ECLI:NL:RBNHO:2023:13377

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 november 2023
Publicatiedatum
21 december 2023
Zaaknummer
10545691 \ CV EXPL 23-2584
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van kosten van geneeskundige behandelingsovereenkomst en geschil over ontvangst factuur

In deze zaak heeft Infomedics B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die een tandheelkundige behandeling heeft ondergaan. De behandeling is uitgevoerd door Dekker Tandartspraktijk Hoorn B.V., die de kosten van de behandeling heeft gecedeerd aan Infomedics. Infomedics heeft op 16 december 2022 een factuur van € 92,58 gestuurd naar de gedaagde, maar de gedaagde stelt dat zij deze factuur nooit heeft ontvangen. Infomedics heeft vervolgens een dagvaarding uitgebracht op 17 mei 2023, waarna de gedaagde schriftelijk heeft geantwoord en later het bedrag van de factuur heeft betaald, maar betwist de bijkomende kosten en de ontvangst van herinneringen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde in verzuim is geraakt na het verstrijken van de betalingstermijn, maar dat niet kan worden vastgesteld dat de gedaagde de factuur daadwerkelijk heeft ontvangen. De kantonrechter oordeelt dat Infomedics niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de factuur en herinneringen zijn ontvangen. De vordering tot betaling van de wettelijke rente wordt toegewezen, maar de vordering tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten wordt afgewezen, omdat niet is aangetoond dat de gedaagde in verzuim verkeerde op het moment van aanmaning. De proceskosten worden toegewezen aan Infomedics, omdat de gedaagde niet tijdig heeft betaald, ondanks dat zij op de hoogte was van de openstaande rekening.

De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van de wettelijke rente over het bedrag van € 92,58 vanaf 17 mei 2023 tot aan de dag van volledige betaling, en de proceskosten zijn vastgesteld. De overige vorderingen van Infomedics zijn afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10545691 \ CV EXPL 23-2584 TB
Uitspraakdatum: 15 november 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap
Infomedics B.V.
gevestigd te Almere
eiseres
verder te noemen: Infomedics
gemachtigde: Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. M.T.A.M. Mes

1.Het procesverloop

1.1.
Infomedics heeft bij dagvaarding van 17 mei 2023 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Infomedics heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna [gedaagde] een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] heeft op 22 november 2022 een tandheelkundige behandeling ondergaan bij Dekker Tandartspraktijk Hoorn B.V. (hierna: de tandarts).
2.2.
De tandarts heeft de vordering inzake de kosten van die behandeling gecedeerd aan Infomedics.
2.3.
Infomedics heeft voor de behandeling op 16 december 2022 een factuur van € 92,58 gestuurd aan [gedaagde] .
2.4.
Op de achterkant van de factuur staan de betalingsvoorwaarden van Infomedics vermeld. In deze voorwaarden is – voor zover van belang – bepaald:
“Als u de rekening niet voor de vervaldatum heeft betaald, dan bent u in verzuim zonder dat daarvoor een nadere ingebrekestelling is vereist. Omdat u het uiteraard vergeten kunt zijn, sturen we u een herinnering waarin wij u vragen de rekening alsnog binnen 15 dagen nadat deze brief bij u bezorgd is, te voldoen. Mocht de betaling binnen deze gestelde datum uitblijven, dan brengen wij rente en incassokosten in rekening.”

3.Het geschil

3.1.
Infomedics vordert – na vermindering van eis – dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 41,16, te vermeerderen met de wettelijke rente over de hoofdsom van € 92,58, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van deze procedure.
3.2.
Infomedics legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] een tandheelkundige behandeling heeft laten uitvoeren, maar de nota daarvan van € 92,58 niet heeft betaald. [gedaagde] is sinds het verstrijken van de betalingstermijn van de nota in verzuim en moet daarom de wettelijke rente betalen. Deze bedraagt tot 9 mei 2023 € 1,16. [gedaagde] moet ook de buitengerechtelijke incassokosten van € 40,00 betalen.
3.3.
[gedaagde] is het gedeeltelijk niet eens met de vordering en voert het volgende aan. De medische behandelingen hebben plaatsgevonden en zij erkent dat zij het bedrag van € 92,58 moet betalen, maar zij heeft daarvoor nooit de rekening ontvangen, niet per post en niet per e-mail. Ook de herinnering per e-mail van 20 januari 2023 en brieven van CMIB Incasso Bureau heeft zij niet ontvangen. [gedaagde] is van mening dat zij ten onrechte is gedagvaard en dat zij niets meer verschuldigd is aan Infomedics. [gedaagde] heeft op 2 juli 2023 een bedrag van € 92,58 betaald aan Infomedics.

4.De beoordeling

4.1.
Infomedics baseert haar vordering op nakoming van de tussen de tandarts en [gedaagde] gesloten behandelingsovereenkomst. Infomedics heeft onweersproken gesteld dat deze overeenkomst niet schriftelijk is gesloten.
4.2.
De tandarts is als handelaar aan te merken en [gedaagde] is consument. Aangezien de onderhavige overeenkomst een geneeskundige behandelingsovereenkomst is, hoeft niet te worden getoetst of is voldaan aan de informatieverplichtingen die op grond van de wet gelden. [1]
4.3.
[gedaagde] erkent de hoogte en de verschuldigdheid van de rekening van 16 december 2022, maar zij betwist dat zij die rekening en herinneringen heeft ontvangen. Een bedrag van € 92,58 heeft zij inmiddels voldaan. De kantonrechter neemt aan dat [gedaagde] hiermee bedoeld heeft de hoofdsom te voldoen. Feitelijk gaat het in deze procedure alleen nog over de vraag of [gedaagde] gehouden is de overige kosten te betalen. Daartoe overweegt de kantonrechter het volgende.
4.4.
Infomedics heeft onbetwist gesteld dat zij alle brieven heeft gezonden naar het juiste adres. Het had echter gelet op de betwisting van [gedaagde] op de weg van Infomedics gelegen om haar stelling dat [gedaagde] de rekening van 16 december 2022 wel degelijk heeft ontvangen nader (met stukken) te onderbouwen, bijvoorbeeld door overlegging van een afschrift van een aangetekend verzonden rekening. Dat heeft Infomedics niet gedaan. Haar stellingen dat de rekening naar het adres van [gedaagde] is verstuurd, dat die rekening niet onbestelbaar retour is gekomen en dat het niet aannemelijk en statistisch vrijwel onmogelijk is dat [gedaagde] geen enkele van alle herinneringen en aanmaningen (en kennelijk dus ook de rekening) niet heeft ontvangen, kunnen niet tot de conclusie leiden dat [gedaagde] specifiek de rekening heeft ontvangen.
4.5.
Hoewel niet kan worden vastgesteld dat [gedaagde] de rekening van 16 december 2022 heeft ontvangen, volgt de kantonrechter [gedaagde] niet in haar bij antwoord ingenomen standpunt dat zij helemaal geen herinneringen heeft ontvangen. Er zijn per post nog twee herinneringen van CMIB Incasso Bureau gestuurd aan het adres van [gedaagde] . Het is onaannemelijk dat [gedaagde] geen van deze brieven heeft ontvangen. [gedaagde] heeft ook geen concrete omstandigheden aangevoerd dat zij problemen ervaart met het ontvangen van post. Als er vaker problemen zijn met de post, ligt het op haar weg om er zorg voor te dragen dat zij ook op een andere wijze bereikbaar is voor derden. Dat zij dit heeft gedaan, is gesteld noch gebleken. Ook na het uitbrengen van de dagvaarding is niet gesteld of gebleken dat [gedaagde] contact met (de gemachtigde van) Infomedics heeft opgenomen over (het niet ontvangen) de factuur. Weliswaar heeft zij inmiddels de factuur betaald, maar dit heeft zij pas op 2 juli 2023 – ruim na het uitbrengen van de dagvaarding op 17 mei 2023 – gedaan. Dat de factuur en de daaropvolgende aanmaningen [gedaagde] niet hebben bereikt komt naar het oordeel van de kantonrechter dan ook voor haar rekening en risico.
4.6.
Infomedics maakt onder meer aanspraak op vergoeding van wettelijke rente. Ter onderbouwing van haar vordering stelt zij dat [gedaagde] in verzuim is geraakt na het verstrijken van de betalingstermijn zoals vermeld op de desbetreffende nota/factuur. Een betaaltermijn op een nota/factuur is op zichzelf echter geen fatale termijn als bedoeld in artikel 6:83 aanhef en onder a BW. Daarvoor is in beginsel een voor nakoming overeengekomen termijn vereist. Uit het lichaam van de dagvaarding blijkt niet dat partijen de betalingstermijn zijn overeengekomen, zodat [gedaagde] niet na het verstrijken van deze betalingstermijn in verzuim is geraakt. Vanaf welk moment [gedaagde] wel op de hoogte was van de openstaande rekening en vanaf welk moment [gedaagde] in verzuim is met betaling van de openstaande rekening kan de kantonrechter niet vaststellen, gelet op de betwisting van [gedaagde] van de ontvangst van de brieven. Wel staat vast dat [gedaagde] in ieder geval de dagvaarding heeft ontvangen en dus vanaf 17 mei 2023 in verzuim is met de betaling van de factuur van 16 december 2022 tot aan de dag van betaling op 2 juli 2023. De wettelijke rente zal daarom over die periode worden toegewezen.
4.7.
Ten aanzien van de buitengerechtelijke incassokosten stelt Infomedics in de dagvaarding een aanmaning in de zin van artikel 6:96 lid 6 BW te hebben gestuurd aan [gedaagde] . Niet is gebleken dat [gedaagde] in verzuim verkeerde op het moment dat Infomedics stelt de aanmaning te hebben verstuurd. Daarmee is niet voldaan aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. Bovendien is het overgelegde afschrift van de e-mail niet voldoende, nu daarin de zogenoemde header ontbreekt, zodat niet kan worden vastgesteld of de e-mail is verstuurd en naar welk adres. Daarmee is in strijd gehandeld met artikel 85 lid 1 Rv. Gelet op het voorgaande worden de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten daarom afgewezen.
4.8.
Ten aanzien van de proceskosten geldt dat op grond van de wet de in het ongelijk gestelde partij moet worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Nu [gedaagde] ten tijde van het uitbrengen van de dagvaarding nog niet de hoofdsom had betaald, is zij terecht gedagvaard en komen deze kosten in beginsel voor haar rekening. Dit kan anders zijn als zij rauwelijks – dus zonder eerdere aankondiging – is gedagvaard. De kantonrechter roept in herinnering dat hoewel aan [gedaagde] kan worden toegegeven dat niet kan worden vastgesteld dat zij de rekening van 16 december 2022 heeft ontvangen, had het op haar weg gelegen om naar aanleiding van de ontvangst van één van de herinneringen (en de kantonrechter gaat er vanuit dat [gedaagde] ten minste één van de herinneringen heeft ontvangen) alsnog tot betaling van de openstaande rekening over te gaan, al dan niet na contact met Infomedics op te hebben genomen om de juistheid van de rekening/herinnering te verifiëren. Dat [gedaagde] dit heeft nagelaten, komt voor haar rekening en risico en maakt dat Infomedics op goede gronden tot het starten van een procedure is overgegaan.
4.9.
Gelet op het voorgaande komen de proceskosten die door Infomedics zijn gemaakt voor rekening van [gedaagde] .

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Infomedics van de wettelijke rente over € 92,58 vanaf 17 mei 2023 tot aan de dag van de gehele betaling;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Infomedics tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 107,84
griffierecht € 128,00
salaris gemachtigde € 78,00 (2 x € 39,00);
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. van Rijn en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 6:230l Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) en verder (zie artikel 6:230h lid 2 onder d BW).