ECLI:NL:RBNHO:2023:12245

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 november 2023
Publicatiedatum
30 november 2023
Zaaknummer
10283182 \ CV EXPL 23-363
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit bij de verkoop van een auto door een handelaar aan een consument

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 15 november 2023, staat de vraag centraal of de auto die door de gedaagde, MH Mobility, aan de eisers is verkocht, voldoet aan de verwachtingen die de eisers op basis van de koopovereenkomst mochten hebben. De eisers, [eiser 1] en [eiser 2], hebben op 2 september 2022 een BMW 5-Serie gekocht van de gedaagde, maar ondervonden al snel problemen met de auto, waaronder een kapotte nokkenas. Na meerdere pogingen om de gedaagde te sommeren de gebreken te herstellen, hebben de eisers de auto laten repareren en vorderen nu de kosten van de gedaagde.

De gedaagde betwist de vordering en stelt dat hij geen partij was bij de overeenkomst, maar dat zijn broer de contractspartij was. De kantonrechter oordeelt echter dat de eisers een overeenkomst hebben gesloten met MH Mobility, aangezien de auto via Facebook Marketplace door deze onderneming te koop was aangeboden. De rechter concludeert dat de auto niet voldeed aan de overeenkomst, omdat deze gebreken vertoonde die niet waren vermeld bij de verkoop. De kantonrechter wijst de vordering van de eisers toe en veroordeelt de gedaagde tot betaling van de herstelkosten, wettelijke rente en proceskosten.

De uitspraak benadrukt de rechten van consumenten bij de aankoop van een auto en de verplichtingen van verkopers om te voldoen aan de verwachtingen die bij de verkoop zijn gewekt. De kantonrechter stelt vast dat de auto niet aan de overeenkomst voldeed en dat de gedaagde in verzuim is gekomen door niet te reageren op de verzoeken tot herstel.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10283182 \ CV EXPL 23-363
Uitspraakdatum: 15 november 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[eiser 1], wonende te [plaats 1]

2. [eiser 2],wonende te [plaats 2]
eisers
hierna te noemen: [eiser 1] c.s. in enkelvoud
gemachtigde: [gemachtigde]
tegen
[gedaagde],voorheen handelend onder de naam
MH Mobility
wonende te [plaats 3]
gedaagde
hierna te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. J.W. Spanjer

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser 1] c.s. heeft bij dagvaarding van 10 januari 2023 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 27 september 2023 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.

2.De feiten

2.1.
MH Mobility heeft via Facebook Marketplace een BMW 5-Serie 2.0 535i met kenteken [kenteken] (hierna: de auto) te koop aangeboden voor een prijs van € 19.750,00. In de advertentie staat het volgende vermeld:
“BMW 5-Serie 3.0. 535I AUT High Exec. Keyless/ pano/ NIEUWSTAAT! € 19.950€ 20.950.” [eiser 1] c.s. heeft de voornoemde auto op 2 september 2022 gekocht.
2.2.
Op 13 oktober 2022 is op het display van de auto de volgende melding verschenen: “
problemen met aandrijving, ga naar uw BMW service dealer”. Na onderzoek is gebleken dat de auto gebreken vertoont, waaronder een kapotte nokkenas.
2.3.
[eiser 1] c.s heeft [gedaagde] hierna bij brieven van 20 oktober 2022 en 2 november 2022 in gebreke gesteld. Hij heeft [gedaagde] verzocht respectievelijk gesommeerd om binnen in die brieven genoemde termijn de gebreken aan de auto te herstellen. [gedaagde] heeft niet op deze brieven gereageerd.
2.4.
Op 24 oktober 2022 heeft [bedrijf] een offerte opgemaakt. De reparatiekosten worden begroot op € 5.720,08.
2.5.
Op 22 november 2022 is de eenmanszaak MH Mobility van [gedaagde] uitgeschreven bij de Kamer van Koophandel.
2.6.
Op 1 december 2022 is een reparatie aan de auto verricht. De kosten bedragen
€ 3.453,93. [eiser 1] c.s. heeft vervolgens [gedaagde] op 8 december 2022 gesommeerd om deze kosten te voldoen.

3.De vordering

3.1.
[eiser 1] c.s. vordert – na vermindering van eis - dat [gedaagde] bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van € 3.907,81, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 3.351,08 vanaf 12 december 2022 tot aan de dag der algehele voldoening. Daarnaast vordert hij veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
[eiser 1] c.s. heeft aan de vordering ten grondslag gelegd dat [gedaagde] een non-conforme auto heeft geleverd. Aangezien [gedaagde] niet tot herstel is overgegaan – waar hij wel toe verplicht was – is de auto bij een derde, te weten [bedrijf], gerepareerd. [eiser 1] c.s. vordert van [gedaagde] de gemaakte herstelkosten van € 3.351,08.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] betwist de vordering. [gedaagde] voert aan dat hij geen partij was bij de overeenkomst. Als de kantonrechter van oordeel zou zijn dat wel sprake is van een overeenkomst met hem, voert hij aan dat geen sprake is van een consumentenkoop. Volgens [gedaagde] was het gebrek niet aanwezig op de datum van levering van de auto. [eiser 1] c.s. heeft een tweedehands auto gekocht (waarmee circa 135.000 kilometer mee is gereden) zonder enige keuring en zonder garantie. Het is onduidelijk wanneer de auto is stil gevallen en hoe lang [eiser 1] c.s. heeft doorgereden na de melding. [gedaagde] stelt zich op het standpunt dat hij, gelet op het voorgaande, niets hoeft te betalen aan [eiser 1] c.s.

5.De beoordeling

5.1.
Het gaat in deze zaak in de kern om de vraag of de auto voldoet aan hetgeen [eiser 1] c.s. als koper op grond van de overeenkomst daarvan mocht verwachten. Voordat de kantonrechter aan de beantwoording van die vraag toekomt, dient echter – gelet op het verweer van [gedaagde] – te worden beoordeeld of [eiser 1] c.s. met [gedaagde] een koopovereenkomst heeft gesloten.
Andere contractspartij?
5.2.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat niet hij, maar zijn broer [betrokkene], de contractspartij was. Volgens [gedaagde] heeft hij de auto voor zijn broertje ([betrokkene]) verkocht en dat is volgens hem ook tijdens de bezichtiging en proefrit op 2 september 2022 ter sprake gekomen. Bovendien stond het kentekenbewijs op naam van [betrokkene] en is de betaling gedaan aan [betrokkene].
5.3.
De kantonrechter verwerpt dit verweer en zal dat hierna uitleggen. Er is geen schriftelijke door partijen ondertekende overeenkomst in het geding gebracht. De vraag wie contractspartij van [eiser 1] c.s. is, hangt af van hetgeen betrokkenen daaromtrent over en weer hebben verklaard en uit elkaars gedragingen mochten afleiden. Vast staat dat de auto via Facebook Marketplace te koop is aangeboden door MH Mobility. In deze advertentie stonden alleen de contactgegevens van MH Mobility genoemd. Ook wordt in de advertentie de mogelijkheid geboden om een inruilverzoek te doen, hetgeen bij verkoop door een particulier ongebruikelijk is. Uit het uittreksel van de Kamer van Koophandel volgt bovendien dat MH Mobility zich bezig houdt met handel in en reparatie van personenauto’s en lichte bedrijfsauto’s en dat de eigenaar van de eenmanszaak MH Mobility [gedaagde] is. Verder hebben [eiser 1] c.s. en MH Mobility naar aanleiding van de advertentie met elkaar via de Marketplace dan wel via Facebook Messenger gecommuniceerd. Partijen hebben vervolgens op 2 september 2022 een afspraak gemaakt bij het kantoor van MH Mobility voor een bezichtiging en een proefrit. Aansluitend is de koopovereenkomst gesloten. Al deze omstandigheden tezamen maakt naar het oordeel van de kantonrechter dat [eiser 1] c.s. een overeenkomst heeft gesloten met MH Mobility. Dat het kentekenbewijs op naam van [betrokkene] stond en dat de betaling is gedaan op een bankrekening die op naam stond van [betrokkene], maakt het voorgaande niet anders. [gedaagde] heeft zijn stelling dat hij tijdens de afspraak op 2 september 2022 zou hebben aangegeven dat hij namens zijn broertje handelende niet onderbouwd. De kantonrechter gaat daar in het licht van het voorgaande aan voorbij.
Non-conformiteit?
5.4.
Omdat de koopovereenkomst is gesloten tussen [eiser 1] c.s., een particulier, en MH Mobility, een professional die handelde in de uitoefening van zijn bedrijf, zijn de regels voor consumentenkoop van toepassing. Artikel 7:17 van het Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt dat de afgeleverde zaak aan de overeenkomst moet beantwoorden. De auto beantwoordt niet aan de overeenkomst indien het, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de auto heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Daarbij geldt dat de koper in ieder geval mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de afwezigheid niet behoefde te betwijfelen.
5.5.
Op grond van artikel 7:18 lid 2 BW wordt bij een consumentenkoop vermoed dat de zaak bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord, indien de afwijking van het overeengekomen zich binnen een termijn van zes maanden na aflevering openbaart, tenzij de aard van de zaak of de aard van de afwijking zich daartegen verzet.
5.6.
De auto gaf na zes weken de melding “
problemen met aandrijving, ga naar uw BMW service dealer”. Bij onderzoek bleek dat er sprake was van een kapotte nokkenas (een afgebroken tandwiel van de nokkenas). Dat hiervan sprake is, is door [gedaagde], niet, althans onvoldoende, betwist. Van een auto die wordt aangeboden in ‘nieuwstaat’ en waarbij geen gebreken zijn genoemd door de verkoper, hoeft de koper dergelijke gebreken aan de aandrijving niet te verwachten. Gelet op het hiervoor aangehaalde artikel uit het BW wordt daarom vermoed dat de auto al bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord. Dat de auto desondanks in dit specifieke geval wel aan de overeenkomst heeft beantwoord, is door [gedaagde] onvoldoende onderbouwd. In de advertentie wordt de auto in ‘nieuwstaat’ aangeboden. Vast staat dat zowel in de advertentie als tijdens de bezichtiging geen gebreken zijn genoemd. Het enkele feit dat de auto zonder keuring of garantie is verkocht, kan in ieder geval niet de conclusie dragen dat er geen gebreken aanwezig waren bij aflevering. Daarbij komt dat [gedaagde] naar eigen zeggen niet onder de motorkap heeft gekeken voordat hij de auto verkocht. Dat desondanks de gebreken afwezig waren bij aflevering en pas nadien zijn ontstaan, is in het licht van het vorenstaande door [gedaagde] onvoldoende onderbouwd om tot bewijs van die stelling te worden toegelaten. Aldus moet er van worden uitgegaan dat de auto bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord.
Herstelkosten
5.7.
[eiser 1] c.s. had, nu hiervoor is vastgesteld dat de auto niet aan de overeenkomst beantwoordt, op grond van artikel 7:21 BW in beginsel recht op kosteloos herstel van de auto. [eiser 1] c.s. heeft [gedaagde] onder meer bij WhatsAppberichten van 18 oktober 2022 en bij brieven van 20 oktober 2022 en van 2 november 2022 voldoende in de gelegenheid gesteld om tot herstel over te gaan. Dit heeft [gedaagde] nagelaten. [gedaagde] is daarmee in verzuim komen te verkeren, hetgeen [eiser 1] c.s. op grond van artikel 7:21 lid 6 BW het recht gaf om het herstel door een derde te laten verrichten en deze kosten vervolgens op [gedaagde] te verhalen. [eiser 1] c.s. heeft gesteld dat de reparatie € 3.351,08 heeft gekost. Dit is door [gedaagde] niet, dan wel onvoldoende, betwist. De verminderde hoofdsom van € 3.351,08 is dan ook toewijsbaar. Dat de factuur op naam staat van R.E. [eiser 1] doet aan al het voorgaande niet af. Zeker nu [gedaagde] daar geen verdere conclusie aan heeft verbonden.
5.8.
De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en de gevorderde wettelijke rente zijn als onvoldoende gemotiveerd weersproken toewijsbaar. De buitengerechtelijke incassokosten zijn toewijsbaar tot een bedrag van € 556,73.
5.9.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde], omdat hij ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van een bedrag van € 3.907,81 aan [eiser 1] c.s., te vermeerderen met de wettelijke rente over € 3.351,08 vanaf 12 december 2022 tot aan de dag van voldoening van dit bedrag;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten die aan de kant van [eiser 1] c.s. tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 130,67;
griffierecht € 244,00;
salaris gemachtigde € 528,00;
6.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Kanninga-Jonker, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter