ECLI:NL:RBNHO:2023:13531

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 december 2023
Publicatiedatum
2 januari 2024
Zaaknummer
C/15/346601 / JU RK 23-1835
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige

Op 13 december 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige. De kinderrechter oordeelde dat het van belang is dat de gesloten plaatsing van de minderjarige wordt voortgezet, zodat hij kan profiteren van de geboden ontwikkelingsmogelijkheden en er een passend woon- en behandelperspectief kan worden bepaald met de betrokken hulpverlening. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige, die sinds september 2023 in een gesloten accommodatie verblijft, zich daar goed ontwikkelt en dat de geboden structuur en begeleiding positief bijdragen aan zijn welzijn.

De kinderrechter heeft de procedure gestart op verzoek van de gecertificeerde instelling De Jeugd- & Gezinsbeschermers, die de minderjarige begeleidt. Tijdens de mondelinge behandeling waren de ouders van de minderjarige aanwezig, evenals zijn advocaat. De ouders gaven aan tevreden te zijn met de hulpverlening en de voortgang van hun kind. De kinderrechter heeft in zijn beoordeling rekening gehouden met de ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen van de minderjarige, die eerder uit huis was geplaatst en zich onttrok aan hulpverlening. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de verlenging van de machtiging voor gesloten jeugdhulp noodzakelijk is en heeft deze voor een periode van zes maanden verleend, tot 19 juni 2024.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Alkmaar
Zaaknummer: C/15/346601 / JU RK 23-1835
Datum uitspraak: 13 december 2023
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
de gecertificeerde instelling De Jeugd- & Gezinsbeschermers,
hierna te noemen de GI,
gevestigd in Alkmaar,
over
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] in [plaats] ,
hierna te noemen [de minderjarige] ,
advocaat mr. M. van der Himst, kantoorhoudende te Den Helder.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder],
hierna te noemen de moeder,
wonende in [plaats] ,
[de vader],
hierna te noemen de vader,
wonende in [plaats] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 22 november 2023, binnengekomen bij de rechtbank op 23 november 2023;
- de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 4 december 2023, binnengekomen bij de rechtbank op 7 december 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 13 december 2023. Daarbij waren aanwezig:
- mr. M. van der Himst;
- de vader;
- de moeder;
- [vertegenwoordiger van de GI] , namens de GI.
1.3.
[de minderjarige] is voorafgaand aan de zitting, op eigen verzoek telefonisch, gehoord. Zijn advocaat, mr. M. van der Himst, was ook tijdens dit gesprek in de zittingszaal aanwezig.

2.De feiten

2.1.
De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [de minderjarige] .
2.2.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 2 november 2016 de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] verleend. Deze maatregel is daarna steeds verlengd, laatstelijk bij beschikking van 28 september 2023 tot 2 november 2024.
2.3.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 19 september 2023 een (spoed)machtiging verleend [de minderjarige] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. Deze maatregel is vervolgens verlengd bij beschikking van 28 september 2023 tot 19 december 2023.
2.4.
Op basis van voornoemde machtiging verblijft [de minderjarige] bij [verblijfplaats] , locatie [locatie] .

3.Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt een machtiging om [de minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.
3.2.
Ter onderbouwing van het verzoek heeft de GI het volgende naar voren gebracht. Op 22 september 2023 is [de minderjarige] bij [verblijfplaats] geplaatst naar aanleiding zorgelijk gedrag wat hij sinds 2022 liet zien in de kleinschalige woonvoorziening van [woonvoorziening] in [plaats] . Het gedrag bestond o.a. uit diefstallen plegen, toenemende agressie tegen mensen en spullen, zelfbepalend gedrag en weglopen. Binnen de gesloten plaatsing lijkt [de minderjarige] zich goed te ontwikkelen. [de minderjarige] gaat de behandeling aan en toont openheid waarop [verblijfplaats] aan heeft gegeven een behandeltraject met [de minderjarige] aan te willen gaan, te denken aan verdere psychiatrische problematiek en ingrijpende levensgebeurtenissen die [de minderjarige] heeft meegemaakt. Hiervoor is een langere plaatsing nodig dan in eerste instantie verzocht. De geboden structuur en kaders lijken goed te werken voor [de minderjarige] . Ook het contact tussen [de minderjarige] en de ouders verloopt binnen de plaatsing goed. Het onderwijs is weer gestart voor [de minderjarige] en tot nu toe lijkt hij het leuk te vinden. Eerder werd er gedacht aan ontheffen van school, echter heeft hij het er nu naar zijn zin en wordt het onderwijs afgewisseld met in de middag activiteiten ondernemen. Er zal gewerkt worden aan doelen rondom zijn sociale vaardigheden en omgaan met gezag. Daarnaast dient er zicht te komen op de rol van de ouders op de korte en lange termijn. Om de behandeling verder vorm te geven is het verlengen van de gesloten plaatsing bij [verblijfplaats] met 6 maanden wenselijk.
3.3.
Ter zitting heeft de GI hier het volgende aan toegevoegd. [de minderjarige] is gemotiveerd om zijn behandeling aan te gaan en muziektherapie te volgen. Er is sprake van ODD, ASS en traumagerelateerde problematiek. Nu [de minderjarige] meer rust ervaart, kan er ook weer ruimte te komen voor EMDR-therapie, die wordt ingezet vanwege zijn ervaringen in [plaats] . De komende tijd zal inzichtelijk worden wat op een lange termijn passend is voor [de minderjarige] met betrekking tot zijn woon-behandelplek. Op het moment dat [de minderjarige] kan doorstromen naar een open groep, zal er bij [verblijfplaats] intern gekeken worden waar een plek beschikbaar is. Duidelijk is dat [de minderjarige] het heel goed doet op de huidige locatie.

