ECLI:NL:RBNHO:2023:12787

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 december 2023
Publicatiedatum
13 december 2023
Zaaknummer
10650976 \ CV EXPL 23-5144
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van facturen uit regieovereenkomst tussen aannemer en opdrachtgever

In deze zaak heeft Laress B.V. een vordering ingesteld tegen Leonda vastgoed onderhoud en renovatie B.V. wegens onbetaalde facturen voor werkzaamheden die op regiebasis zijn uitgevoerd. De vordering betreft een totaalbedrag van € 19.889,70, bestaande uit € 18.925,64 aan facturen en € 964,25 aan buitengerechtelijke incassokosten. Laress heeft op basis van een mondelinge overeenkomst van aanneming van werk werkzaamheden verricht aan drie appartementen in Zaandam, waarbij een uurtarief van € 39,- en € 45,- was afgesproken. Leonda heeft de laatste drie facturen, die betrekking hebben op het project 'Damstraat', onbetaald gelaten, met als argument dat de in rekening gebrachte bedragen onredelijk hoog zouden zijn.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen vaste prijs was afgesproken, maar dat de werkzaamheden op regiebasis moesten worden gefactureerd. Dit houdt in dat de uiteindelijke prijs afhankelijk is van de daadwerkelijk verrichte werkzaamheden. De rechter oordeelt dat de facturen een redelijke prijs vertegenwoordigen en dat Laress voldoende bewijs heeft geleverd voor de door haar verrichte werkzaamheden. De kantonrechter wijst de vordering van Laress toe en veroordeelt Leonda tot betaling van het gevorderde bedrag, inclusief de buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De tegenvordering van Leonda wordt afgewezen, omdat de kantonrechter oordeelt dat de betaling van € 15.601,- niet zonder rechtsgrond is gedaan. De proceskosten in de tegenvordering worden op nihil vastgesteld.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10650976 \ CV EXPL 23-5144 (rvk)
Uitspraakdatum: 20 december 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap
Laress B.V.
gevestigd en kantoorhoudende te Amsterdam
eiseres
verder te noemen: Laress
gemachtigde: mr. G.A. van Gorcom
tegen
de besloten vennootschap
Leonda vastgoed onderhoud en renovatie B.V.
statutairgevestigd te Amsterdam en kantoorhoudende te Boesingheliede
gedaagde
verder te noemen: Leonda
gemachtigde: mr. M. Meijer
De zaak in het kort
Een aannemer heeft recht op de betaling van zijn facturen voor op regiebasis uitgevoerd werk. De door de aannemer in rekening gebrachte prijs is een redelijke prijs.

1.Het procesverloop

1.1.
Laress heeft bij dagvaarding van 31 juli 2023 een vordering tegen Leonda ingesteld. Leonda heeft schriftelijk geantwoord en daarbij een tegenvordering ingediend. Laress heeft schriftelijk geantwoord in de zaak van de tegenvordering.
1.2.
Op 15 november 2023 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Laress en Leonda hebben gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd.

2.De feiten

2.1.
Laress als Leonda zijn bouwbedrijven. Tussen Laress en Leonda is mondeling een overeenkomst van aanneming van werk gesloten. Laress heeft op grond van die overeenkomst werk verricht voor Leonda. Het betrof werkzaamheden aan drie appartementen in Zaandam: een appartement in de Vasco da Gamastraat, een appartement in de Eikenrodelaan en een appartement in de Damstraat (‘de projecten’). Laress en Leonda zijn overeengekomen dat de werkzaamheden worden uitgevoerd op regiebasis en dat wekelijks worden gefactureerd aan Leonda. Er is een uurtarief overeengekomen van € 39,- (btw verlegd) voor de werknemers die Laress levert, en een uurtarief van € 45,- (btw verlegd) voor de werkzaamheden van de heer [directeur] (directie Laress).
2.2.
Laress heeft in de periode 6 maart t/m 8 mei 2023 gewerkt op het project ‘Damstraat’. Op 3 mei 2023 heeft Leonda aan Laress medegedeeld dat zij moest stoppen op dit project vanwege onvoldoende werk. Zodoende was 8 mei 2023 de laatste dag dat mensen van Laress op dit project hebben gewerkt. Deze laatste werkzaamheden (week 19 van 2023) zijn op 16 mei 2023 door Laress gefactureerd.
2.3.
Leonda laat drie voor de werkzaamheden verzonden facturen onbetaald. Het betreft de volgende facturen (telkens ‘btw verlegd’):
- factuur 23-0042 02-05-2023 € 10.825,60
- factuur 23-0047 09-05-2023 € 7.308,05
- factuur 23-0052 16-05-2023 € 791,80
2.4.
De facturen zien op het project ‘Damstraat’ te Zaandam. De andere twee projecten, ‘Vasco da Gamastraat’ en ‘Eikenrodelaan’ te Zaandam, zijn afgerond en betaald.

3.De vordering

3.1.
Laress vordert dat de kantonrechter Leonda veroordeelt tot betaling van € 19.889,70. Zij legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat Leonda op grond van de overeenkomst van aanneming van werk gehouden is de voor de werkzaamheden verzonden facturen van in totaal € 18.925,64 (btw verlegd) te voldoen. Omdat Leonda deze facturen ondanks betaalverzoeken niet betaalde, heeft Laress haar incassogemachtigde ingeschakeld die buitengerechtelijke werkzaamheden heeft verricht. Laress maakt daarom aanspraak op vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten van € 964,25. Gelet op het verzuim van Leonda maakt Laress tevens aanspraak op de wettelijke handelsrente over de facturen vanaf de vervaldata.

4.Het verweer en de tegenvordering

4.1.
Leonda betwist de vordering. Zij voert aan – samengevat – dat de oppervlakte van het betreffende appartement in de Damstraat te Zaandam slechts 85 m² is en dat er slechts lichte afbouwwerkzaamheden moesten worden verricht. Leonda heeft mondeling aan Laress te kennen gegeven dat de totale verbouwing niet meer dan € 85.000,- exclusief btw mag kosten en waarbij is inbegrepen de kostprijs van het door Leonda te leveren materiaal. Deze totaalprijs mag bij Laress als werkzaam in de bouw ook bekend verondersteld worden. Er is door Leonda dan ook op gewezen dat, indien de kosten hoger zouden zijn, er dan verlies zal worden geleden. De kostprijs van de door Laress te verrichten werkzaamheden diende dus uit te komen op een gangbare aanneemsom. Laress heeft de gebruikelijke aanneemsom echter ruimschoots overschreden en heeft veel meer in rekening gebracht dan een redelijk bekwaam opdrachtnemer zou hebben kunnen doen.
4.2.
Leonda heeft een deskundige (de heer Wieleman van Wieleman Vastgoed) ingeschakeld om het door Laress uitgevoerde werk op reële uren te beoordelen. Deze komt tot de conclusie dat het totale bedrag van de door Laress uitgevoerde werkzaamheden een waarde heeft van € 41.900,-. Dit bedrag is aanzienlijk lager dan het in rekening gebrachte bedrag van € 65.496,-. Er is dus een bedrag van € 23.596 meer in rekening gebracht dan gebruikelijk is. Voor deze overschrijding is geen grondslag zoals onvoorziene omstandigheden of meerwerkzaamheden.
4.3.
Leonda vordert bij wijze van tegenvordering dat de kantonrechter Laress veroordeelt tot betaling van € 15.601,- exclusief btw. Zij legt aan de tegenvordering ten grondslag – kort weergegeven – dat de door Laress uitgevoerde werkzaamheden een waarde mogen hebben van € 41.900,- exclusief btw. Dit bedrag is vele malen lager dan de in rekening gebrachte uren van € 65.496,- exclusief btw. Er is dus een bedrag van € 23.596 exclusief btw te veel in rekening gebracht door Laress. Van dit bedrag heeft Leonda reeds een bedrag van € 15.601,- voldaan. Laress dient dit bedrag als onverschuldigd betaald terug te betalen.

5.Het verweer tegen de tegenvordering

5.1.
Laress betwist de tegenvordering en voert aan dat er geen sprake is van een betaling zonder rechtsgrond; er zijn uren gewerkt en die moeten op grond van de overeenkomst betaald worden. Er is immers overeengekomen dat op regiebasis gefactureerd zou worden en dat betekent dat het risico bij de opdrachtgever, Leonda, ligt. Leonda heeft bovendien tien eerdere facturen voor de Damstraat wel betaald. Dat betekent dat Laress er op mocht vertrouwen dat de werkwijze akkoord was.

6.De beoordeling

de vordering
6.1.
In deze zaak moet beoordeeld worden of Leonda de laatste drie facturen voor het project Damstraat moet betalen. De kantonrechter is van oordeel dat dit het geval is. Dit oordeel wordt hieronder toegelicht.
6.2.
Tussen Laress en Leonda is geen vaste prijs (aanneemsom) afgesproken, maar er is afgesproken dat de gewerkte uren tegen een uurtarief worden afgerekend. Een dergelijke overeenkomst staat ook bekend als ‘regieovereenkomst’. In het geval van een regieovereenkomst is het zo dat de opdrachtgever zijn eisen bij het aangaan daarvan nog onvoldoende in concreto heeft kunnen specificeren. Dat heeft tot gevolg dat de prijs bij het aangaan van de overeenkomst niet is bepaald en dat die prijs vervolgens zal afhangen van de daadwerkelijk door de aannemer te verrichten werkzaamheden en te gebruiken materialen. Dat laat echter onverlet dat de uiteindelijk te betalen prijs een redelijke prijs zal moeten zijn, die zal moeten worden bepaald met behulp van de regeling van art. 7:752 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW).
6.3.
De opdrachtgever moet zich bij een regieovereenkomst in belangrijke mate verlaten op de betrouwbaarheid van de aannemer, die niet door de druk van een afgegeven prijs wordt geprikkeld om voortvarend en efficiënt te werk te gaan. Tegen die achtergrond mag van de aannemer worden verwacht dat hij de voor het werk gemaakte kosten deugdelijk administreert, opdat hij die kosten op een transparante wijze zal kunnen verantwoorden en de opdrachtgever die kan controleren (dat aspect komt ook tot uitdrukking in de term regie die is afgeleid van het Franse régir in de betekenis van administreren). De benaming regieovereenkomst houdt dan ook
nietin dat bij de opdrachtgever de ‘regie’ zou berusten in de zin van het geven van leiding aan de uitvoering.
6.4.
De enkele omstandigheid dat de facturen zonder protest zijn behouden en zijn voldaan is daarvoor onvoldoende. De klachtplicht uit artikel 6:89 BW is hier niet van toepassing omdat het verzenden van een factuur niet geldt als een prestatie in de zin van artikel 6:89 BW, zodat het een debiteur in beginsel vrij staat om een factuur geruime tijd na de ontvangst ervan te betwisten. In dit kader is van belang dat het bij een aannemingsovereenkomst als de onderhavige, waarin in regie wordt gewerkt en geen richtprijs (in de zin van artikel 7:752 lid 2 BW) van toepassing is, in veel gevallen pas goed mogelijk is om de redelijkheid van de afzonderlijke, wekelijks verzonden, facturen te beoordelen wanneer het werk, min of meer, is afgerond en de totale in rekening gebrachte prijs bekend is. In dat geval kan een factuur waarin de in een week verrichte werkzaamheden (arbeid en materiaal) weliswaar tegen gangbare prijzen in rekening worden gebracht in het licht van de totale prijs toch onredelijk zijn.
6.5.
Leonda heeft Wieleman Vastgoed ingeschakeld om een beoordeling van de gewerkte uren te maken voor de renovatie in de Damstraat. In de rapportage van Wieleman Vastgoed van 29 augustus 2023, waarnaar Leonda ter onderbouwing van haar verweer verwijst, wordt de conclusie getrokken dat voor de werkzaamheden een bedrag van € 41.900,- als uitgangspunt moet worden gehanteerd. De kantonrechter is echter van oordeel dat ook met dit rapport als onderbouwing nog niet geconcludeerd moet worden dat de in rekening gebrachte uren een onredelijke prijs opleveren. In het rapport worden zeer globale uitgangpunten gehanteerd zoals het uitgangspunt dat de werkzaamheden voor € 1.000,- per m² uitgevoerd kunnen worden, wat met een oppervlakte van 82 m² neerkomt op een bedrag van € 85.000,-. Dit bedrag is vervolgens weer opgesplitst in materiaalkosten € 30.600,-; arbeidskosten € 45.900,- en een opslag voor algemene kosten en winst en risico van 10%, zijnde 8.500,-. Onder aftrek van een bedrag van € 4.000,- voor niet uitgevoerde werkzaamheden komt de berekening van de redelijke uren in het rapport uit op € 41.900,-. Laress heeft de uitgangspunten en manier van bereken in het rapport betwist; de aannames zijn veel te algemeen en gaan er aan voorbij dat ieder project anders is en dat prijzen van materiaal zijn gestegen. Daar komt bij dat Leonda zich op het standpunt stelt dat aan materiaal € 39.030,22 exclusief btw is gebruikt. Leonda heeft aangevoerd dat teveel aan materiaal is gebruikt, maar niet onderbouwd waarom dat zo is. Hiervan uitgaande geldt het volgende. Laress heeft er onweersproken op gewezen dat met toepassing van de verhouding zoals door de deskundige van Leonda zelf gehanteerd, aan het bedrag materiaal een bedrag aan uren gekoppeld kan worden van € 58.545,33 exclusief btw. De kantonrechter concludeert dat weliswaar veel uren zijn gewerkt, maar niet zodanig bovenmatig dat bovenvermelde redelijkheidsmaatstaf niet wordt gehaald. De gevorderde betaling van de facturen zal daarom worden toegewezen.
6.6.
De buitengerechtelijke incassokosten zijn eveneens toewijsbaar. Laress heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is bovendien in overeenstemming met het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief.
6.7.
Tegen de gevorderde rente is geen verweer gevoerd en deze zal eveneens worden toegewezen.
6.8.
De proceskosten komen voor rekening van Leonda, omdat zij ongelijk krijgt. Daarbij wordt Leonda ook veroordeeld tot betaling van € 132,- aan nasalaris, voor zover daadwerk-elijk nakosten door Laress worden gemaakt. De gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.
de tegenvordering
6.9.
Gelet op het oordeel in de zaak van de vordering dat sprake is van een redelijke prijs, heeft Leonda het bedrag van € 15.601,- niet zonder rechtsgrond betaald. De vordering van Leonda zal worden afgewezen.
6.10.
De proceskosten komen voor rekening van Leonda, omdat zij ongelijk krijgt. Gelet op de samenhang met de zaak van de vordering zal de kantonrechter de proceskosten in de zaak van de tegenvordering op nul bepalen.

7.De beslissing

De kantonrechter:
de vordering
7.1.
veroordeelt Leonda tot betaling aan Laress van € 18.925,45 btw verlegd, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over dat bedrag vanaf de vervaldata van de drie facturen tot aan de dag van de gehele betaling;
7.2.
veroordeelt Leonda tot betaling aan Laress van € 964,25 aan buitengerechtelijke incassokosten;
7.3.
veroordeelt Leonda tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Laress tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 109,44
griffierecht € 1384,00
salaris gemachtigde € 792,00
7.4.
veroordeelt Leonda tot betaling van € 132,- aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door de eisende partij worden gemaakt;
7.5.
veroordeelt Leonda in de wettelijke rente over de proceskosten vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
7.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
7.7.
wijst de vordering voor het overige af.
de tegenvordering
7.8.
wijst de vordering af;
7.9.
veroordeelt Leonda tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Laress worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.S. Reid en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter