ECLI:NL:RBNHO:2023:13652
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening bij intrekking bijstandsuitkering op basis van onvoldoende informatie over vermogen en inkomen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 29 juni 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, die sinds 24 juli 2020 bijstand ontvangt, had bezwaar gemaakt tegen de intrekking van zijn bijstandsuitkering door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem. De intrekking vond plaats op grond van de Participatiewet, waarbij verweerder stelde dat verzoeker onvoldoende informatie had verstrekt over zijn vermogen en inkomen.
Verzoeker had op 5 april 2023 een besluit ontvangen waarin zijn uitkering per 6 april 2023 werd beëindigd en per 21 maart 2023 werd ingetrokken. Ondanks meerdere uitnodigingen voor gesprekken, was verzoeker niet verschenen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat verzoeker niet voldoende duidelijkheid had gegeven over zijn financiële situatie, met name over de verkoop van onroerend goed in Frankrijk en de mogelijkheid van een Franse bijstandsuitkering.
De voorzieningenrechter oordeelde dat er op dat moment nog te veel onduidelijkheden waren over de financiële situatie van verzoeker, waardoor het verzoek om hervatting van de bijstandsuitkering niet kon worden toegewezen. De uitspraak heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank niet in een eventueel bodemgeding. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien voor vergoeding van griffierecht of proceskostenveroordeling.