In deze zaak heeft Laress B.V. een vordering ingesteld tegen Leonda vastgoed onderhoud en renovatie B.V. wegens onbetaalde facturen voor werkzaamheden die op regiebasis zijn uitgevoerd. De vordering betreft een totaalbedrag van € 19.889,70, bestaande uit € 18.925,64 aan facturen en € 964,25 aan buitengerechtelijke incassokosten. Laress heeft op basis van een mondelinge overeenkomst van aanneming van werk werkzaamheden verricht aan drie appartementen in Zaandam, waarbij een uurtarief van € 39,- en € 45,- was afgesproken. Leonda heeft de laatste drie facturen, die betrekking hebben op het project 'Damstraat', onbetaald gelaten, met als argument dat de in rekening gebrachte bedragen onredelijk hoog zouden zijn.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen vaste prijs was afgesproken, maar dat de werkzaamheden op regiebasis moesten worden gefactureerd. Dit houdt in dat de uiteindelijke prijs afhankelijk is van de daadwerkelijk verrichte werkzaamheden. De rechter oordeelt dat de facturen een redelijke prijs vertegenwoordigen en dat Laress voldoende bewijs heeft geleverd voor de door haar verrichte werkzaamheden. De kantonrechter wijst de vordering van Laress toe en veroordeelt Leonda tot betaling van het gevorderde bedrag, inclusief de buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De tegenvordering van Leonda wordt afgewezen, omdat de kantonrechter oordeelt dat de betaling van € 15.601,- niet zonder rechtsgrond is gedaan. De proceskosten in de tegenvordering worden op nihil vastgesteld.