Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
hij op of omstreeks 10 maart 2018 tot en met 6 maart 2020 te Abbekerk (gemeente Medemblik) en/of Medemblik (gemeente Medemblik) en/of Hauwert (gemeente Medemblik) en/of Wognum (gemeente Medemblik) en/of Hoorn (gemeente Hoorn) en/of Hoogkarspel (gemeente Drechterland) en/of Andijk (gemeente Medemblik) en/of Wervershoof (gemeente Medemblik), in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, cocaïne en/of amfetamine en/of MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of amfetamine en/of MDMA, (telkens) zijnde cocaïne en/of amfetamine en/of MDMA, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 december 2016 tot en met 6 december 2019 te Abbekerk (gemeente Medemblik) en/of Middenmeer (gemeente Hollands Kroon), in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen (telkens) (opzettelijk) heeft vervoerd en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt, hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
hij op of omstreeks 16 juni 2020 te Abbekerk, gemeente Medemblik, in elk geval in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 47,14 gram MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op of omstreeks 16 juni 2020 te Abbekerk, gemeente Medemblik, in elk geval in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van ongeveer 132 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
2.Voorvragen
3.Standpunten van partijen
4.VrijspraakNaar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen wat de verdachte onder 1 tot en met 4 ten laste is gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Blijkens het proces-verbaal van doorzoeking van 16 juni 2020 zijn de pillen en wikkels aangetroffen in een klein laadje in de keuken, in een toilettas met drugsattributen op de grond in de slaapkamer en onder het bed in een doos aan de zijde waar medeverdachte [naam 1] slaapt. De zak met hennep werd aangetroffen in de keuken in een afvalbak. De medeverdachte [naam 1] heeft tegenover de politie verklaard dat de aangetroffen hennep van haar was en dat zij de pillen MDMA had gekocht voor een vriend. Ook heeft zij verklaard dat zij de zak met (100 gram) hennep (wiet) in de klikobak heeft gegooid, omdat de politie die anders zou vinden.