Op 29 november 2023 vond er een zitting plaats bij de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, waar de kinderrechter, mr. W.P. van der Haak, de belanghebbende vader hoorde in het kader van een voorlopige ondertoezichtstelling van zijn minderjarige kind. De vader is doof en er was geen gebarentolk beschikbaar, waardoor de communicatie plaatsvond via chat op een laptop die verbonden was met een groot scherm. Dit was de best mogelijke oplossing gezien de omstandigheden. De kinderrechter had eerder op 16 november 2023 al een voorlopige ondertoezichtstelling uitgesproken voor de duur van drie maanden, met ingang van diezelfde datum. Het verzoek tot ondertoezichtstelling was ingediend door de Raad voor de Kinderbescherming, die zich zorgen maakte over de situatie van de minderjarige, die mogelijk geslagen zou worden door de vader.
Tijdens de zitting werd besproken dat de situatie van de minderjarige iets verbeterd was, maar dat er nog steeds zorgen waren over haar welzijn. De vader gaf aan blij te zijn met de hulp die hij ontvangt, maar was bang voor een mogelijke uithuisplaatsing van zijn kind. De kinderrechter concludeerde dat er geen reden was om de eerdere beslissing te wijzigen en handhaafde de voorlopige ondertoezichtstelling tot 16 februari 2024. De Raad voor de Kinderbescherming stelde de vader gerust dat er geen plannen waren om de minderjarige uit huis te plaatsen, maar dat de focus lag op het welzijn van het kind in de thuissituatie.