Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 18 september 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden. Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 18 september 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, terwijl betrokkene zelf niet verscheen. De vertegenwoordiger handhaafde de beslissing van de officier van justitie en verzocht de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren. Betrokkene had in zijn beroepschrift aangevoerd dat hij zich niet kon herinneren dat hij een mobiel elektronisch apparaat had vastgehouden en vroeg om bewijs.
De kantonrechter overwoog dat in WAHV-zaken de verklaring van een verbalisant in beginsel voldoende is voor de vaststelling van de gedraging, tenzij de betrokkene specifieke feiten aanvoert die aanleiding geven tot twijfel. De kantonrechter concludeerde dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs bood voor de gedraging. Betrokkene's ontkenning werd als onvoldoende beschouwd om aan de verklaring van de verbalisant te twijfelen. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat de boete terecht was opgelegd, zonder aanleiding om deze te matigen.