ECLI:NL:RBNHO:2023:1246

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
16 februari 2023
Publicatiedatum
16 februari 2023
Zaaknummer
9767559
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Instellen van bewind en mentorschap met uitdrukkelijke voorkeur van betrokkene

Op 16 februari 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, een beschikking gegeven in een zaak betreffende het instellen van bewind en mentorschap voor de heer [betrokkene 1] en mevrouw [betrokkene 2]. De verzoekers, [verzoekster] en [verzoeker], hebben beiden een verzoek ingediend voor het instellen van bewind en mentorschap over hun ouders, die beiden kampen met ernstige gezondheidsproblemen. De heer [betrokkene 1] lijdt aan Alzheimer en vasculaire dementie, terwijl mevrouw [betrokkene 2] rolstoelgebonden is en afhankelijk van zorg. Tijdens de mondelinge behandeling op 5 januari 2023 is gebleken dat beide betrokkene in staat zijn hun voorkeuren kenbaar te maken. De heer [betrokkene 1] heeft aangegeven dat hij [verzoeker] als zijn bewindvoerder en mentor wenst, terwijl mevrouw [betrokkene 2] de voorkeur geeft aan [verzoekster]. De kantonrechter heeft echter geconstateerd dat er een conflict is tussen de verzoekers, wat aanleiding geeft om af te wijken van de voorkeuren van de betrokkene. Uiteindelijk is besloten om J. Dijkstra, h.o.d.n. JD Bewindvoering, te benoemen als bewindvoerder en mentor voor mevrouw [betrokkene 2], en [verzoeker] als mentor voor de heer [betrokkene 1]. De kantonrechter heeft de jaarbeloning van de bewindvoerder vastgesteld op € 1.171,00 exclusief btw.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummers: 9767559 BM VERZ 22-757 JM
9767560 MB VERZ 22-235
10206089 BM VERZ 22-2799
10331916 MB VERZ 23-88
Uitspraakdatum:
Beschikking van de kantonrechter
Op verzoeken van:
1. [verzoekster] ,
geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedatum 1] ,
hierna ook te noemen: [verzoekster] en
2. [verzoeker] ,
geboren te [geboorteplaats 2] op [geboortedatum 2] ,
hierna ook te noemen: [verzoeker] ,
van wie beiden het adres bekend is bij deze rechtbank,
met betrekking tot:
1. [betrokkene 1] ,
geboren te [geboorteplaats 3] op [geboortedatum 3] ,
hierna ook te noemen: de heer [betrokkene 1] en
2. [betrokkene 2] ,
geboren te [geboorteplaats 4] op [geboortedatum 4] ,
hierna ook te noemen: mevrouw [betrokkene 2] ,
van wie beiden het adres bekend is bij deze rechtbank.

1.procedure

1.1.
De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoekschrift met bijlagen, ter griffie ingekomen op 17 maart 2022;
  • een e-mailbericht van [verzoekster] van 24 april 2022;
  • een e-mailbericht van [verzoekster] van 16 mei 2022;
  • een e-mailbericht van [verzoekster] van 7 oktober 2022;
  • de brief van [verzoekster] van 7 oktober 2022;
  • een e-mailbericht van [verzoeker] van 11 oktober 2022;
  • de brief van [verzoekster] van 15 november 2022;
  • een e-mailbericht van [verzoeker] van 18 november 2022;
  • een e-mailbericht van [verzoeker] van 22 november 2022;
  • een e-mailbericht van [verzoeker] van 28 november 2022;
  • een e-mailbericht van [verzoekster] van 29 november 2022;
  • een e-mailbericht van [verzoekster] van 1 december 2022;
  • een verzoekschrift ingediend door [verzoekster] , ter griffie ingekomen op 13 december 2022;
  • een e-mailbericht van [verzoekster] van 15 december 2022;
  • de brief van [verzoekster] van 15 december 2022;
  • een e-mailbericht van [verzoeker] van 16 december 2022;
  • een e-mailbericht van [verzoeker] van 20 december 2022;
  • twee e-mailberichten van [verzoekster] van 22 december 2022;
  • de brief van [verzoekster] van 22 december 2022;
  • een brief van [verzoeker] , ter griffie ingekomen op 23 december 2022;
  • een e-mailbericht van [verzoeker] van 27 december 2022;
  • een e-mailbericht van [verzoekster] van 28 december 2022;
  • een e-mailbericht van [verzoeker] van 29 december 2022;
  • een e-mailbericht van [verzoekster] van 29 december 2022;
  • een e-mailbericht van [verzoekster] van 1 januari 2023;
  • een e-mailbericht van [verzoeker] van 3 januari 2023;
  • een e-mailbericht van [verzoekster] van 3 januari 2023;
  • drie e-mailberichten van [verzoekster] van 4 januari 2023;
  • een bereidverklaring van de door [verzoekster] voorgestelde bewindvoerder en mentor.
1.2.
Op 5 januari 2023 heeft een mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden. Verschenen zijn: [verzoekster] en haar echtgenoot, [verzoeker] en zijn echtgenote en de door [verzoekster] voorgestelde bewindvoerder en mentor heer J. Dijkstra.
1.3.
Op 10 januari 2023 heeft de kantonrechter in bijzijn van de griffier en mevrouw [naam] , thuisbegeleidster van Omring, de heer [betrokkene 1] en mevrouw [betrokkene 2] gehoord op het woonadres van de heer [betrokkene 1] .

2.de feiten

2.1.
De heer [betrokkene 1] is in gemeenschap van goederen gehuwd met mevrouw [betrokkene 2] . Zij hebben samen twee kinderen, dochter [verzoekster] en zoon [verzoeker] .
2.2.
De heer [betrokkene 1] is gediagnostiseerd met Alzheimer en vasculaire dementie, maar woont nog zelfstandig. Uit de CIZ verklaring, als bijlage bijgevoegd bij het verzoek dat de kantonrechter op 17 maart 2022 heeft ontvangen, blijkt dat de heer [betrokkene 1] , vanwege lichamelijke problemen alsmede dementie, recht heeft op 24-uurszorg uit de Wlz.
2.3.
Mevrouw [betrokkene 2] is vanwege haar lichamelijke en geestelijke toestand opgenomen op een (semi) gesloten afdeling in een zorginstelling. Mevrouw [betrokkene 2] is rolstoelgebonden en afhankelijk van derden voor haar persoonlijke verzorging. Mevrouw [betrokkene 2] komt wekelijks bij de heer [betrokkene 1] thuis op bezoek.

3.de verzoeken

3.1.
Op 17 maart 2022 heeft de kantonrechter van [verzoekster] en [verzoeker] ontvangen een verzoekschrift tot instellen meerderjarigenbewind over de goederen die (zullen) toebehoren aan de heer [betrokkene 1] , alsmede een verzoek tot instellen mentorschap ten behoeve van de heer [betrokkene 1] . Voorgesteld wordt om [verzoekster] en [verzoeker] te benoemen tot bewindvoerders en mentoren.
3.2.
Bij e-mail en bij brief van 7 oktober 2022 heeft [verzoekster] meegedeeld dat zij afziet van de procedure en niet ter zitting zal verschijnen.
3.3.
[verzoeker] deelt per e-mail van 11 oktober 2022 mee als enige verzoeker verder gaan in de procedure.
3.4.
Bij brief van 16 november 2022 verzoekt [verzoekster] de kantonrechter verzocht om toch een bewind en een mentorschap voor de heer [betrokkene 1] in te stellen met benoeming van een onafhankelijke bewindvoerder en mentor. In haar e-mail van 1 december 2022 deelt [verzoekster] aan de kantonrechter mee dat zij ook instelling van het mentorschap voor mevrouw [betrokkene 2] verzoekt. Op 13 december 2022 heeft de kantonrechter het formulier verzoek tot onderbewindstelling en/of instelling mentorschap van [verzoekster] ontvangen.
[verzoekster] verzoekt om een bewind en een mentorschap in te stellen ten behoeve van mevrouw [betrokkene 2] met benoeming van J. Dijkstra, h.o.d.n. JD Bewindvoering te Wognum. JD Bewindvoering heeft zich tevens bereid verklaard om het bewind en mentorschap van de heer [betrokkene 1] op zich te nemen. Verzocht wordt om het bewind en mentorschap in te stellen op grond van de geestelijke of lichamelijke toestand van mevrouw [betrokkene 2] .
3.5.
Bij e-mailbericht van 20 december 2022 stuurt [verzoeker] aan de kantonrechter een formulier ‘Verzoek tot onderbewindstelling en/of instelling van mentorschap’ voor mevrouw [betrokkene 2] , waarbij alleen hij als verzoeker wordt vermeld. Ook bijgevoegd is een eenzelfde formulier ten behoeve van de heer [betrokkene 1] bijgevoegd. Bij dat laatste verzoek staan zowel [verzoeker] als mevrouw [betrokkene 2] vermeld als verzoekers. Zowel voor de heer [betrokkene 1] als mevrouw [betrokkene 2] wordt [verzoeker] voorgesteld als (beoogd) bewindvoerder en mentor.
3.6.
Op de standpunten van alle partijen en betrokkenen zal, voor zover nodig, hierna worden ingegaan.

4.de beoordeling

4.1.
Waar [verzoekster] en [verzoeker] eerst gezamenlijk een verzoek deden voor een bewind en mentorschap voor hun ouders, is dat niet langer zo. Zij hebben ieder eigen verzoeken gedaan. Zij hebben in de loop van e tijd de kantonrechter overstelpt met mail e.d. uit die mails blijkt vooral dat de een de ander grote verwijten maakt. De kantonrechter kan daar niet zoveel mee. Hij moet een beslissing nemen op de verzoeken. Daarover overweegt hij als volgt.
4.2.
Op grond van artikel 1:431 lid 1 en artikel 1:450 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de kantonrechter indien een meerderjarige tijdelijk of duurzaam niet in staat is ten volle zijn vermogensrechtelijke en niet-vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen een bewind instellen, alsmede een mentorschap instellen.
Voorts dient de kantonrechter een beslissing te nemen over de te benoemen bewindvoerder en mentor. Op grond van artikel 1:435 lid 3 BW en artikel 1:452 lid 3 BW volgt de kantonrechter de uitdrukkelijke voorkeur van de rechthebbende, tenzij gegronde redenen zich tegen zodanige benoeming verzetten.
4.3.
De kantonrechter heeft de verzoeken tijdens de mondelinge behandeling van 5 januari 2023 besproken. Partijen hebben nogmaals hun standpunten voor wat betreft de noodzaak voor de maatregelen en de benoeming van de bewindvoerder en mentor kenbaar gemaakt. De kantonrechter heeft beslist dat de heer [betrokkene 1] en mevrouw [betrokkene 2] op hun verblijfplaats door de kantonrechter zullen worden gehoord. De kantonrechter heeft vervolgens de heer [betrokkene 1] en mevrouw [betrokkene 2] op 10 januari 2023 gehoord op het verblijfadres van de heer [betrokkene 1] . Tijdens het verhoor is het de kantonrechter gebleken dat, zowel de heer [betrokkene 1] als mevrouw [betrokkene 2] aanspreekbaar zijn en voldoende in staat gebleken hun uitdrukkelijke voorkeur kenbaar te maken.
4.4.
De heer [betrokkene 1] heeft verklaard dat zijn uitdrukkelijke voorkeur uitgaat naar de benoeming van [verzoeker] tot bewindvoerder en mentor van hemzelf. Mevrouw [betrokkene 2] heeft verklaard dat haar uitdrukkelijke voorkeur uitgaat naar de benoeming van [verzoekster] tot haar bewindvoerder en mentor. Mevrouw [betrokkene 2] heeft aan haar verklaring toegevoegd dat zij niet wil dat [verzoeker] haar belangen gaat behartigen en zij vindt dat [verzoeker] het dan maar voor de heer [betrokkene 1] gaat doen en [verzoekster] voor haar.
4.5.
De kantonrechter ziet voldoende grond voor het instellen van bewind en mentorschap over zowel de heer [betrokkene 1] als mevrouw [betrokkene 2] . [verzoekster] heeft haar bereidverklaring om te worden benoemd tot bewindvoerder en mentor ingetrokken. [verzoekster] heeft JD Bewindvoering voorgesteld om te worden te worden benoemd tot bewindvoerder en mentor voor zowel de heer [betrokkene 1] als mevrouw [betrokkene 2] . [verzoeker] heeft zich tevens bereid verklaard om de taak van bewindvoerder en mentor voor zijn ouders op zich te nemen.
4.6.
Op grond van artikel 1:435 lid 4 BW en artikel 1:452 lid 4 BW wordt bij voorkeur van de kantonrechter de echtgenoot, en als dat niet mogelijk is, de (andere) kinderen van een rechthebbende benoemd.
4.7.
De kantonrechter ziet in deze zaak gegronde redenen om af te wijken van de uitdrukkelijke voorkeur van de heer [betrokkene 1] om [verzoeker] te benoemen tot bewindvoerder. Er is sprake van een behoorlijke conflictsituatie binnen de familie. De heer [betrokkene 1] en mevrouw [betrokkene 2] zijn in gemeenschap van goederen gehuwd en mevrouw [betrokkene 2] heeft uitdrukkelijk verklaard niet te willen dat [verzoeker] haar bewindvoerder en/of mentor wordt. De gemeenschap van goederen maakt het voor een goede uitvoering van een bewind onwerkbaar om twee verschillende bewindvoerders te benoemen. Om deze reden zal de kantonrechter voor de heer [betrokkene 1] en mevrouw [betrokkene 2] één onafhankelijke professionele bewindvoerder benoemen. De kantonrechter zal daarom het verzoek van [verzoeker] om te worden benoemd tot bewindvoerder afwijzen en de door [verzoekster] voorgestelde bewindvoerder benoemen.
4.8.
Waar het gaat om de te benoemen mentor(en) is de gemeenschap van goederen geen probleem. De kantonrechter ziet geen reden om af te wijken van de uitdrukkelijke voorkeur van de heer [betrokkene 1] om [verzoeker] te benoemen tot zijn mentor. Gebleken is dat de zorg die voor de heer [betrokkene 1] geregeld is, goed verloopt.
4.9.
Nu [verzoekster] zich heeft teruggetrokken om te worden benoemd tot mentor van mevrouw [betrokkene 2] , kan de kantonrechter de uitdrukkelijke voorkeur van mevrouw [betrokkene 2] op dit punt niet volgen. Rekening houdend met de uitdrukkelijke voorkeur van mevrouw [betrokkene 2] zal de kantonrechter het verzoek van [verzoeker] om te worden benoemd afwijzen en de door [verzoekster] voorgestelde mentor benoemen.
4.10.
De kantonrechter zal de jaarbeloning van de te benoemen bewindvoerder, tevens mentor van mevrouw [betrokkene 2] , inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, vaststellen overeenkomstig artikel 9 lid 2 van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
4.11.
De kantonrechter zal de beloning van de te benoemen bewindvoerder, tevens mentor van mevrouw [betrokkene 2] , voor de aanvangswerkzaamheden vaststellen op een bedrag van € 1.171,00 (exclusief btw).
Tijdens het gesprek is vastgesteld dat de heer [betrokkene 1] en mevrouw [betrokkene 2] niet in staat zijn om de rekening en verantwoording te begrijpen en te controleren.

5.beslissing

De kantonrechter:
  • stelt de goederen, die (zullen) toebehoren aan eerder genoemde [betrokkene 1] en [betrokkene 2] onder bewind wegens hun geestelijke of lichamelijke toestand;
  • benoemt tot bewindvoerder over de goederen die aan hun (zullen) toebehoren: J. Dijkstra h.o.d.n. JD Bewindvoering, Kvkno. 70607141, correspondentieadres: postbus 83 te 1771 AB Wieringerwerf;
  • stelt tevens een mentorschap in ten behoeve van [betrokkene 1] en [betrokkene 2] ;
  • benoemt tot mentor ten behoeve van [betrokkene 1] : [verzoeker] ;
  • benoemt tot mentor ten behoeve van [betrokkene 2] : J. Dijkstra h.o.d.n. JD Bewindvoering, voornoemd;
  • stelt de jaarbeloning van de bewindvoerder, tevens mentor van [betrokkene 2] , vast overeenkomstig artikel 9 lid 2 van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
  • stelt de beloning van de bewindvoerder, tevens mentor van [betrokkene 2] , voor de aanvangswerkzaamheden vast op een bedrag van € 1.171,00 (exclusief btw).
Deze beschikking is gegeven door mr. J.H. Gisolf, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken door mr. M.T. Goossens op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter