrokkene hoeft geen restitutie van de zekerheidstelling te ontvangen, omdat er geen zekerheid was gesteld. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en kan binnen zes weken worden aangevochten bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10567860 \ WM VERZ 23-429
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 2 augustus 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 2 augustus 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: een voertuig parkeren waar dat niet mag (bord E1, parkeerverbod (szone)).
2.2.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft aangevoerd dat het voertuig even voorde deur van betrokkene stond om uit te laden. Betrokkene heeft rugklachten en had tassen vol met eten van de voedselbank. Betrokkene doet een beroep op haar persoonlijke en financiële omstandigheden.
2.3.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt niet te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep gegrond te verklaren.
2.4.
De kantonrechter volgt het voorstel van de vertegenwoordiger van de officier van justitie en verklaart het beroep gegrond. Uit het beroepschrift en de stukken blijkt dat betrokkene op 28 december 2020 beroep heeft ingesteld bij de kantonrechter. De kantonrechter heeft het beroepschrift op 21 juni 2023 ontvangen van de officier van justitie. Deze periode wordt gekenmerkt door inactiviteit van de zijde van justitie. Voor dit tijdsverloop is geen aanwijsbare en aanvaardbare oorzaak. Dit brengt mee dat, de redelijke termijn van berechting naar het oordeel van de kantonrechter is overschreden. Daarbij neemt de kantonrechter ook in aanmerking dat het recht op verdediging van betrokkene door het tijdsverloop wordt geschaad. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van officier van justitie zullen worden vernietigd. Omdat betrokkene geen zekerheid heeft gesteld hoeft er geen restitutie van de zekerheidstelling plaats te vinden.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de
boete is opgelegd.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: