Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
“Het niet conform leggen van de Vloer door By Janssen levert een tekortkoming op in de nakoming van de overeenkomst. De heer [eiser] verzoekt, (…) u ombinnen twee weken na dagtekening van deze brief:- onvoorwaardelijk te bevestigen dat By Janssen alsnog haar verplichtingen uit de overeenkomst zal nakomen door middel van algehele vervanging van de vloer voor haar rekening en risico, en daartoe een plan van aanpak toe te zenden.Indien u niet, niet tijdig of niet volledig aan een of meer van bovenstaande sommaties voldoet, verkeert u in verzuim en zal de heer [eiser] zich genoodzaakt zien om zonder nadere aankondiging (rechts)maatregelen te treffen. Hieronder valt bijvoorbeeld het inschakelen van een derde om de Vloer te herstellen of opnieuw te plaatsen. De kosten hiervan zullen op u worden verhaald.”
“
Op 10 oktober 2022 heeft de heer [eiser] aan By Janssen een ingebrekestelling gestuurd met daarin een termijn van twee weken voor het algeheel vervangen van de Vloer. (…) Op 25 oktober 2022 is de termijn, gesteld in de ingebrekestelling, verlopen, zodat By Janssen reeds in verzuim verkeert.Op grond van artikel 6:87 van het Burgerlijk Wetboek zet de heer [eiser] derhalve de verbintenis tot nakoming van de overeenkomst (…) om in de verbintenis tot betaling van een vervangende schadevergoeding. (…) Dat betekent dat de heer [eiser] niet langer nakoming in de vorm van vervanging van de Vloer verlangt, maar in plaats daarvan vervangende schadevergoeding vordert.(…)Zodra de totale schade bekend is, verneemt u dat van mij.”
3.De vordering
4.Het verweer
De vloer en de wijze waarop deze is gelegd beantwoordt aan de door By Janssen met de [familie] gesloten overeenkomst. In overleg met de [familie] is gekozen voor een kleeflijm en is de vloer niet permanent verlijmd aan de ondervloer. Op deze manier is de vloer eventueel makkelijk mee te verhuizen. De gebruikte lijm (Schönox iFloor fixeerlijm) is geschikt voor dit type vloer.
Daarbij komt dat de vloer niet uit eigen beweging loskomt en dat het vervangen van een deel van de vloer mogelijk is zonder gevolgschade.
Voorts is van belang dat By Janssen zich bereid heeft getoond om uit coulance de gehele vloer te vervangen, mits partijen de kosten zouden delen. [eiser] is hier echter niet op ingegaan.
Tot slot betwist By Janssen de hoogte van de door [eiser] begrote schade. [eiser] past ten onrechte geen voldoende “nieuw voor oud aftrek” toe. Daarnaast maakt hij ten onrechte aanspraak op vergoeding van de kosten die zijn gemoeid met de opslag van de meubels. Het is niet nodig deze op te slaan en de hoogte van deze kosten is niet onderbouwd.
5.De beoordeling
€ 10.638,00. [eiser] heeft een offerte overgelegd waar dit bedrag uit volgt. By Janssen heeft dit bedrag en/ of de offerte niet gemotiveerd weersproken.
€ 968,63 inclusief btw.
6.De beslissing
één en ander te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de gehele betaling;