Op 1 december 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die op 10 augustus 2023 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, samen met anderen opzettelijk ongeveer 1351,36 gram cocaïne binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit, terwijl de verdediging zich heeft gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank heeft op basis van de feiten en omstandigheden, waaronder de verklaring van de verdachte en diverse proces-verbalen, vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan. De rechtbank heeft geoordeeld dat het bewezenverklaarde feit, namelijk het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, strafbaar is. De verdachte is niet eerder veroordeeld voor een strafbaar feit, wat in zijn voordeel is meegewogen.
De rechtbank heeft de strafmaat bepaald op 7 maanden gevangenisstraf, waarbij de omstandigheden van de zaak, de ernst van het feit en de rol van de verdachte in de invoer van de cocaïne zijn meegewogen. De rechtbank heeft aansluiting gezocht bij de LOVS-orientatiepunten en heeft geoordeeld dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend is. Tevens zijn de in beslag genomen voorwerpen, waaronder verpakkingsmateriaal en cocaïne, onttrokken aan het verkeer. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op de zitting.