ECLI:NL:RBNHO:2023:13477

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 december 2023
Publicatiedatum
28 december 2023
Zaaknummer
10604979 \ CV EXPL 23-3093
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding door aannemer voor gebrekkige uitvoering van tuinwerkzaamheden

In deze zaak vordert een consument schadevergoeding van een aannemer wegens gebreken in de door de aannemer aangelegde tuin. De consument stelt dat de aannemer niet alle overeengekomen werkzaamheden heeft uitgevoerd en dat de uitgevoerde werkzaamheden gebrekkig zijn. De kantonrechter heeft op 20 december 2023 uitspraak gedaan in de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar. De consument heeft de aannemer op 5 juli 2023 gedagvaard. Tijdens de zitting op 21 november 2023 is de aannemer niet verschenen, wat de kantonrechter heeft meegenomen in zijn beoordeling. De kantonrechter oordeelt dat de aannemer in verzuim is en dat de consument recht heeft op schadevergoeding. De kantonrechter heeft de schadevergoeding vastgesteld op € 20.050,43, inclusief btw, en veroordeelt de aannemer tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast worden de proceskosten aan de kant van de consument toegewezen. Het vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10604979 \ CV EXPL 23-3093 (rvk)
Uitspraakdatum: 20 december 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser]
wonende te [woonplaats]
eiser
verder te noemen: [eiser]
gemachtigde: mr. K. Zeylmaker
tegen
[gedaagde]
wonende en zaakdoende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
in persoon procederend
De zaak in het kort
Een consument vordert schadevergoeding van een aannemer. Volgens de consument heeft de door de aannemer aangelegde tuin gebreken. De kantonrechter geeft de consument gelijk en veroordeelt de aannemer tot schadevergoeding. Daarbij weegt mee dat de aannemer niet op de zitting is verschenen.

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser] heeft bij dagvaarding van 5 juli 2023 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft mondeling geantwoord.
1.2.
Op 21 november 2023 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat [eiser] ter toelichting van zijn standpunten naar voren heeft gebracht. [gedaagde] is niet op de zitting verschenen.

2.De feiten

2.1.
In het voorjaar van 2020 is tussen [eiser] en [gedaagde] een overeenkomst van aanneming van werk gesloten, waarbij [gedaagde] voor [eiser] een tuin zou aanleggen. [gedaagde] zou daarbij onder meer grond afgraven, de tuin ophogen, een terras aanleggen en graszoden leggen. Voor de werkzaamheden is een totaalbedrag (inclusief meerwerk) van € 39.717,49 inclusief btw afgesproken.
2.2.
[gedaagde] is in mei 2020 begonnen met de werkzaamheden. [gedaagde] heeft uiteindelijk niet alle overeengekomen werkzaamheden uitgevoerd. [gedaagde] heeft na september 2020 geen werkzaamheden meer verricht.
2.3.
[gedaagde] heeft voor de werkzaamheden drie facturen verzonden:
- factuur 200508 27-05-2020 € 15.445,65
- factuur 200608 23-06-2020 € 5.776,99
- factuur 200806 25-08-2020€ 12.691,39
Totaal € 33.914,03
2.4.
[eiser] heeft de eerste twee facturen voldaan. Van de derde factuur heeft [eiser] een bedrag van € 3.769,54 voldaan, zodat er nog € 8.921,85 inclusief btw openstaat.
2.5.
In augustus 2020 is tussen partijen correspondentie gewisseld over gebreken in het uitgevoerde werk. Omdat dit niet tot een oplossing leidt, heeft [eiser] een expert (CED) ingeschakeld die op 21 mei 2021 een onderzoek heeft uitgevoerd. Bij dat onderzoek was naast [eiser] ook [gedaagde] aanwezig. Op 14 oktober 2021 is het expertiserapport uitgebracht. In het rapport staat dat het werk de volgende gebreken heeft:
  • De bekabeling t.b.v. de tuinverlichting en stroomvoorziening (220 Volt) is onjuist aangebracht;
  • De bestrating, bestaande uit grote tegels (180 kg), is verzakt;
  • De tegels schotelen;
  • De paal van de ombouw ten behoeve van de caravan is verzakt.
2.6.
Verder staat in het rapport dat de volgende werkzaamheden niet zijn uitgevoerd:
  • Afvoeren en storten restanten tegels;
  • Leveren en plaatsen borderrand;
  • Leveren en aanbrengen graszoden ter hoogte van middentuin;
  • Straatwerk onderaan de trap herstellen;
  • Leveren en aanbrengen graszoden ter hoogte van voortuin;
  • Frezen voortuin voor aanleg nieuw gras;
  • Afvoeren puingrond die in de voortuin is achtergelaten.
2.7.
Verder is volgens de expert tijdens de ophoging van het terrein en het aanbrengen van de kabels schade aan de beplanting ontstaan.
2.8.
De kosten om het werk af te ronden worden door de expert begroot op € 3.125,- inclusief btw. De kosten voor het herstel van de gebreken worden geschat op € 22.966,37 inclusief btw en de gevolgschade wordt begroot op € 500,- inclusief btw.
2.9.
[eiser] heeft op 1 november 2021 het rapport naar [gedaagde] gestuurd en [eiser] heeft [gedaagde] gesommeerd om de gebreken, inclusief de gevolgschade binnen vier weken te herstellen en het werk af te ronden.
2.10.
[gedaagde] heeft niet geageerd en in een brief van 1 december 2021 heeft [eiser] geschreven dat hij afziet van verder nakoming door [gedaagde] en dat hij in plaats daarvan aanspraak maakt op een vervangende schadevergoeding.

3.De vordering en het verweer

3.1.
[eiser] vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 23.256,87. [eiser] legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat de werkzaamheden gebrekkig zijn uitgevoerd en dat de werkzaamheden nog niet geheel zijn afgerond. Volgens [eiser] kan hij aanspraak maken op schadevergoeding van € 33.495,91, voor de kosten van herstel en afronding, waarop nog een bedrag van € 13.152,31 in mindering kan komen dat [gedaagde] nog tegoed heeft.
3.2.
[gedaagde] betwist de vordering. Hij voert aan – samengevat – dat hij de werkzaamheden goed heeft uitgevoerd en dat hij ze ook heeft afgerond. Voor zover er een probleem is met een geplaatste paal heeft [gedaagde] van tevoren duidelijk gewaarschuwd dat hij deze paal vanwege kabels en leidingen niet te diep kon plaatsen. Wat er voor schade aan de beplanting is veroorzaakt, is voor [gedaagde] onduidelijk.

4.De beoordeling

Nieuwe zitting?
4.1.
[gedaagde] is niet op de zitting verschenen. De vraag is of er alsnog een zitting gehouden moet worden. De kantonrechter is van oordeel dat dit niet zo is en licht dit als volgt toe. In de ochtend voor de zitting is namens [gedaagde] met de griffie van de rechtbank gebeld en is gezegd dat [gedaagde] niet op de zitting kon verschijnen omdat hij ziek was. De griffier heeft gevraagd om deze mededeling per e-mail aan de rechtbank te sturen. Een e-mail is echter niet ontvangen. Omdat alleen gemeld is dat [gedaagde] ziek is, er niets is vermeld over de aard van de ziekte, er niet is verzocht om de zitting aan te houden, en evenmin iets is gezegd over de mogelijkheid om een vervanger of gemachtigde te sturen, heeft de kantonrechter geen aanleiding gezien de ziting aan te houden. De zitting is dus doorgegaan. Uit e-mails die [gedaagde] na de zitting heeft gestuurd, blijkt dat hij verzoekt om een nieuwe zitting. Voor een nieuwe zitting bestaat echter alleen aanleiding als voldoende blijkt van klemmende en zwaarwegende redenen waardoor [gedaagde] de eerdere zitting niet kon bijwonen en geen vervanger of gemachtigde kon sturen. Dergelijke redenen zijn niet gebleken. Het verzoek om een nieuwe zitting wordt daarom afgewezen.
Moet [gedaagde] een schadevergoeding betalen?
4.2.
Beoordeeld moet worden of [gedaagde] een schadevergoeding (onder verrekening van nog niet betaalde facturen) aan [eiser] moet betalen. De kantonrechter is van oordeel dat dit het geval is. Dit oordeel wordt hieronder toegelicht.
4.3.
[gedaagde] is niet op de zitting verschenen. [gedaagde] heeft dus geen vragen van de kantonrechter kunnen beantwoorden of inlichtingen kunnen geven. Ook heeft hij de nadere toelichting van [eiser] niet weersproken. Dat komt voor rekening en risico van [gedaagde] . De kantonrechter verbindt daaraan ook het gevolg dat [gedaagde] de nadere toelichting van [eiser] niet heeft betwist, zodat de stellingen in die toelichting voor juist worden gehouden. Dit heeft tot gevolg dat als vaststaand wordt aangenomen dat het werk gebrekkig is uitgevoerd, dat wordt aangenomen dat [gedaagde] niet alle werkzaamheden heeft uitgevoerd en dat [gedaagde] de beplanting beschadigd heeft.
4.4.
[gedaagde] heeft ook niet tegengesproken dat hij door [eiser] bij herhaling is aangemaand om de werkzaamheden alsnog deugdelijk na te komen. [gedaagde] heeft aan die aanmaningen waarbij hem telkens een redelijke termijn werd gegund om aan zijn verplichtingen te voldoen, geen gevolg gegeven. Het gevolg daarvan is dat hij in verzuim is komen te verkeren.
4.5.
[eiser] heeft ervoor gekozen om niet langer nakoming van [gedaagde] te vorderen, maar in plaats daarvan een schadevergoeding. Uit wat hiervoor is overwogen over het gebrekkig uitvoeren van de aanleg van de tuin, het niet uitvoeren van alle werkzaamheden en de schade aan de beplanting, volgt dat [eiser] aanspraak kan maken op vervangende schadevergoeding.
4.6.
Bij het bepalen van de hoogte van die schadevergoeding zal worden uitgaan van de peildatum 1 december 2021, de datum waarop [eiser] zijn vordering tot nakoming heeft omgezet in een vordering tot vervangende schadevergoeding. Met de omstandigheid dat de herstelkosten intussen hoger liggen, zal dus geen rekening worden gehouden.
4.7.
De kantonrechter zal bij de begroting van de schade aansluiten bij de herstelkosten zoals die zijn begroot in het deskundigenrapport van 14 oktober 2021, omdat voldoende aannemelijk is dat die begroting niet wezenlijk afwijkt van het prijspeil op 1 december 2021. Dat leidt tot een bedrag van € 26.091,37 aan vervangende schadevergoeding. Ook zal [gedaagde] worden veroordeeld de gevolgschade van € 500,00 te vergoeden. In totaal komt dit neer op een bedrag van € 26.591,37. Op dit bedrag komt in mindering het door [gedaagde] gefactureerde bedrag van € 8.921,85 waarvan [eiser] heeft erkend dat hij dit nog moet betalen. Dat betekent dat na verrekening een bedrag van € 17.669,52 aan schadevergoeding toewijsbaar is.
4.8.
De kosten van het deskundigenrapport van € 1.229,36 zullen worden toegewezen, omdat dit redelijke kosten zijn voor de vaststelling van schade en aansprakelijkheid en de hoogte daarvan ook redelijk is.
4.9.
[eiser] maakt ook aanspraak op vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten. Het is voldoende aannemelijk geworden dat [eiser] buitengerechtelijke inspanningen heeft geleverd om tot incasso van de vordering te komen. De daardoor veroorzaakte kosten van € 1.151,55 (inclusief btw) komen voor vergoeding in aanmerking, gelet op de hoogte van de toe te wijzen hoofdsom.
4.10.
In totaal zal [gedaagde] dus worden veroordeeld tot betaling van € 20.050,43 (€ 17.669,52 + € 1.229,36 + € 1.151,55).
4.11.
Tegen de gevorderde rente is geen verweer gevoerd en deze is over alle voorgaande bedragen toewijsbaar.
4.12.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat hij ongelijk krijgt. De gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiser] van € 20.050,43 (inclusief btw), te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 5 juli 2023 tot aan de dag van de gehele betaling;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [eiser] tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 133,88
griffierecht € 693,00
salaris gemachtigde € 1.058,00
5.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente over de proceskosten vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J. Jansen en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter