ECLI:NL:RBNHO:2023:13665

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 september 2023
Publicatiedatum
9 januari 2024
Zaaknummer
C/15/340618 HA ZA 23-325
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot machtiging van notaris voor uitkering erfdelen in nalatenschap

In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. L. Bosch, een vordering ingediend bij de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, met zaaknummer C/15/340618 HA ZA 23-325. De vordering betreft de machtiging van mr. E.G. Speelman, notaris te Hoorn, om de erfdelen in de nalatenschap van de heer [erflater] uit te keren aan de erfgenamen. Eiseres verzoekt de rechtbank ook om haar te machtigen om de bankrekeningen van de erflater op te laten heffen na de uitkeringen. De procedure is gestart met een dagvaarding op 8 juni 2023, gevolgd door een conclusie van antwoord.

De rechtbank heeft vastgesteld dat erflater naast eiseres en gedaagde nog vijf andere erfgenamen heeft. Deze erfgenamen moeten op grond van artikel 118 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) in de procedure worden betrokken, omdat de vordering van eiseres een processueel ondeelbare rechtsverhouding betreft. De rechtbank heeft eiseres de gelegenheid gegeven om deze erfgenamen op te roepen en hen te laten verschijnen in de procedure, vertegenwoordigd door een advocaat.

Daarnaast heeft de rechtbank partijen aangeraden om in gesprek te gaan over de grafsteen en te onderzoeken of een minnelijke regeling mogelijk is. In de beslissing van 13 december 2023 heeft de rechtbank eiseres de gelegenheid gegeven om binnen vier weken de processtukken aan de betrokken erfgenamen te betekenen en hen op te roepen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en verdere beslissingen zijn aangehouden.

Uitspraak

RECHTBANK Noord-Holland

Civiel recht
Zittingsplaats Alkmaar
Zaaknummer: C/15/340618 / HA ZA 23-325
Vonnis van 13 september 2023
in de zaak van
[eiseres],
die woont in [woonplaats] ,
de eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] ,
advocaat: mr. L. Bosch, kantoorhoudende te Hoorn,
tegen
[gedaagde],
die woont in [woonplaats] ,
de gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
advocaat: mr. P.F. Keuchenius, kantoorhoudende te Hoorn.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 8 juni 2023 met bijlagen 1 tot en met 6,
- de conclusie van antwoord.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De vordering

2.1.
[eiseres] vordert dat de rechtbank bepaalt dat mr. E.G. Speelman, notaris te Hoorn, gemachtigd is om de erfdelen in de nalatenschap van erflater, de heer [erflater] , aan de respectievelijke erfgenamen uit te keren overeenkomstig de rekening en verantwoording van 24 maart 2023 en dat de rechtbank bepaalt dat [eiseres] , nadat de betreffende uitkeringen zijn gedaan, is gemachtigd om de (erven)bankrekeningen van erflater op te laten heffen.

3.De beoordeling

3.1.
In deze zaak staat vast dat erflater, naast partijen, nog vijf andere erfgenamen heeft. Het gaat om:
- [derde belanghebbende 1] , wonende in [woonplaats] ;
- [derde belanghebbende 2] , wonende in [woonplaats] ;
- [derde belanghebbende 3] , wonende in [woonplaats] ;
- [derde belanghebbende 4] , wonende in [woonplaats] ;
- [derde belanghebbende 5] , wonende in [woonplaats] .
3.2.
Deze vijf erfgenamen dienen op de voet van artikel 118 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) in deze procedure te worden betrokken. De rechtbank komt tot dit oordeel omdat de vordering van [eiseres] (mede) strekt tot verdeling van de nalatenschap van erflater, waarmee de vordering dus een processueel ondeelbare rechtsverhouding betreft.
3.3.
De rechtbank zal [eiseres] in de gelegenheid stellen om de in 3.1 van dit vonnis genoemde personen op de voet van artikel 118 Rv op te roepen.
3.4.
De rechtbank geeft partijen in overweging om met elkaar (en alle betrokkenen) in gesprek te gaan over de grafsteen en te bekijken of een minnelijke regeling van het geschil mogelijk is.

4.De beslissing

De rechtbank
4.1.
geeft [eiseres] de gelegenheid om binnen vier weken na vandaag de processtukken in deze zaak (inclusief dit vonnis) te betekenen aan de 3.1 van dit vonnis vermelde personen, en hen op te roepen uiterlijk
13 december 2023, niet in persoon, maar vertegenwoordigd door een advocaat, in deze procedure te verschijnen,
4.2.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
4.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Flipse en in het openbaar uitgesproken op 13 september 2023.
Conc.: NBI