ECLI:NL:RBNHO:2023:13533

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 december 2023
Publicatiedatum
3 januari 2024
Zaaknummer
C/15/346489 / JU RK 23-1812
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van machtiging gesloten jeugdhulp en ondertoezichtstelling voor minderjarige

In deze zaak heeft de kinderrechter op 13 december 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de machtiging gesloten jeugdhulp en de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren op [geboortedatum] in [plaats]. De kinderrechter oordeelde dat, hoewel er feitelijk geen sprake meer is van onttrekking aan de benodigde behandeling of toezicht, het noodzakelijk is om het behandeltraject in de gesloten jeugdzorg volledig af te ronden. Dit is van belang om de ontwikkelingsbedreiging te verminderen en de succeskansen van een thuisplaatsing te maximaliseren. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd voor zes maanden en de machtiging gesloten jeugdhulp voor twee maanden, tot respectievelijk 15 juni 2024 en 15 februari 2024.

De zaak werd ingeleid door de gecertificeerde instelling De Jeugd- & Gezinsbeschermers, die op 21 november 2023 een verzoekschrift indiende. Tijdens de mondelinge behandeling waren de minderjarige, zijn advocaat mr. R. Polderman, de vader en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig. De moeder was niet ter zitting verschenen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige sinds oktober 2022 in een gesloten instelling verblijft en positieve ontwikkelingen heeft doorgemaakt, waaronder het verminderen van drugsgebruik en het verbeteren van zijn weerbaarheid. De kinderrechter achtte het noodzakelijk om de ondertoezichtstelling te verlengen om de voortgang van de thuisplaatsing te monitoren en de positieve ontwikkeling van de minderjarige te waarborgen.

De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Alkmaar
Zaaknummer: C/15/346489 / JU RK 23-1812
Datum uitspraak: 13 december 2023
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling en verlenging machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
de gecertificeerde instelling De Jeugd- & Gezinsbeschermerste Alkmaar,
hierna te noemen de GI,
over
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] in [plaats] ,
hierna te noemen [de minderjarige] ,
advocaat: mr. R. Polderman, kantoorhoudende te Alkmaar.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder],
hierna te noemen de moeder,
wonende in [plaats] ,
[de vader],
hierna te noemen de vader,
wonende in [plaats] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
  • het verzoekschrift met bijlagen van 21 november 2023 van de GI, binnengekomen bij de rechtbank op 22 november 2023;
  • de verklaring van de gedragswetenschapper van 1 december 2023, binnengekomen bij de rechtbank op 5 december 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 13 december 2023. Daarbij waren aanwezig:
- [de minderjarige] met zijn advocaat mr. R. Polderman;
- de vader;
- [vertegenwoordiger van de GI] namens de GI.
1.3.
[de minderjarige] heeft voorafgaand aan de zitting, in het bijzijn van zijn advocaat, ook apart een gesprek gevoerd met de kinderrechter.
1.4.
Hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, is de moeder niet ter zitting verschenen.

2.De feiten

2.1.
De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [de minderjarige] .
2.2.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 5 oktober 2022 [de minderjarige] voorlopig onder toezicht gesteld. Bij beschikking van 15 december 2022 is [de minderjarige] onder toezicht gesteld tot 15 december 2023.
2.3.
Bij beschikking van 19 oktober 2022 is door de kinderrechter een (spoed)machtiging gesloten jeugdhulp verleend. Deze machtiging is daarna steeds verlengd, voor het laatst bij beschikking van 14 juni 2023 tot 15 december 2023.
2.4.
Op basis van voornoemde machtiging verblijft [de minderjarige] bij [verblijfplaats] , locatie [locatie] te [plaats] .

