ECLI:NL:RBNHO:2023:12443
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bijdrage in levensonderhoud na echtscheidingsverzoek met voorlopige voorzieningen
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 4 december 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorzieningen in het kader van een echtscheiding. Partijen, een vrouw van 65 jaar en een man van 71 jaar, wonen nog samen in de echtelijke woning. De man voldoet de lasten van de woning, terwijl de vrouw haar eigen boodschappen en een deel van de huishoudelijke kosten bekostigt. De vrouw heeft een aanzienlijk bedrag uit een erfenis ontvangen en verzoekt een partnerbijdrage van de man van € 1.050,-- netto per maand, met een hogere bijdrage zodra zij zelfstandig gaat wonen. De man verzet zich tegen dit verzoek en stelt dat de vrouw zelf in haar behoeften kan voorzien door in te teren op haar vermogen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw geen inkomen heeft, terwijl de man een AOW-uitkering en pensioen ontvangt. De rechtbank oordeelt dat de vrouw recht heeft op een bijdrage in haar levensonderhoud, maar dat deze beperkt moet blijven tot € 554,-- bruto per maand, zolang partijen samen in de echtelijke woning wonen en de man de lasten daarvan betaalt. De rechtbank wijst het verzoek van de vrouw voor een hogere bijdrage af, omdat de huidige financiële situatie van partijen in aanmerking moet worden genomen. De beslissing is genomen met inachtneming van de feitelijke omstandigheden en de verplichtingen die partijen elkaar nog hebben in het kader van hun huwelijk.