4.De standpunten

4.1.
[de minderjarige] heeft tijdens het gesprek met de kinderrechter verteld dat het goed met hem gaat. Bij [verblijfplaats] zit hij goed op zijn plek en de begeleiding begrijpt hem goed. Er worden leuke dingen gedaan. [de minderjarige] wil hier voorlopig graag blijven wonen. Laatst heeft hij een keer gelogeerd bij zijn moeder en hij vond het leuk om daar te slapen en zijn zusje te zien. [de minderjarige] zou wel vaker op verlof willen en ook wel eens bij zijn vader. In de toekomst zou hij gewoon weer bij zijn moeder willen wonen.
4.2.
Mr. Van der Himst stemt namens [de minderjarige] in met het verzoek. [de minderjarige] heeft het naar zijn zin bij [verblijfplaats] en ligt goed in de groep. De omgeving is ook prachtig en [de minderjarige] houdt ervan om buiten te zijn. Zijn gedrag is nu heel anders dan in [plaats] . Hij is weer gestart met school en het verlof is opgestart. Nu [de minderjarige] meer rust ervaart, is hij ook meer ontvankelijk voor therapie. Het zou goed zijn als zijn verblijf in [locatie] gecontinueerd wordt.
4.3.
De vader is het eens met het verzoek. Ter zitting heeft de vader naar voren gebracht dat hij blij is dat [de minderjarige] eindelijk op zijn plek zit. De vader is positief over de samenwerking met [verblijfplaats] en de GI. Hij ziet dat de begeleiders bij [verblijfplaats] goed met [de minderjarige] kunnen omgaan. De vader merkt dat [de minderjarige] hierdoor ook meer open en eerlijk kan zijn over wat hij doet. Het contact tussen [de minderjarige] en de vader gaat goed.
4.4.
De moeder is het eens met het verzoek. Ter zitting heeft de moeder naar voren gebracht dat zij erg blij is met de hulpverlening van en samenwerking met [verblijfplaats] . Zij voelt dat er naar de ouders wordt geluisterd. De moeder ziet dat het goed gaat met [de minderjarige] . Zij is erg tevreden over de eerste keer verlof van [de minderjarige] bij haar thuis.

5.De beoordeling

5.1.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
5.2.
Op grond van de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting is de kinderrechter van oordeel dat aan de hiervoor genoemde gronden is voldaan. Het is de kinderrechter gebleken dat er bij [de minderjarige] langdurig sprake is geweest van een forse ontwikkelingsbelemmering. [de minderjarige] is op zijn 8ste uit huis geplaatst maar verbleef sinds februari 2022 in het [woonvoorziening] van [woonvoorziening] . Daar is veel mis gegaan, wat hij lange tijd kennelijk niet durfde te vertellen. [de minderjarige] heeft daar zelfbepalend en agressief gedrag laten zien en zich onttrokken aan de geboden hulpverlening. Intussen blijkt dat hij zich daar structureel onveilig heeft gevoeld. Sinds eind september 2023 verblijft [de minderjarige] bij [verblijfplaats] en hier heeft hij kunnen stabiliseren. Het is de kinderrechter gebleken dat [de minderjarige] het hier erg naar zijn zin heeft en dat hij zich veilig voelt. Doordat [de minderjarige] op deze plek de benodigde rust en de juiste aandacht lijkt te ervaren, is er bij hem ruimte ontstaan voor hulpverlening en behandeling. De komende tijd zal [verblijfplaats] met [de minderjarige] het behandeltraject voortzetten wat betreft zijn psychiatrische problematiek en ter verwerking van de traumatische gebeurtenissen uit zijn verleden. De kinderrechter acht het – met alle belanghebbenden – van belang dat de plaatsing van [de minderjarige] binnen [verblijfplaats] wordt voortgezet om hem langer te laten profiteren van de geboden ontwikkelingsmogelijkheden en een passend woon- en behandelperspectief te bepalen met de betrokken hulpverlening.
5.3.
Gelet op het voorgaande zal de kinderrechter een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen, en wel voor de periode van zes maanden.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verlengt de machtiging om
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] in [plaats] , te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 19 juni 2024.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 13 december 2023 door mr. F.A. Egter van Wissekerke, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. S.B. Kuvel als griffier, en op schrift gesteld op 15 december 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Amsterdam.