ECLI:NL:RBNHO:2023:12790

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 december 2023
Publicatiedatum
14 december 2023
Zaaknummer
10683210 \ CV EXPL 23-3871
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot vrijwaring afgewezen in civiele procedure tussen Infomedics en gedaagde

In deze civiele procedure heeft Infomedics B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens onbetaalde facturen voor tandheelkundige behandelingen. De gedaagde heeft een incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring genomen, waarbij zij stelt dat zij niet op de hoogte was van mogelijke extra kosten en zich beroept op dwaling. Infomedics verzet zich tegen deze oproeping, stellende dat een beroep op dwaling enkel kan worden gedaan tegen de partij bij de rechtshandeling, in dit geval de tandarts. De kantonrechter heeft op 20 december 2023 geoordeeld dat de gedaagde onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij op basis van haar rechtsverhouding met de tandarts regres kan nemen. De kantonrechter wijst het verzoek tot vrijwaring af, omdat de tandarts niet kan worden veroordeeld tot betaling van zijn eigen factuur. De proceskosten in het incident komen voor rekening van de gedaagde, die ongelijk heeft gekregen. De zaak is verwezen naar de rolzitting voor conclusie van antwoord van de gedaagde op 24 januari 2024.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10683210 \ CV EXPL 23-3871 (PA)
Uitspraakdatum: 20 december 2023 (bij vervroeging)
Vonnis van de kantonrechter in het incident in de zaak van:
de besloten vennootschap
Infomedics B.V., als rechtsopvolger van de besloten vennootschap
Infomedics Factoring B.V., mede handelend onder de namen
Infomedics Factoring, UwNota.nl, DFA Services en Infomedics DFA
gevestigd te Almere
eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident
verder te noemen: Infomedics
gemachtigde: mr. H.C. Yücesan
tegen
[gedaagde]
[woonplaats]
gedaagde in de hoofdzaak, eiser in het incident
verder te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. R.J.A. Verhoeven

1.Het procesverloop

1.1.
Infomedics heeft bij dagvaarding van 27 juli 2023 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft een incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring genomen. Infomedics heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] heeft op 10 juni 2022 een tandartsbehandeling ondergaan bij Tandheelkundig Centrum Nederland Alkmaar Oudorp B.V. (hierna: de tandarts).
2.2.
De tandarts heeft zijn vordering van de hiervoor genoemde behandeling gecedeerd aan Infomedics.
2.3.
Bij factuur van 20 juli 2022 heeft Infomedics een bedrag van in totaal € 1.959,94 bij [gedaagde] in rekening gebracht. [gedaagde] heeft de factuur niet betaald.

3.De vordering in de hoofdzaak

3.1.
Infomedics vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 2.312,25. Zij legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] in gebreke is gebleven met tijdige betaling van de factuur van in totaal € 1.959,94. Daarom is ook rente verschuldigd. De rente bedraagt € 58,32, berekend vanaf de betalingstermijn van de factuur tot 23 juli 2023. Infomedics zag zich genoodzaakt haar vordering ter incasso uit handen te geven en buitengerechtelijke kosten te maken. Deze kosten, zijnde een bedrag van € 293,99, komen op grond van artikel 6:96 van het Burgerlijk Wetboek (BW) voor rekening van [gedaagde] .

4.De vordering en het verweer in het incident

4.1.
[gedaagde] vordert dat haar zal worden toegestaan de tandarts in vrijwaring op te roepen. [gedaagde] legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat als zij had geweten dat zij mogelijk extra kosten zou hebben in verband met de behandeling van haar gebit, zij die tandartsbehandeling niet had ondergaan. Zij kan deze tandartsrekening namelijk niet betalen. [gedaagde] stelt dan ook dat de tandarts heeft verzuimd haar te informeren. Zij doet daarom een beroep doet op dwaling. [1]
4.2.
Infomedics verzet zich tegen toestemming aan [gedaagde] om de tandarts in vrijwaring op te roepen. Zij voert aan – samengevat – dat een beroep op een wilsgebrek slechts gedaan kan worden tegen de partij bij de rechtshandeling. Infomedics is geen partij bij de rechtshandeling. Een vrijwaringsincident strekt er bovendien toe een eventuele veroordeling naar een derde partij, die in plaats van de aangesproken partij aansprakelijk is, te verschuiven. Dat wat [gedaagde] stelt kan niet ertoe leiden dat de tandarts in haar plaats gehouden kan worden de onderhavige factuur voor haar te betalen.

5.De beoordeling in het incident

5.1.
De kantonrechter wijst het verzoek tot vrijwaring af. Daartoe wordt als volgt overwogen.
5.2.
De kantonrechter stelt voorop dat een vordering tot vrijwaring in beginsel toewijsbaar is, indien voldoende concreet en gemotiveerd wordt gesteld dat de verzoeker tot vrijwaring in geval van een voor hem ongunstige afloop van de hoofdzaak, krachtens hun onderlinge rechtsverhouding, een verhaalsrecht kan hebben op diegene die hij in vrijwaring wenst op te roepen.
5.3.
[gedaagde] beroept zich op dwaling bij de overeenkomst met de tandarts. Zij stelt dat, als de tandarts aan zijn inlichtingenplicht had voldaan en zij had geweten dat zij mogelijk extra kosten zou hebben in verband met de behandeling van haar gebit, zij die tandartsbehandeling niet had ondergaan. Infomedics betoogt terecht dat een beroep op dwaling slechts gedaan kan worden tegen de partij bij de rechtshandeling, in dit geval de tandarts. Een beroep op dwaling heeft immers betrekking op de oorspronkelijke overeenkomst en niet op de van de tandarts op Infomedics overgegane vordering. In geval van een geslaagd beroep op vernietigbaarheid van een rechtshandeling bestaat er geen schuld en waar geen schuldeiser is, is van overgang van een schuld geen sprake.
5.4.
[gedaagde] wil de tandarts in vrijwaring oproepen. [gedaagde] heeft echter onvoldoende aannemelijk gemaakt dat een veroordeling van haar in de hoofdzaak tot gevolg kan hebben dat zij op grond van haar rechtsverhouding met de tandarts geheel dan wel gedeeltelijk regres zal kunnen nemen op de tandarts. De tandarts kan immers niet veroordeeld worden tot betaling van haar eigen factuur.
5.5.
Het verzoek wordt daarom afgewezen.
5.6.
Voor zover [gedaagde] bedoelt een zelfstandige vordering tegen de tandarts te willen instellen, wijst de kantonrechter op het bepaalde in artikel 118 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
5.7.
De proceskosten in het incident komen voor rekening van [gedaagde] omdat zij ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
in het incident:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten in het incident, die tot en met vandaag worden vastgesteld op een bedrag van € 39,00 aan salaris van de gemachtigde van Infomedics;
in de hoofdzaak:
6.3.
verwijst de zaak naar de rolzitting van
woensdag 24 januari 2024 te 09:30 uurvoor conclusie van antwoord zijdens [gedaagde] .
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H. Lips en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Zie artikel 6:228 lid 1 onder b BW.