ECLI:NL:RBNHO:2023:12959

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 december 2023
Publicatiedatum
18 december 2023
Zaaknummer
C/15/319652 / FA RK 21-4109
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.W.M. de Wolf MSM
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing omgangsverzoek grootmoeder in het belang van minderjarigen

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 18 december 2023 uitspraak gedaan in een omgangsverzoek van een grootmoeder. De grootmoeder verzocht om een omgangsregeling met haar kleinkinderen, die sinds 2019 geen contact meer met haar hebben gehad. De rechtbank heeft de grootmoeder ontvankelijk verklaard in haar verzoek, maar uiteindelijk het verzoek afgewezen. De rechtbank oordeelde dat omgang in strijd is met de zwaarwegende belangen van de minderjarigen. De grootmoeder had in het verleden regelmatig contact met de kinderen, maar door spanningen met de ouders is dit contact verloren gegaan. De ouders hebben betoogd dat de kinderen geen behoefte hebben aan contact met de grootmoeder en dat de grootmoeder zich niet aan afspraken heeft gehouden. De rechtbank concludeerde dat de grootmoeder niet in staat is gebleken om de noodzakelijke ruimte te geven voor herstel van het contact en dat haar gedrag schadelijk is voor de kinderen. De rechtbank heeft daarom besloten het verzoek tot omgang af te wijzen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Haarlem
omgang
zaak-/rekestnr.: C/15/319652 / FA RK 21-4109
Beschikking van de enkelvoudige kamer voor familiezaken van 18 december 2023
in de zaak van:
[de grootmoeder],
wonende te [plaats] ,
hierna te noemen: de grootmoeder,
advocaat mr. A.E. Muller, kantoorhoudende te Haarlem,
tegen
[de vader]en
[de moeder],
beiden wonende te [plaats] ,
hierna te noemen: de moeder, de vader en/of de ouders,
advocaat mr. L.C. Fuijkschot, kantoorhoudende te Alkmaar,
--betreffende--
[de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] ;
[de minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] ;
[de minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] .
hierna mede te noemen: de minderjarigen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de beschikking van 1 december 2021 en de daarin genoemde stukken;
- de brief, met bijlagen 8 t/m 10, van de vorige advocaat (mr. C.J. Gebuijs) van de grootmoeder van 5 mei 2022;
- de pleitnotitie van de vorige advocaat (mr. C.J. Gebuijs) van de grootmoeder;
- het proces-verbaal van de zitting van 16 mei 2022;
- de brief van de advocaat van de ouders van 28 februari 2023;
- de brief van de advocaat van de grootmoeder van 3 maart 2023;
- de brief, met bijlage 5, van de advocaat van de ouders van 28 maart 2023;
- de brief van de advocaat van de grootmoeder van 5 april 2023.
1.2.
De behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op de zitting van 20 november 2023 in aanwezigheid van partijen, de grootmoeder, bijgestaan door mr. A.E. Muller en de ouders door mr. L.C. Fuijkschot. Tevens was ter zitting als informant aanwezig [vertegenwoordiger van de raad] namens de Raad voor de Kinderbescherming (hierna te noemen: de Raad).

2.De verdere beoordeling

2.1.
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 16 mei 2022 is met de aanwezigen - onder meer - afgesproken dat de grootmoeder één keer per maand - aan het begin van de maand - een kaartje naar de kinderen stuurt en verder niets. De grootmoeder zal daarnaast geen contact zoeken met [de minderjarige 1] . Verder zullen partijen zich aanmelden bij Family Supporters om met elkaar in gesprek te gaan. Daarop heeft de rechtbank de zaak voor de duur van een jaar aangehouden, te weten tot 16 mei 2023.
2.2.
De advocaat van de grootmoeder heeft op de zitting van 20 november 2023 opnieuw de ontvankelijkheidsvraag behandeld. Gelet op het wetsvoorstel ‘drempelverlaging omgang grootouder(s)’ wordt beoogd de drempel voor grootouders te verlagen om omgang met kleinkinderen te verzoeken. Namens de grootmoeder is betoogd dat in casu sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking tussen de grootmoeder en de kinderen. Op die grond moet het verzoek om een omgangsregeling vast te stellen worden toegewezen.
De grootmoeder heeft verder naar voren gebracht dat zij de kinderen twee jaar lang wekelijks een kaart heeft gestuurd. Zij worden al tweeëneenhalf jaar bij haar uit het zicht gehouden. Dit, terwijl de grootmoeder altijd 24/7 voor het gezin heeft klaargestaan. Zij heeft zeven keer haar excuses aangeboden voor wat er tussen haar en de moeder is gebeurd, maar ze mag de kleinkinderen nog steeds niet zien. De Raad heeft volgens de grootmoeder eerder al onderstreept dat zij een rol in het leven van de kinderen heeft en dat dit in het belang van de ontwikkeling en identiteit van de kinderen wordt geacht. De grootmoeder wil de problemen met de moeder graag oplossen, maar ze krijgt geen antwoord op verzoeken hiertoe. De kleinkinderen missen haar, aldus de grootmoeder.
2.3.
Namens de ouders is betoogd dat (begeleide) omgang niet in het belang van de kinderen wordt geacht. De kinderen hebben sinds maart 2019 niet meer bij de grootmoeder verbleven; zij hebben haar sinds februari 2020 niet meer gezien. De jongste twee kinderen hebben geen bewuste herinnering aan de grootmoeder. [de minderjarige 1] heeft dat wel, maar zij heeft geen behoefte aan contact. De moeder heeft dat evenmin. De vader is bereid om omgang in de toekomst te faciliteren wanneer de kinderen daar behoefte aan hebben en hij kan de omgang dan ook begeleiden. Er zijn namens de ouders meerdere pogingen gedaan om de band met de grootmoeder te herstellen, maar dat is niet gelukt. De grootmoeder houdt zich niet aan afspraken en kan zich niet beheersen. Zo stuurt zij bijvoorbeeld tegen de afspraak in e-mails en Whatsapp-berichten en plaatst zij berichten op social media. Vanwege de situatie is bij de moeder zoveel onrust en spanning ontstaan, dat zij geen behoefte meer heeft aan systeemtherapie. Dat moet worden gerespecteerd. Gelet op het belang van de kinderen moeten de verzoeken van de grootmoeder worden afgewezen, aldus de ouders.
2.4.
De rechtbank overweegt als volgt.
2.5.
Naar het oordeel van de rechtbank is de grootmoeder ontvankelijk in haar verzoek. Er is sprake van een nauwe persoonlijke betrekking omdat in het verleden veelvuldig contact is geweest tussen de grootmoeder en de kinderen. De grootmoeder en de kinderen hebben een (bloed)band en daarmee is - vanuit ieders identiteit - sprake van een verbinding. De jongste kinderen waren twee jaar oud toen de ruzie tussen de grootmoeder en de moeder ontstond en in de periode daarvoor was er wel contact met de kinderen. Dat er vervolgens twee jaar lang geen contact tussen hen is geweest, doet daaraan niet af. Het feit dat spanningen tussen de grootmoeder en de moeder tot de ontstane situatie hebben geleid brengt evenmin met zich dat de band van family life is verdampt. De rechtbank concludeert dan ook dat sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking (family life).
2.6.
Ter gelegenheid van de vorige zitting, op 16 mei 2022, is met de aanwezigen besproken dat de grootmoeder één keer per maand een kaartje naar de kinderen stuurt en verder niets. Deze afspraak is gemaakt om de moeder in de gelegenheid te stellen tot zichzelf te komen, totdat er een plaats voor hulpverlening bij Family Supporters is vrijgekomen. De rechtbank heeft partijen toen ook het volgende voorgehouden.
Het gezin vormt de eerste cirkel en grootouders, ooms en tantes vormen de tweede cirkel. Als er spanning zit tussen de eerste en de tweede cirkel dan gaat de eerste cirkel voor. Zodra de tweede cirkel dit respecteert, ontstaat er ruimte. Als de tweede cirkel dat niet respecteert, ontstaat er een blokkade. Gebleken is dat Family Supporters niet van de grond is gekomen. Gebleken is ook dat de grootmoeder niet in staat is (geweest) om haar gevoelens van onmacht te hanteren. Zij heeft zich niet gehouden aan de afspraak dat zij één keer per maand een kaartje zou sturen en verder niets.
De rechtbank moet helaas vaststellen dat de grootmoeder vanuit de tweede cirkel niet in staat is gebleken om zowel haar dochter als haar schoonzoon als de kinderen de noodzakelijke ruimte te geven om vanuit rust het contact te herstellen en opnieuw vorm te geven. Vaststaat immers dat zij tegen de afspraak in e-mails en Whatapp-berichten stuurt en berichten plaatst op social media, zoals de vader onweersproken naar voren heeft gebracht. Grootmoeder blijft strijden voor omgang met de kinderen, maar miskent dat door haar handelwijze de afstand tot hen - en ook tot de moeder - steeds groter wordt.
De oudste dochter is mogelijk in een loyaliteitsconflict beland omdat zij de spanningen tussen de grootmoeder en de moeder voelt. Zolang deze spanning blijft bestaan, zal zij geen emotionele ruimte (kunnen) voelen om vrij en onbelast contact met de grootmoeder te hebben. Voor haar is de situatie schadelijk. Voor voornoemde gevolgen van de handelwijze van grootmoeder, dient zij verantwoordelijk te worden gehouden.
Het voorgaande maakt, mede met inachtneming van de stukken en het verhandelde ter zitting, dat inzet op omgang van de grootmoeder met de kinderen onder de geschetste omstandigheden in strijd met de zwaarwegende belangen van de kinderen wordt geacht. Het verzoek tot vaststelling van een omgangsregeling dient dan ook te worden afgewezen. De rechtbank zal conform beslissen.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
wijst het verzoek van de grootmoeder af.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.W.M. de Wolf MSM, rechter, tevens kinderrechter, in tegenwoordigheid van I.B. Dinkelaar als griffier en in het openbaar uitgesproken op 18 december 2023.
Tegen deze beschikking kan – voor zover er definitief is beslist – door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam . De verzoekende partij en/of de zich verwerende partij dient het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen.