Op 7 december 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De zaak is behandeld in het kader van het civiel recht, specifiek binnen het personen- en familierecht. De kinderrechter heeft de minderjarige onder toezicht gesteld op 24 november 2021, en deze maatregel is sindsdien meerdere keren verlengd. De huidige ondertoezichtstelling loopt tot 23 december 2023. De moeder van de minderjarige, hierna te noemen de moeder, heeft het ouderlijk gezag over [de minderjarige]. De minderjarige verblijft momenteel bij [accommodatie jeugdhulpaanbieder]. Tijdens de mondelinge behandeling op 7 december 2023 zijn zowel de moeder als een vertegenwoordiger van de GI (Jeugd- & Gezinsbeschermers) aanwezig geweest. De kinderrechter heeft de minderjarige gehoord en zijn mening is meegenomen in de beoordeling.
De GI heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing, omdat de minderjarige specifieke behoeften heeft die in de thuissituatie bij de moeder niet kunnen worden vervuld. De minderjarige heeft een belast verleden en vertoont moeilijk gedrag, wat vraagt om een gestructureerde omgeving. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder, ondanks positieve ontwikkelingen, nog niet in staat is om de minderjarige de benodigde zorg en structuur te bieden. De kinderrechter heeft besloten om de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen voor een periode van elf maanden, tot 24 november 2024, om de ingezette hulpverlening te waarborgen tot de minderjarige bijna meerderjarig is. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 7 december 2023.