ECLI:NL:RBNHO:2023:12552

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
29 november 2023
Publicatiedatum
7 december 2023
Zaaknummer
HAA 21/5336
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van bijzondere bijstand voor meerkosten door allergie voor verzorgingsproducten

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 29 november 2023 uitspraak gedaan in een geschil over de toekenning van bijzondere bijstand aan eiseres, die meerkosten maakt voor verzorgingsproducten vanwege een allergie. Eiseres had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet (PW) voor de extra kosten die zij maakt door haar allergieën. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn had deze aanvraag afgewezen, met de stelling dat de kosten niet noodzakelijk waren omdat er goedkopere alternatieven beschikbaar zouden zijn. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.

De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres inderdaad meerkosten maakt door haar allergieën en dat deze kosten voortkomen uit bijzondere individuele omstandigheden. De rechtbank oordeelde dat het college onvoldoende medisch onderbouwd had aangetoond dat de door eiseres gebruikte producten niet noodzakelijk waren. De rechtbank heeft de rapportages van de dermatoloog en het advies van Argonaut als voldoende betrouwbaar en zorgvuldig beoordeeld. De rechtbank concludeerde dat de kosten voor de producten van Rituals, die eiseres gebruikt, noodzakelijk zijn en dat de alternatieven die door verweerder zijn aangedragen niet geschikt zijn.

De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en bepaald dat eiseres recht heeft op bijzondere bijstand voor de meerkosten van € 398,24 per jaar. Tevens is het college veroordeeld tot het vergoeden van het griffierecht en de proceskosten van eiseres. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Alkmaar
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 21/5336

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 november 2023 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [plaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. M.L.M. Klinkhamer),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn, verweerder

(gemachtigde: mr. H.E. Nieman).

Procesverloop

In het besluit van 21 juli 2020 (primair besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres voor bijzondere bijstand voor meerkosten door allergie op grond van de Participatiewet (PW) afgewezen.
In het besluit van 7 oktober 2021 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 21 juni 2022 op zitting behandeld. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting geschorst. Verweerder is in de gelegenheid gesteld nader onderzoek te laten uitvoeren. Na het ontvangen van dit onderzoek en de reacties van partijen zijn partijen in de gelegenheid gesteld kenbaar te maken of er behoefte was aan een nadere zitting. Partijen hadden geen behoefte aan een nadere zitting. Vervolgens heeft de rechtbank het onderzoek gesloten.

Totstandkoming van het besluit

1. Op 9 juni 2020 heeft eiseres een aanvraag gedaan voor bijzondere bijstand op grond van de PW voor meerkosten door allergie. Op 20 juli 2020 is er een rapport opgesteld met betrekking tot de aanvraag. Daarin heeft de rapporteur geconcludeerd dat uit de overgelegde stukken blijkt dat eiseres allergisch is voor bepaalde producten, maar dat niet is gebleken dat alleen de door eiseres doorgegeven producten (van Rituals) geschikt zijn. Mogelijk zijn er nog andere (goedkopere) producten die eiseres kan gebruiken. Op 21 juli 2020 heeft verweerder het primaire besluit genomen. Eiseres heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt.
2. Op 8 september 2020 heeft er een hoorzitting plaatsgevonden van de Commissie bezwaarschriften sociaal domein. Hier is vastgesteld dat het allergieonderzoek van eiseres dateert uit 1991. Naar aanleiding van die hoorzitting is aan eiseres gevraagd of zij een nieuw allergieonderzoek wil laten uitvoeren, om vast te stellen of zij allergisch is voor andere stoffen, die voorkomen in de producten van Neutral. Op 28 september 2021 is een brief van de dermatoloog overgelegd waarin verschillende allergieën worden aangenomen, waaronder een allergie voor epox resin, kathon cg (beide bestanddelen) en dipentene.
3. Verweerder heeft vervolgens het bestreden besluit genomen, waarin geoordeeld is dat de kosten die eiseres maakt niet als noodzakelijk zijn aan te merken in de zin van artikel 35 van de PW.
Verweerder concludeert dat de kosten zich voordoen, maar dat eiseres duurdere producten gebruikt vanwege haar allergie dan noodzakelijk is. Daartoe is verweerder ingegaan op de ingrediënten die in de genoemde producten al dan niet aanwezig zijn en concludeert dat geen van de stoffen waarvan in 1991 gebleken is dat eiseres daar allergisch voor is, in de producten van Neutral voorkomen. Verweerder verwijst daarbij naar de website van Unilever. Verweerder concludeert dat de kosten van de door eiseres gebruikte producten in haar individuele geval niet noodzakelijk zijn. Voorts concludeert verweerder dat uit de door eiseres aangehaalde uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) van 13 december 2016 niet volgt dat verweerder bij de beoordeling een medisch adviseur had moeten betrekken. Wel krijgt eiseres gelijk dat de verwijzing naar de Zorgverzekeringswet als voorliggende voorziening niet had mogen gebeuren.

De procedure

4.
Eiseres heeft beroep aangetekend tegen dit besluit. Eiseres voert aan dat er ten onrechte geen bijzondere bijstand is toegekend. Eiseres stelt dat verweerder niet ontkent dat er meerkosten zijn voor de allergie, maar dat ten onrechte Neutral als goed alternatief wordt geopperd. In de producten van Neutral zit Phenoxyethanol, wat een onveilige vervanging is voor conserveringsmiddelen, waar eiseres sterk op reageert.
In de beroepsprocedure heeft eiseres op 13 december 2021 aan verweerder nog doen toekomen een medisch rapport van dermatoloog J.M. Muche (d.d. 6 december 2021). Er is aanvullend onderzoek verricht door middel van plakproeven met Phenoxyethanol en de shampoo/douchegel van het merk Neutral. Hier bleek dat eiseres een reactie kreeg op zowel de shampoo als de douchegel.
Eiseres heeft daarbij voorgelegd om de beslissing op bezwaar te herzien.
5. Op de zitting van 21 juni 2022 heeft verweerder aangegeven naar aanleiding van een nieuwe aanvraag van eiseres een (medisch) onderzoek te laten verrichten door Oreon. Partijen hebben vervolgens ingestemd met een aanhouding om dat onderzoek af te wachten.
6. Verweerder heeft ervoor gekozen het onderzoek te laten uitvoeren door Argonaut. Daartoe heeft verweerder een aantal specifieke vragen opgesteld. Op 4 april 2023 heeft Argonaut een adviesrapportage uitgebracht. Dit rapport bestaat uit twee delen. Het eerste deel is het advies van een arts over de allergieën van eiseres, waarin de vragen van verweerder worden beantwoord. Het tweede deel bestaat uit het advies van een indicatieadviseur.
7. Eiseres stelt zich op het standpunt dat de medische rapportage van Argonaut voldoende van kwaliteit is en aanleiding geeft de meerkosten in de vorm van bijzondere bijstand te vergoeden.
Op 19 juni 2023 heeft verweerder gereageerd op het advies van Argonaut. In de reactie laat verweerder weten aanvullende vragen aan Argonaut te hebben gesteld, maar dat Argonaut niet genegen is het advies aan te vullen zonder nieuwe adviesvraag. Verweerder geeft aan onvoldoende vertrouwen daarin te hebben aangezien het eerste advies een half jaar op zich heeft laten wachten en het advies van onvoldoende kwaliteit was. Verweerder blijft zich op het standpunt stellen dat nog steeds niet vast staat dat de meerkosten die eiseres maakt door gebruik te maken van verzorgingsproducten van het merk Rituals ook noodzakelijk zijn. Daarbij stelt verweerder dat er nog steeds producten te vinden zijn die vrij zijn van de allergenen en die niet duurder zijn dan gemiddeld.

Beoordeling door de rechtbank

8. Om in aanmerking te komen voor bijzondere bijstand dient iemand als gevolg van bijzondere individuele omstandigheden te worden geconfronteerd met noodzakelijke bestaanskosten waarin de algemene bijstand niet voorziet en die de aanwezige draagkracht te boven gaat. Vast staat dat eiseres meerkosten heeft vanwege de verzorgingsproducten die zij gebruikt en dat zij de meerkosten maakt vanwege haar allergie. Er is dus sprake van een bijzondere individuele omstandigheid. Verweerder stelt zich op het standpunt dat de kosten niet noodzakelijk zijn, omdat eiseres ook goedkopere producten zou kunnen gebruiken, daarom komen de kosten niet in aanmerking voor bijzondere bijstand.
9. De rechtbank is van oordeel dat het beroep gegrond is. Eiseres heeft met medische stukken, waaronder het rapport van de dermatoloog van 6 december 2021, voldoende aannemelijk gemaakt dat zij een allergie heeft voor bepaalde stoffen die voorkomen in verzorgingsproducten. Dit wordt ook ondersteund door de rapportage van Argonaut van 4 april 2023. De arts concludeert in dat advies als volgt:
“Het betreft een 66 jarige dame voor wie een aanvraag wordt gedaan om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de kosten van verzorgingsproducten in het kader van de bijzondere bijstand. Vanuit medische optiek kan worden bericht dat betrokkene bekend is met medische problematiek op grond waarvan er sprake is van een overgevoeligheid betreffende diverse allergenen. Er hebben verschillende onderzoeken plaatsgevonden waarmee een duidelijke relatie kan worden aangetoond tussen de klachten en de blootstelling aan deze allergenen. Het beloop, dagverhaal en de aanvullende gegevens vormen een consistent geheel. Vanuit medische optiek is het voldoende aannemelijk geworden dat betrokkene is aangewezen op specifieke middelen alwaar deze allergenen niet voorkomen, dan wel in een dusdanig lage concentratie voorkomen dat dit niet leidt tot dermatologische problematiek. Betrokkene heeft recentelijk heronderzoek dermatoloog gehad ter bevestiging van allergie en ook het gebruik van het merk Neutral leidt tot problemen en dient gemeden te worden.”
10. Tegenover de conclusie van de dermatoloog, gesteund door de arts van Argonaut, dat het door verweerder genoemde alternatief Neutral niet voldoet voor eiseres, heeft verweerder geen medisch onderbouwd standpunt gezet. Het verwijzen naar de website van Unilever is daartoe onvoldoende, temeer nu eiseres met het onderzoek van de dermatoloog van 6 december 2021 al heeft aangetoond dat zij allergisch is voor de shampoo en de douchegel van Neutral. Dat nog niet duidelijk is voor welke stoffen in Neutral eiseres precies allergisch is, kan haar niet worden tegengeworpen, nu vaststaat dat het door verweerder aangedragen alternatief Neutral in ieder geval geen goed alternatief is voor de Rituals producten, die eiseres wel kan verdragen. Bij gebrek aan een deugdelijke (medische) onderbouwing door verweerder dat er een ander goed alternatief is voor de producten waarvoor eiseres bijzondere bijstand heeft aangevraagd, moet het ervoor gehouden worden dat de kosten voor de Rituals producten in het geval van eiseres noodzakelijke kosten zijn.
11. Door de indicatiearts van Argonaut is geconcludeerd dat het voorstelbaar is dat eiseres en haar dochter (zij gebruiken de producten samen) meer shampoo en conditioner gebruiken dan gemiddeld, omdat zij beiden lang haar hebben. Uitgaande van de kosten die eiseres in het totaal zou maken, verminderd met de kosten van gewone, meer generieke producten, komt de indicatiearts op het verschil van € 78,45 - € 32,50 = € 45,95. Deze onkosten voor één persoon zijn gemiddeld per zes weken. In totaal komen de meerkosten op € 398,24 per jaar.
12. Het is de rechtbank niet gebleken dat de rapportage van Argonaut onjuist is.
De rechtbank is van oordeel dat het rapport van Argonaut zorgvuldig is en deugdelijk gemotiveerd en neemt de conclusies over.

Conclusie

13. Het beroep is gegrond en de rechtbank vernietigt het bestreden besluit. De rechtbank ziet aanleiding, gelet op de reacties van verweerder, om zelf in de zaak te voorzien, in die zin dat aan eiseres bijzondere bijstand wordt toegekend voor de meerkosten van haar allergie, op dit moment jaarlijks een bedrag van € 398,24.
14. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, moet verweerder aan eiseres het door haar betaalde griffierecht vergoeden.
15. Omdat het beroep gegrond is, krijgt eiseres een vergoeding voor de proceskosten die zij heeft gemaakt. Verweerder moet die vergoeding betalen. De vergoeding wordt met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht als volgt berekend. De bijstand door een gemachtigde levert 4 punten op (1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift met een waarde per punt van € 597,-, 1 punt voor het verschijnen op de hoorzitting met een waarde per punt van € 597,-, 1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 837,- en 1 punt voor het verschijnen op de zitting met een waarde per punt van € 837,-), bij een wegingsfactor 1. Toegekend wordt € 2.868,-.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- herroept het primaire besluit, bepaalt dat aan eiseres bijzondere bijstand voor de meerkosten vanwege allergie wordt toegekend, bestaande uit een bedrag van momenteel
€ 398,24 per jaar en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 49,- aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 2.868,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.M. de Vries, rechter, in aanwezigheid van mr. I.E. Molin, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 29 november 2023.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.