ECLI:NL:RBNHO:2023:13263

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 december 2023
Publicatiedatum
20 december 2023
Zaaknummer
10307939 BZ VERZ 23-491 jb
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Klachten over mentor ongegrond verklaard in mentorschapszaak

In deze beschikking van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, heeft de kantonrechter op 20 december 2023 uitspraak gedaan in een zaak betreffende klachten van een betrokkene over haar mentor, R. Goossen. De klachten zijn ingediend op 23 september 2022 en betroffen onder andere de ondersteuning die de betrokkene had verwacht van haar mentor in een conflict met de woningbouwvereniging. De betrokkene stelde dat Goossen haar niet adequaat had geholpen en haar had doorverwezen naar een advocaat, wat leidde tot een gemiste deadline bij de Huurcommissie en financiële schade. Daarnaast werd er geklaagd over een schending van de privacy doordat Goossen een voormalige bewindvoerder bij een afspraak had uitgenodigd.

De kantonrechter heeft de klachten beoordeeld en geconcludeerd dat het niet de taak van een mentor is om zich te mengen in zakelijke conflicten, zoals dat met de woningbouwvereniging. De klacht over de aanwezigheid van de voormalige bewindvoerder werd ook ongegrond verklaard, aangezien de betrokkene op de hoogte was van diens aanwezigheid. Voor de overige klachten, zoals de gemiste deadline en het niet nakomen van afspraken, ontbraken concrete argumenten van de betrokkene die zouden aantonen dat Goossen tekort was geschoten in zijn taken als mentor.

De kantonrechter oordeelde dat Goossen recht had op zijn beloning, maar besloot om de betrokkene niet te veroordelen tot betaling van de vergoeding over januari 2023, gezien Goossen zijn vergoeding had aangeboden te splitsen. De beslissing van de kantonrechter was om de klachten van de betrokkene ongegrond te verklaren en het meer of anders verzochte af te wijzen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer: 10307939 BZ VERZ 23-491 jb
Uitspraakdatum: 20 december 2023

Beschikking van de kantonrechter

Op verzoek van:
[betrokkene],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: betrokkene.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • een klachtbrief met bijlagen, ter griffie ingekomen op 23 september 2022;
  • het verweer met bijlagen van R. Goossen, ingekomen op 25 oktober 2022 en op 7 februari 2023;
  • de reactie van betrokkene, ingekomen op 14 februari 2023.
Op 1 november 2023 heeft een mondelinge behandeling van de klachten plaatsgevonden.

beoordeling

Bij beschikking van 2 september 2015 is ten behoeve van betrokkene een mentorschap ingesteld met benoeming van R. Goossen h.o.d.n. Attent Mentoren, gevestigd te Alkmaar, tot mentor. Bij beschikking van 28 december 2022 is op verzoek van betrokkene R. Goossen ontslagen als mentor en is Stichting Mentorschap Noordwest en Midden tot opvolgend mentor benoemd.
De klachten van betrokkene betreffen voornamelijk het volgende. Zij heeft van Goossen een ander beeld voorgeschoteld gekregen van het mentorschap dan hoe het daadwerkelijk in de praktijk gaat. Zo had zij een conflict met de woningbouwvereniging over haar nieuwe huurwoning en daarbij had zij ondersteuning van haar mentor verwacht. Goossen verwees haar echter naar een advocaat en verder moest zij zelf van alles uitzoeken. Door zijn toedoen liep betrokkene ook een deadline bij de Huurcommissie mis, wat haar €25,-- kostte.
Ook vond betrokkene het heel vervelend dat Goossen bij een afspraak met haar op zijn kantoor, haar voormalige bewindvoerder had uitgenodigd. Zij meent dat hij haar privacy daarmee geschonden heeft.
Voorts heeft Goossen vanaf 23 september 2022, na het gesprek dat zij hadden bij de Brijder Stichting, niets meer van zich laten horen. Op mails kreeg zij geen reactie en haar telefoonnummer was geblokkeerd. Betrokkene wil daarom dat Goossen zijn vergoeding van oktober tot en met december terugbetaalt tezamen met eerder genoemde €25,--. Haar bewindvoerder heeft de vergoeding voor januari 2023 niet aan Goossen betaald.
Verder deed Goossen haar veel beloftes maar kwam hij die niet na. Betrokkene voelt zich erg gekwetst en beschadigd door Goossen en wil met haar klachten anderen behoeden voor een zelfde behandeling door hem.
Goossen heeft de klachten weersproken. Hij heeft betrokkene vanwege het conflict met de woningbouwvereniging verwezen naar een advocaat omdat hij in die kwestie geen uitvoerende taak had maar alleen een ondersteunende taak.
De kantonrechter is van oordeel dat het niet de taak van een mentor is om zich te mengen in een zakelijk conflict met een woningbouwvereniging. Deze klacht acht de kantonrechter dan ook ongegrond.
De klacht dat Goossen de voormalige bewindvoerder bij een gesprek met betrokkene had uitgenodigd is naar het oordeel van de kantonrechter ook ongegrond. Betrokkene wist dat de voormalige bewindvoerder bij het gesprek aanwezig zou zijn. Bovendien kwam zij pas twee uur later dan afgesproken was. Betrokkene had in de tussentijd voldoende gelegenheid om Goossen mee te delen dat zij de aanwezigheid van een derde persoon niet op prijs stelde maar heeft dat kennelijk nagelaten.
Voor de overige klachten zoals de gemiste deadline en het niet nakomen van afspraken, zijn er onvoldoende aanknopingspunten gegeven door betrokkene, waaruit blijkt dat Goossen tekort is geschoten in de uitvoering van zijn mentortaken. Betrokkene heeft geen enkel concreet argument aangegeven.
Voor zover juist is dat Goossen niet telefonisch en digitaal bereikbaar was na 23 september 2022 betekent dat niet dat hij geen werkzaamheden meer heeft verricht. In ieder geval heeft hij wel schriftelijk gereageerd op de klachten in oktober 2022.
Goossen heeft daarom recht op zijn beloning. Omdat Goossen echter ter zitting heeft voorgesteld om de vergoeding te splitsen zal de kantonrechter betrokkene niet veroordelen tot betaling van de vergoeding over januari 2023 (wat een halve maandvergoeding zou zijn), maar het voorstel van Goossen als een handreiking te zien.
De beslissing luidt daarom als volgt.

beslissing

De kantonrechter verklaart de klachten ongegrond en wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.E. Merkus, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter