ECLI:NL:RBNHO:2023:13209

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 november 2023
Publicatiedatum
20 december 2023
Zaaknummer
10722271 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde administratieve boete wegens stilstaan op trottoir onder omstandigheden van overmacht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 15 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve boete die aan betrokkene was opgelegd. De boete was opgelegd wegens het stilstaan op een trottoir, wat in strijd is met de verkeersvoorschriften. Betrokkene heeft tegen deze boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene het beroep bij de kantonrechter ingesteld.

Tijdens de zitting op 15 november 2023 heeft de vertegenwoordiger van de officier van justitie de beslissing gehandhaafd, terwijl betrokkene aanvoerde dat de auto door een storm (windkracht 8) naar achteren was gestuwd, omdat hij vergeten was de pook in de P-stand te zetten. Betrokkene heeft bewijsstukken overgelegd, waaronder een foto en een video van de beveiligingscamera van een sportschool, waaruit blijkt dat de auto zich verplaatste. Betrokkene deed een beroep op overmacht.

De kantonrechter heeft overwogen dat een geslaagd beroep op overmacht kan leiden tot het oordeel dat de gedraging onder zodanige omstandigheden is verricht dat de sanctie achterwege moet blijven. Gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden, oordeelde de kantonrechter dat het opleggen van een boete niet billijk was. Het beroep van betrokkene werd gegrond verklaard, en de beschikking waarbij de boete was opgelegd, alsook de beslissing van de officier van justitie, werden vernietigd. De kantonrechter heeft bepaald dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan hem terugbetaalt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10722271 \ WM VERZ 23-620
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 15 november 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve boete (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 15 november 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. Betrokkene heeft voor de zitting op 1 oktober 2023 aanvullende stukken ingediend. Daarnaast is op de zitting de door betrokkene overgelegde video bekeken. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: stilstaan op het trottoir, voetpad, fietspad, fiets/bromfietspad of het ruiterpad (niet de rijbaan gebruiken).
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft aangevoerd dat de auto door de storm (windkracht 8) naar achteren werd gestuwd, omdat betrokkene vergeten was de pook in de P-stand te zetten. Hierdoor heeft de auto door de stand van de wielen dezelfde route afgelegd langs de poortpaal en de naburige auto, zoals betrokkene de parkeerplaats was opgereden. Door middel van een foto geeft betrokkene aan dat de auto stond geparkeerd op een reguliere parkeerplaats waar de Toyota staat geparkeerd. Er is tevens een filmpje overgelegd van de beveiligingscamera van de sportschool waarop te zien is dat de auto zich verplaatst. Betrokkene doet een beroep op overmacht.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
Het verweer van betrokkene betreft een beroep op overmacht. Een geslaagd beroep op overmacht kan leiden tot het oordeel dat de gedraging is verricht onder zodanige omstandigheden dat de sanctie achterwege zou moeten blijven. De kantonrechter is van oordeel dat in dit geval - gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging is verricht - het opleggen van een boete niet billijk is. Het beroep is daarom gegrond. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van officier van justitie zullen worden vernietigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de
boete is opgelegd;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: