Op 1 december 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van de invoer van cocaïne. De verdachte, geboren in 1994 en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, werd beschuldigd van het opzettelijk binnenbrengen van ongeveer 1351,36 gram cocaïne op 10 augustus 2023 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit, terwijl de verdediging aanvoerde dat de verdachte niet op de hoogte was van de cocaïne in haar koffer.
De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en de omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. Ondanks de ontkenning van de verdachte dat zij op de hoogte was van de cocaïne, concludeerde de rechtbank dat er voldoende bewijs was dat de verdachte opzettelijk de cocaïne had ingevoerd. De rechtbank oordeelde dat de verdachte verantwoordelijk was voor de inhoud van haar bagage en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die haar ontlasten. De verdachte werd uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf maanden, waarbij rekening werd gehouden met haar rol in de invoer en haar status als first offender.
De rechtbank heeft ook de in beslag genomen cocaïne en verpakkingsmateriaal onttrokken aan het verkeer. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op de zitting.