3.Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] te verlengen voor de duur van zes maanden. Ook verzoekt de GI een verlenging van de machtiging gesloten jeugdhulp van [de minderjarige] voor de duur van twee maanden. De GI verzoekt de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
3.2.
Ter onderbouwing van het verzoek heeft de GI het volgende naar voren gebracht. [de minderjarige] verblijft sinds oktober 2022 gesloten bij [verblijfplaats] . De plaatsing liep in het begin goed en [de minderjarige] merkte al vrij snel dat hij het traject bij [verblijfplaats] wilde afmaken. Dit maakt dat er, mede op verzoek van [de minderjarige] , in juni 2023 een verlenging van de gesloten machtiging is afgegeven voor 6 maanden. [de minderjarige] heeft grote stappen gezet. Hij heeft niet meer de drang om weg te lopen en er is geen sprake meer van het gebruik van harddrugs. Over het blowen geeft [de minderjarige] aan dat hij dit af en toe nog wel doet, maar niet wekelijks. Op dit moment loopt [de minderjarige] vier dagen per week stage bij een cafetaria en gaat hij een dag intern naar school. Dit gaat heel goed. School is met [de minderjarige] en de ouders bezig om [de minderjarige] in te schrijven op een BBL-opleiding en samen met hem naar een stageplek te zoeken. Momenteel verblijft [de minderjarige] in de weekenden regelmatig thuis en dit verloopt goed. Het perspectief is thuisplaatsing, maar hier dient nog werk voor te worden verricht in de dagbesteding en de problematiek van [de minderjarige] binnen de thuissituatie. Op dit moment is het passend en noodzakelijk dat [de minderjarige] zijn behandeling afmaakt en dat er met [de minderjarige] en de ouders intensief gewerkt wordt aan het realiseren van de thuisplaatsing. Daarbij is het passend dat de ondertoezichtstelling met zes maanden wordt verlengd om dit proces te monitoren. Om de behandeling af te maken is een verlenging van de gesloten plaatsing voor twee maanden passend.
3.3.
Ter zitting heeft de GI het volgende naar voren gebracht. Kortgeleden heeft [de minderjarige] een flashback gekregen naar een periode waarin hij regelmatig in elkaar werd geslagen door een groepje jongeren in [plaats] . Om dit te kunnen verwerken is besloten dat [de minderjarige] de komende periode nog twee keer per week EMDR-therapie zal volgen. Als dit is afgerond, zal [de minderjarige] rond eind januari thuisgeplaatst worden. Thuis wordt hij opgevangen met hulpverlening en zal hij een ambulante hulpverlener krijgen vanuit de jeugdhulpaanbieder [jeugdhulpaanbieder] . De opleiding in [plaats] start op 22 januari 2024.

4.De standpunten

4.1.
[de minderjarige] heeft tijdens het gesprek met de kinderrechter verteld dat het goed met hem gaat. Hij verblijft al een tijd bij [verblijfplaats] en krijgt daar al best wat vrijheid. [de minderjarige] is ook op verlof naar huis geweest en dat ging goed. [de minderjarige] denkt dat alles is fout gegaan doordat hij eerder niet nadacht over de keuzes die hij maakte. Dat lukte hem niet door zijn drugsgebruik. [de minderjarige] gebruikt geen harddrugs (ecstasy) meer en blowt alleen nog af en toe. Daar zijn ook met zijn ouders afspraken over gemaakt. Hij slikt nu medicatie voor ADHD. De aankomende maand zal [de minderjarige] nog EMDR-therapie volgen. Het is de bedoeling dat [de minderjarige] eind januari weer thuis bij zijn ouders zal gaan wonen. Hij zal dan ook starten met een horeca opleiding bij het [school] . Uiteindelijk wil hij daarna in de Jeugdzorg gaan werken. Hij vindt het belangrijk dat daar mensen werken, die zelf ervaringen hebben op dat terrein.
4.2.
Mr. Polderman heeft namens [de minderjarige] naar voren gebracht dat hij het eens is met het verzoek. De gesloten plaatsing is nog voor een korte periode nodig, zodat de thuisplaatsing in goede banen zal verlopen. Mr. Polderman heeft alle vertrouwen in een goed verloop.
4.3.
De ouders zijn het eens met het verzoek. Ter zitting is door de vader naar voren gebracht dat [de minderjarige] in positieve zin is veranderd sinds hij plotseling in 2022 is afgegleden. De afgelopen maanden gaat het erg goed. [de minderjarige] is veel weekenden thuis op verlof en zijn stage gaat ook goed. De vader is blij als [de minderjarige] weer thuis kan komen wonen. Daarnaast is de vader positief over het handelen van de betrokken hulpverleningsinstanties aan het begin van de ondertoezichtstelling, waardoor er destijds snel op de toenmalige zorgen is gehandeld.

5.De beoordeling

ten aanzien van de machtiging gesloten jeugdhulp

5.1.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, van de Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
5.2.
Op grond van de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting is de kinderrechter van oordeel dat aan de hiervoor genoemde gronden is voldaan. In oktober 2022 is [de minderjarige] na een kort maar mislukt verblijf in een open groep, geplaatst in een gesloten instelling voor jeugdhulp. Destijds waren er zorgen over harddrugsgebruik, weglopen van huis, risicovolle vrienden en niet naar school gaan. Sindsdien verblijft [de minderjarige] bij [verblijfplaats] en heeft hij een positieve ontwikkeling doorgemaakt. Hij is gestopt met zijn harddrugsgebruik en heeft zijn softdrugsgebruik verminderd. Daarnaast heeft [de minderjarige] zijn emoties beter onder controle en is hij meer weerbaar geworden. [de minderjarige] geniet meer vrijheden binnen [verblijfplaats] en gaat regelmatig op verlof bij zijn ouders, om zo ook toe te werken naar een thuisplaatsing. Het is de kinderrechter gebleken dat toen [de minderjarige] nog in [plaats] woonde, hij regelmatig is mishandeld door een groepje jongeren. Recentelijk is gebleken dat [de minderjarige] hier nog steeds last van heeft. De komende maanden zal hij ter verwerking hiervan binnen [verblijfplaats] EMDR-therapie volgen. De kinderrechter acht het positief dat [de minderjarige] gemotiveerd is voor deze behandeling. Hoewel er feitelijk geen sprake meer is van onttrekking aan de benodigde behandeling of aan toezicht en afspraken, acht de kinderrechter het volledig afronden van zijn behandeltraject in de gesloten jeugdzorg noodzakelijk om de ontwikkelingsbedreiging te verminderen en de succeskansen van een thuisplaatsing te maximaliseren. Dit sluit aan bij de instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper van 1 december 2023.
5.3.
Gelet op het voorgaande is de kinderrechter van oordeel dat de machtiging gesloten jeugdhulp van [de minderjarige] verlengd moet worden voor de duur van twee maanden, te weten tot 15 februari 2024.
ten aanzien van de ondertoezichtstelling
5.4.
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat nog steeds is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
5.5.
De kinderrechter overweegt hiertoe als volgt. Het is de kinderrechter gebleken dat er een positieve lijn in de ontwikkeling van [de minderjarige] is ingezet. Hij heeft een intensieve periode van hulpverlening achter de rug en zal de komende maanden nog van de behandeling binnen de gesloten jeugdhulp profiteren. Het is de kinderrechter gebleken dat [de minderjarige] inzicht heeft getoond in zijn eigen gedrag en problematiek. Nu er een plan ligt voor het onderwijs, zal de thuisplaatsing van [de minderjarige] eind januari gerealiseerd worden. Na de thuisplaatsing zal er ook thuis ambulante hulpverlening ingezet worden in de vorm van nazorg. Dit zal door jeugdhulpaanbieder [jeugdhulpaanbieder] uitgevoerd worden. De kinderrechter acht een verlenging van de ondertoezichtstelling noodzakelijk om te monitoren dat de thuisplaatsing van [de minderjarige] goed zal gaan en de positieve lijn in de ontwikkeling van [de minderjarige] wordt voortgezet.
5.6.
Gelet op het voorgaande zal de kinderrechter de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] verlengen voor de duur van zes maanden (artikel 1:260, eerste lid, BW).

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verlengt de ondertoezichtstelling van
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] in [plaats] ,
tot 15 juni 2024;
6.2.
verlengt de machtiging om
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] in [plaats] , te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp, tot 15 februari 2024;
6.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 13 december 2023 door mr. F.A. Egter van Wissekerke, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. S.B. Kuvel als griffier, en op schrift gesteld op 14 december 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Amsterdam.