In deze zaak heeft de kinderrechter op 13 december 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de machtiging gesloten jeugdhulp en de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren op [geboortedatum] in [plaats]. De kinderrechter oordeelde dat, hoewel er feitelijk geen sprake meer is van onttrekking aan de benodigde behandeling of toezicht, het noodzakelijk is om het behandeltraject in de gesloten jeugdzorg volledig af te ronden. Dit is van belang om de ontwikkelingsbedreiging te verminderen en de succeskansen van een thuisplaatsing te maximaliseren. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd voor zes maanden en de machtiging gesloten jeugdhulp voor twee maanden, tot respectievelijk 15 juni 2024 en 15 februari 2024.
De zaak werd ingeleid door de gecertificeerde instelling De Jeugd- & Gezinsbeschermers, die op 21 november 2023 een verzoekschrift indiende. Tijdens de mondelinge behandeling waren de minderjarige, zijn advocaat mr. R. Polderman, de vader en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig. De moeder was niet ter zitting verschenen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige sinds oktober 2022 in een gesloten instelling verblijft en positieve ontwikkelingen heeft doorgemaakt, waaronder het verminderen van drugsgebruik en het verbeteren van zijn weerbaarheid. De kinderrechter achtte het noodzakelijk om de ondertoezichtstelling te verlengen om de voortgang van de thuisplaatsing te monitoren en de positieve ontwikkeling van de minderjarige te waarborgen.
De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.